Opera en operette De nieuwe operageneraties (4)De Opéra Comique verjongt zich
© Paul Korenhof, november 2019
|
||||||||
Filidei: L'Inondation
Vier dagen opera in Parijs in drie sterk verschillende theaters betekent in ieder geval vier voorstellingen lang probleemloos verstaan wat er gezongen wordt - behalve natuurlijk bij ensemblezang of als een zanger niet goed articuleert (wat overigens dit keer nooit het geval was). Het betekent ook een gezonde mix van aandacht voor het werk, inhaken op de traditie en een modernisering waarbij een opera niet wordt overheerst door egotripperij van regisseurs. Zo'n ervaring is alleen mogelijk in een stad en een land waar cultuur hoog in het vaandel staat, waar politici er niet prat op gaan dat zij geen boeken lezen, en waar toneel en klassieke muziek niet gezien worden als een elitaire hobby. Het leverde ook vier totaal verschillende theatrale ervaringen op, maar of het nu ging om La traviata is in het Palais Garnier, I puritani of Les Indes galantes in de Bastille, of een moderne opera in de Opéra Comique, overal had ik het gevoel dat het uitgevoerde werk centraal stond en ook serieus genomen werd. Zelfs als de regisseur zich vrijheden veroorloofde met 'het verhaaltje', zoals bij Les Indes galantes . Het grootste compliment voor de akoestiek in die zalen is natuurlijk dat de aandacht voor de zang niet betekent dat het orkest akoestisch wordt weggemoffeld. Integendeel: het orkest was overal voortreffelijk van klank en helderheid, zelfs in de kleinere Opéra Comique, maar de orkestklank was ingebed in een natuurlijke theaterbalans die maakte dat de stemmen nooit overheerst werden. Een theater is nu eenmaal geen concertzaal en iedere poging om een operaorkest te laten klinken alsof het op een podium zit, gaat onvermijdelijk ten koste van de theaterbalans - en dus van het theatrale aspect. (Zie ook mijn recente bijdrage over Strauss' Salome in het Muziektheater: klik hier).
Authentiek Mijn angst dat de restauratie de unieke sfeer van dit theater aan de rue Favart zou hebben aangetast, bleek overbodig. Sterker nog: behalve dat alles schoner en frisser was, minder stoffig, minder vervallen en met beter verlichte gangen en omlopen, zag ik aanvankelijk niet eens verschillen. Die waren er natuurlijk wel, vooral technisch in en rond de toneeltoren, maar ook in het bezoekersgedeelte, waar zowaar achter 'authentieke deuren' compleet nieuwe toiletgroepen waren aangebracht. Geen overbodig detail, want wie de Franse theaters kent, weet dat hier vaak het zwakke punt ligt (het gebouw van de Comédie Française was op dit punt altijd een ware ramp!). Voor een vernieuwing van een geheel ander soort zorgde op 27 september de wereldpremière van L'Inondation (De overstroming), die in opdracht van de Opéra Comique en met steun van de Franse radio was geschreven door Francesco Filadei. Het libretto van Joël Pommerat was gebaseerd op de novelle Navodnenije uit 1929 van de Russisch-Franse auteur Jevgeni Zamiatinin dat in 1993 al verfilmd is met Isabelle Huppert. Het verhaal is een combinatie van elementen die doen denken aan de Griekse tragedie met een thematiek die herinnert aan Janácek's Jenufa , waarmee de opera ook in sfeer overeenkomsten vertoont.
Voortkabbelend Naarmate de man en het meisje zich meer tot elkaar aangetrokken voelen, groeit de jaloezie van de vrouw die zich in een onbewaakt moment van de indringster ontdoet. Als daarop een overstroming hun flat onder water zet, weet zij zich van het lichaam te ontdoen en vertelt iedereen dat het meisje is weggelopen, achter de jongens aan. Dit verhaal wordt al snel door iedereen geaccepteerd en het leven herneemt zijn gewone gangetje met dit verschil dat de vrouw opeens in verwachting raakt. De geboorte van het kind wakkert echter haar schuldgevoelens aan en tijdens een ernstige psychische inzinking onthult zij ongewild de waarheid, daarmee haar eigen lot bezegelend. In de handen van Filidei en Pommerat leverde dit gegeven een klein burgerlijk drama op waar de scherpe randje van waren afgevijld. Ten dele gebeurde dit doordat het drama verpakt werd in een sfeertje van voortkabbelend burgerdom waarvoor Filidei veilige en weinig opwindende muziek schreef waarvan mij na afloop weinig was bijgebleven. Behalve de voortkabbelende zanglijnen belemmerde echter ook de enscenering de betrokkenheid van het publiek. Een speelvlak met acht gescheiden ruimtes in drie lagen bleek extra problematisch doordat veel van de handeling zich meer tegen de achterwand dan aan de voorzijde afspeelde, zelfs in die mate dat zendmicrofoontjes kennelijk noodzakelijk waren.
Flashback Ook hier een uitvoering met merendeels jonge solisten die, begeleid door een voortreffelijk spelend orkest van de Franse radio onder leiding van Emilio Pomàrico, over de gehele linie degelijk werk afleverden, maar die zich niet konden uitleven in rollen waarin zij konden tonen wat zij waard zijn. Een uitzondering vormde de ervaren Vincent Le Texier die van het korte optreden van de arts in het laatste bedrijf een klein juweeltje maakte waarvoor ik onwillekeurig recht overeind ging zitten. Al met al was het echter geen opera om nog eens te zien en evenmin een voorstelling die mij zal bijblijven. Maar de hernieuwde kennismaking met de verjongde Opéra Comique was een aangename verrassing! index |
||||||||