|
Opera & Operette
Het drama in/van
de hedendaagse opera (7)
Vraagtekens rond Don Giovanni (deel 2)
© Paul Korenhof, mei 2016 |
De enscenering van Claus Guth die De Nationale Opera begin mei in Het Muziektheater presenteerde, riep vraagtekens op en vormde ook de aanleiding om enkele andere vragen te stellen. In het eerste deel van deze beschouwing heb ik mij geconcentreerd op het karakter van de opera en op Donna Elvira, het personage dat - samen met de visie van Da Ponte en Mozart op de titelheld - in hoge mate voor dat karakter bepalend was. In dit tweede deel zal ik aandacht besteden aan de rol van de overige personages in zowel het drama als in de enscenering van Guth.
Donna Anna
Bij Donna Anna, het centrale personage bij Hoffmann, liggen de zaken
weliswaar minder gecompliceerd dan bij Donna Elvira, maar zijn de vraagtekens
zo mogelijk nog groter. Ten dele danken we dat aan het feit dat Da Ponte
nergens duidelijk maakt wat precies tussen haar en Don Giovanni is voorgevallen.
Het blijkt niet uit de openingsscène en als zij later Don Ottavio
het verhaal vertelt, horen wij weinig echte feiten.
In het verleden hebben deze zaken al tot uiteenlopende interpretaties
geleid, inclusief het uitgangspunt dat Donna Anna helemaal niet zo onwelwillend
stond tegenover haar verleiding, waarbij in het midden blijft of zij al
dan niet in de gaten had dat haar verleider niet haar verloofde was. Aan
de andere kant: als Donna Elvira Don Giovanni in het kwartet 'Non ti fidar'
haar beschuldigingen naar het hoofd slingert en de laatste dat vanzelfsprekend
ontkent, reageert Donna Anna met 'wie moet ik geloven?', niet bepaald
de reactie van een vrouw die zelf maar al te goed weet waartoe Don Giovanni
in staat is.
Hoe wij beide scènes ook interpreteren, Mozart's muziek laat er
geen twijfel over bestaan dat Donna Anna in beide scènes verkeert
in een hoge staat van opwinding, waarbij woede een overheersende factor
is. Daarbij overheerst zij in haar eerste scène Don Giovanni die
niets anders kan doen dan muzikaal in haar voetspoor treden, zoals hij
even later, na de dood van de Commendatore, diens muziek overneemt.
 |
Sally Matthews (Donna Anna) en Christopher Maltman (Don Giovanni)
Foto DNO/Marco Borggreve |
Kapstok
Ook dat is trouwens een kernpunt in zowel de tekst als de muziek:
gedurende de hele opera komen we in feite niets anders te weten over de
titelheld dan dat hij in zijn honger naar vrouwen alle maatschappelijke
conventies aan zijn laars lapt. Concreet is alleen dat hij in Sevilla
kennelijk een paleis(je) en dat hij kan bogen op de nodige veroveringen,
al lijkt de lijst die Leporello met smaak aan Donna Elvira opdist, ietwat
overtrokken. Hij is vermoedelijk de enige hoofdpersoon in alle 18de-eeuwse
opera's zonder een echte aria die ons inzicht geeft in zijn gedachten
of gevoelens. Het fascinerende aan Don Giovanni is dat hij Da Ponte en
Mozart hem maakten tot een kapstok waaraan wij allemaal onze eigen jas
kunnen ophangen - en ook dat draagt ongetwijfeld bij tot de bijna onvoorstelbare
fascinatie die zowel van de opera als van zijn titelheld blijven uitgaan.
Mobieltje
Ondertussen worden de drie eerste scènes van Donna Anna beheerst
door een constante en tegen hem gerichte mengeling van woede, in de tweede
scène vermengd met verdriet. Guth was overigens niet de eerste
die het publiek toont dat Donna Anna volgens hem in de eerste scène
evenveel, zo niet meer van Don Giovanni wil als hij van haar. Dat levert
een weliswaar lichte frictie op met de tekst, maar die is nog overkomelijk.
De visie van Guth - evenals die van bijvoorbeeld Calixto Bieito in zijn
nog extremere Londense enscenering 1) - lijkt echter volledig met de tekst
in conflict te komen door het feit dat zij afzien van ieder soort masker
of verhulling. Als Donna Anna later in pure woede haar aria 'Or sai chi
l'onore' zingt, laat de muziek van Mozart in het voorafgaande recitatief
geen twijfel open dat zij pas op dat moment Don Giovanni herkent als haar
aanrander. Wat zij in woorden tegen Don Ottavio zegt, hoeft niet de waarheid
te zijn, maar Mozart's muziek liegt niet!
Die derde scène van Donna Anna roept echter meer vragen op. Waren Donna Anna en Don Ottavio voor hun eerste scènes kennelijk gewoon lopend het bos in gekomen, nu arriveren zij per auto, en dat niet alleen: het bos blijkt opeens zover buiten de bewoonde wereld te liggen dat Ottavio's mobieltje nutteloos is als hij de ANWB wil bellen wegens autopech.
Een onzinnige regievondst? Het is maar hoe je het bekijkt, want het maakt in ieder geval dat hij de hulp van de daar ronddwalende Don Giovanni kan inroepen. Helaas heeft Da Ponte daarvoor geen tekst gelevers, dus het moet met gebarentaal, maar gelukkig zint Donna Anna even later wel "Wij doen een beroep op uw vriendschap." Een ietwat merkwaardige reactie als we terugdenken aan de openingsscène en evenals haar aandeel aan het daarop volgende kwartet niet bepaald in overeenstemming met de emotionele uitbarsting meteen daarna, maar logica is in deze enscenering regelmatig ver te zoeken.
Jandoedel
In hun eerste scène, waarin Donna Anna letterlijk in een absoluut
ongemaskerde, goed herkenbare Don Giovanni klimt, is al zonneklaar dat
zij heel goed weet wie haar belager is en hier trekt Guth die lijn zelfs
door met een woordeloze interactie achter de rug van Don Ottavio. Het
blijft niet alleen volledig in tegenspraak met wat zij zingt en met de
muziek die Mozart haar gaf, maar het is ook volstrekt onwaarschijnlijk
dat Don Ottavio dat allemaal niet in de gaten heeft - tenzij hij een nog
grotere jandoedel is dan soms gesuggereerd wordt.
Vocaal was de slanke, ietwat zilver getimbreerde tenor Juan Francisco
Gatell hier overigens wel degene die het meest overtuigde. De Donna Anna
van Sally Matthews klonk mooi maar even weinig expressief als haar Blanche
in Dialogues de Carmélites enkele maanden geleden en het tweede
bedrijf werd het er niet beter op. Bovendien ging zij in 'Or sai, chi
l'onore' wel erg op de dramatische toer wat leidde tot tonen met een weinig
fraaie 'wobble'. En ik vraag mij nog steeds af waarom zij tijdens haar
aria 'Ah, non mi dir' midden in het bos haar jurk uittrok om in haar onderjurk
verder te zingen. Er zal wel weer een bedoeling achter zitten, maar mij
ontgaat die.
 |
Sally Matthews (Donna Anna) en Juan Francisco Gatell (Don Ottavio)
Foto DNO/Marco Borggreve |
Volkse personages
Gelukkig leveren de drie 'komische' rollen minder problemen op. Da
Ponte gaf zowel Leporello als Zerlina en Masetto een profiel dat bij volkse
personages past en Mozart voorzag hen van bijpassende muziek. Voor Zerlina,
Masetto en Leporello overheersen de korte, snelle frases die in de muzikale
komedie met de lagere standen geassocieerd werden, maar zij worden wel
als drie sterk verschillende karakters neergezet. Masetto is onmiskenbaar
de jaloerse, niet zo slimme boer en daarmee een makkelijke prooi voor
zowel een Leporello die zich ook wel eens iemands meerdere wil voelen.
Die verhouding kwam ook uitstekend uit de verf bij DNO, waar de capabele
maar nog weinig geprofileerde Masetto van de jonge Oekraïense bariton
aan de met verve en vocale ampleur vertolkte Leporello van de niet veel
oudere Roemeense bas Adrian Sampetrean. Hoe deze boertige, 21ste-eeuwse
Leporello tijdens de slotscène in staat is melodieën uit tegenwoordig
totaal onbekende opera's als I Litiganti en Una cosa rara feilloos
thuis te brengen, is bij deze regie natuurlijk weer een raadsel - of een
van de vele onlogische momenten, maar ik blijf herhalen: logica is niet
een van de sterkste punten van het moderne theater. Welbeschouwd is dat
hele 'souper' - met wit tafelkleed en al - in een bos waar een mobieltje
niet eens bereik heeft, natuurlijk volstrekt nonsensicaal!
Bloedvlek
Ook Zerlina is een traditioneel personage: de uit 'het volk' afkomstige
ingénue die meestal een rol heeft als dienstmeisje, hier als boerinnetje.
Opmerkelijk aan haar is vooral dat Mozart haar muzikaal zoveel charme
heeft meegegeven en met een goede vertolkster wordt zij dan ook onweerstaanbaar,
niet alleen voor Masetto. Dat bleek weer eens toen ik onlangs op een filmavond
een aria liet zien in de vertolking van Graziella Sciutti, onbetwist de
leidende Zerlina tot Mirella Freni met haar nog iets romiger stem (maar
minder humor!) ten tonele verscheen. Zij is bovendien de enige vrouw bij
wie wij Don Giovanni 'in actie' zien en hun duetje werd zelfs het populairste
fragment uit de hele opera.
De manier waarop Da Ponte en Mozart hier in de combinatie van recitatief
en duet schilderen hoe zij langzaam voor de bijl gaat, is bovendien in
al zijn eenvoud een dramaturgisch meesterstukje. Daarvan lijkt Claus Guth
echter niet veel te moeten hebben, want in zijn regie hoeft Don Giovanni
niemand te verleiden. Ook deze Zerlina, adequaat maar niet opvallend vertolkt
door Sabina Puértolas, heeft haar zinnen al op hem gezet zodra
zij hem ziet. Arme Masetto! Opmerkelijk is overigens haar scène
in de eerste finale. We zien Don Giovanni daar tussen twee bomen bovenop
haar kruipen en als hij van haar af getrokken wordt, zit haar witte jurk
onder het bloed van de schotwond die hij in het eerste tafereel heeft
opgelopen. Dat kan natuurlijk, sterker nog: het is zelfs logisch. Op de
kleding van Don Giovanni zelf is echter geen spatje bloed te zien! Rara,
hoe kan dat?
 |
Adrian Sampetrean (Leporello) en Christopher Maltman (Don Giovanni)
Foto DNO/Marco Borggreve |
Hallucinatie
Wel weer een probleem vormen de drie scènes van de 'commendatore'.
Hier presenteert hij zich alleen maar als een vader die zijn dochter kennelijk
tot diep in het bos achterna is gelopen, maar te laat komt om haar avontuurtje
te verhinderen. Wel heeft hij toevallig een pistool in zijn zak waarmee
hij, nadat hij zelf dodelijk gewond is, Don Giovanni de verwonding bezorgt
waaraan deze aan het einde van de opera zal overlijden.
Tot zover is het acceptabel. Erg vreemd wordt zijn rol in het tweede bedrijf,
vooral doordat Guth blijkbaar niets moet hebben van enig bovennatuurlijk
element. Eerst zien we daar hoe Don Giovanni en Leporello - allebei -
onder invloed van drugs een boomtak aanzien voor een standbeeld, waarna
zij - wederom allebei - die boomtak horen zingen. Ik heb geen ervaring
op dit terrein, maar het lijkt mij toch vreemd dat twee mensen onder invloed
van drugs exact dezelfde hallucinatie hebben!
Nog vreemder wordt de slotscène. Hier zien we hoe de opeens weer
springlevende 'commendatore', nog wel met een verband om zijn hoofd, in
het bos een gat gaat graven terwijl Don Giovanni en Leporello drie bomen
verder zitten te souperen. Als hun duet even later uitloopt op een terzet,
moeten we zijn optreden vermoedelijk weer zien als een hallucinatie van
zowel de stervende hoofdpersoon als zijn knecht, maar waarom hij dan buiten
hun gezichtsveld een gat heeft staan graven, blijft weer onduidelijk.
Als de regisseur het bedoeld had als laatste rustplaats voor de titelheld,
had ik er nog een symbolische draai aan kunnen geven, maar nu blijft ook
dit een onbeantwoorde vraag.Geen eenheid
Grote bewondering kan men ondertussen alleen maar hebben voor de bariton
Christopher Maltman, die te midden van alle regiefratsen deze Don Giovanni
tot een krachtig gezongen en uiterst sterk vertolkt personage weet te
maken. Echt mozartiaans klinkt het niet altijd, maar dat komt vooral door
de regie en de soms wat al te krachtige aanpak van dirigent Marc Albrecht.
Een groot raadsel is bovendien waarom een musicus als Albrecht ermee heeft
ingestemd dat de regisseur het karakter van de hele opera' zo drastisch
veranderde, niet alleen door het schrappen van de finale. Nog minder 'mozartiaans'
en absoluut onstilistisch was de langgerekte, zwaar aangezette recitatiefbehandeling
die af en toe tot leidde tot ondragelijke langdradigheid. Na dit alles
spreekt het bijna vanzelf dat van Mozart's geniale eerste finale, waarin
drie 'orkestjes' onafhankelijk van elkaar een adellijke dans (menuet),
een burgerlijke dans (contradans) en een boerenwals ('Deutscher') spelen,
niets was terug te vinden in deze regie, die op dat moment niet verder
kwam dan het soort gehos zoals dat je in het danszaaltje van een plattelandskroeg
verwacht.
Al met al was deze Don Giovanni één doorlopende
demonstratie van het feit dat in het huidige operatheater de muziek ondergeschikt
is geworden aan de regie. Van de eenheid van muziek en toneel is weinig
over!
1) Op dvd verkrijgbaar in een opname uit Barcelona.
______________
Deel 1: Een verrassende Così fan tutte
Deel 2: Komedie of klucht?
Deel 3: De regisseur en de muziek
Deel 4: Mozart vóór en na de Romantiek
Deel 5: Un ballo in maschera in Brussel
Deel 6: Vraagtekens rond Don Giovanni (deel 1)
|
|