DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, mei 2021

 

Mozart: Così fan tutte

Elsa Dreisig (Fiordiligi), Marianne Crebassa (Dorabella), Andrè Schuen (Guglielmo), Bogdan Volkov (Ferrando), Lea Desandre (Despina), Johannes Martin Kränzle (Don Alfonso)
Wiener Staatsopernchor
Wiener Philharmoniker
Dirigent: Joana Mallwitz
Regie: Christof Loy
Decor: Johannes Leiacker
Kostuums: Barbara Droshin
Erato 9029505032
Opname: Salzburg, 28, 30 juli & 2 augustus 2020

 

Drie jonge Franse zangeressen die hard op weg zijn de internationale podia te veroveren, maakten een onvergetelijke voorstelling van een productie die eigenlijk bedoeld was als een noodgreep. Dat de honderdste Salzburger Festspiele ondanks corona doorgang moesten vinden, stond vast. Dat een van de grote opera's van Mozart daarbij niet mocht ontbreken eveneens. De oplossing werd gevonden in een 'uitgeklede' versie van Così fan tutte, een opera die overigens - niet alleen in Salzburg - pas betrekkelijk laat in het repertoire werd opgenomen.

Dat laatste is niet verwonderlijk. Zelfs nu zijn mensen die alleen naar het verhaal kijken en niet naar de wereld daarachter, nog steeds geneigd Così fan tutte af te doen als onbenullig niemendalletje waarin Mozart en Da Ponte de vrouwen belachelijk maken.
Dat het wellicht Mozart's beste opera is met een zo volmaakt libretto dat de componist er bijna niets meer aan kon toevoegen, ontgaat hun kennelijk. Zelfs ontbreekt bij velen het inzicht dat hier - evenals in Le nozze di Figaro en Don Giovanni - juist de mannen het onderspit delven.

Wie tekst en muziek bestudeert, kan alleen maar concluderen dat in Così fan tutte de vrouwen als morele winnaars uit het drama tevoorschijn komen. Fiordiligi werd door Mozart zelfs op een nog hoger voetstuk geplaatst dan Susanna of Donna Anna. Haar wanhoopsaria 'Per pietà' is een schrijnend psychologisch portret, de muzikale analyse van een emotioneel conflict waarmee weinig operamomenten vergeleken kunnen worden. En het later volgende duet 'Fra gli amplessi' brengt de komedie zelfs even op de rand van de tragedie.

Het contrast tussen Fiordiligi en haar zuster is evident, maar bij nadere beschouwing blijkt Dorabella door componist en librettist niet minder trefzeker getekend. En Despina steekt als karakter ver uit boven het traditionele vrijpostige dienstmeisje. Dat alles had bovendien muzikale gevolgen. Voor de mannenrollen in Così fan tutte zijn uitstekende zangers welkom, maar het mag ook een tandje minder, zeker als zij goede acteurs zijn. Voor de drie vrouwen zijn echter alleen de beste solisten goed genoeg!

In eerste instantie zag ik de voorstelling van vorig jaar uit Salzburg als een noodgreep. Het protocol rond COVID-19 eiste immers een voorstelling in één bedrijf van minder dan twee en een half uur met een minimum aan solisten. Voor Don Giovanni zijn negen solisten nodig, voor Le nozze di Figaro minstens tien, voor Die Zauberflöte nog meer, dus dirigente Joana Mallwitz en regisseur Christoph Loy hadden de opdracht gekregen om de meest intieme van Mozart's grote opera's aan de omstandigheden aan te passen.

Hoe onbevredigend dergelijke ingrepen ook zijn, de versie die uiteindelijk uit de bus kwam, kan ik alleen maar bijzonder knap noemen. Slechts een beperkt aantal nummers was geheel gecoupeerd en veel inkortingen waren zo knap uitgevoerd dat de muzikale dramaturgie er nauwelijks onder te lijden had. Wel was in de recitatieven drastisch geschrapt, maar nood breekt wetten en bovendien is het verhaaltje zo bekend en ook zo duidelijk gestructureerd, dat mede door de heldere regie van Loy het effect hiervan minimaal was.

Voor deze gelegenheid ontwierp Johannes Leiacker een eenheidsdecor dat in betrekkelijk korte tijd gerealiseerd kon worden. Een strak wit podium liep met een trapstructuur de orkestbak in, terwijl een geheel wit achterwand met twee paar openslaande deuren zich in de tweede helft even opende voor een uitzicht op een nachtelijke tuin. De sobere eigentijdse kostuums waren geheel in zwart-wit gehouden met alleen moderne fleur voor de twee 'Albanezen' en een paar kleurige elementen voor Despina als dokter.

De nauwe samenwerking tussen dirigente en productieteam leidde er echter toe dat het ontbreken van kleurnuances en pasteltinten in het toneelbeeld, exemplarisch werd voor zowel de regie als de muzikale benadering. Was in het spel van de zusjes nog iets te bespeuren van onderhuidse emoties en gevoelsschakeringen, het optreden van Don Alfonso en hun beider verloofden werd gekenmerkt door een spel van accenten en contrasten. Om eerlijk te zijn: ik zou de beide dames verloofden toewensen met meer gevoel voor romantiek en vooral meer empathie.

De directie van Joana Mallwitz ontwikkelde zich geheel langs de door de regie van Loy fel belichte paden vol contrasten en vaak sterk aangezette accenten. Wie het van emotionele en poëtische nuances doordrongen spel in zijn oren heeft, dat de Wiener Philharmoniker onder Karl Böhm in deze partituur ontwikkelden, zal soms mogelijk het gevoel hebben dat hij wel de melodieën maar niet de muziek herkent.

Mallwitz' Mozart is er een van felle attaques, strakke ritmes en precisie in de accentueringen. Dat lijkt de moderne Mozart-stijl die we ook bij sommige andere jonge dirigenten terugvinden, maar als ik eerlijk mag zijn: mijn Mozart is het niet! Die is humaner, menselijker en veel minder gericht op vertoon van virtuositeit. Zijn partituren, ongeacht of het die van grote opera's of 'simpele' pianosonates betreft, zijn vervuld van warmte, liefde voor de mens en begrip voor de menselijke natuur. Geen demonstraties van verkild uiterlijk vertoon.

Het sterkst komt die moderne benadering hier tot uiting in de zang van de drie heren. Hun uit de hand gelopen weddenschap, met cynische ironie ingezet door Don Alfonso en met naïef idealisme aangegaan door Ferrando en Guglielmo, wordt hier een keiharde competitie van macho's die tot elke prijs gelijk willen krijgen. Geen middel wordt daarbij ontzien en geen golf gaat te hoog, wat zich muzikaal vertaalt in meer vocaal geweld naarmate de emoties hoger oplopen.

Nooit eerder heb ik in dit werk zoveel ongenuanceerde ff-uithalen en zoveel bijna schreeuwerige zang gehoord, terwijl noch de partituur noch de akoestiek van het Großes Festspielhaus daartoe aanleiding geeft. Het is de muzikale vertaling van een regie waarin dirigente en solisten hoorbaar meegaan. Aan de andere kant zitten in diezelfde regie ook talloze details waarmee Loy wel weer zijn inzicht bewijst: de emoties op het gezicht van Ferrando als hij Fiordiligi's 'Per pietà' afluistert, de emoties van Guglielmo en Don Alfonso tijdens het duet 'Fra gli amplessi', Ferrando's zichtbare verscheurdheid na dat duet enz.

Die regiedetails zijn echter vooral visueel en vinden onvoldoende neerslag in de zang. Don Alfonso is bij Mozart niet honderd procent cynicus, maar bezit wel degelijk ook de humor die voor vriendschap nodig is en de empathie voor 'Soave è il vento', maar dat hoor ik in de zang van Johannes Martin Kränzle te weinig.

Andrè Schuen's Guglielmo (de accent grave op Andrè is geen tikfout!) is meer een door Don Alfonso's cynisme geïnspireerde doordrammer dan een vrolijke levensgenieter. En de monochrome Ferrando van Bogdan Volkov mist zowel het lyrische mezza voce voor 'Un' aura amarosa' als de wanhoop en de sensualiteit die moeten doorklinken als hij in 'Fra gli amplessi' Fiordiligi emotioneel overrompelt.

De vertolkingen van de drie jonge Françaises veegden echter alle mogelijke bezwaren naar de achtergrond. De bekendste van de drie is Marianne Crebassa, bij DNO enkele jaren geleden het grote lichtpunt in een niet geheel geslaagde Nozze di Figaro en door mij eerder gesignaleerd als een verrassend individuele Orphée van Gluck (klik hier). Haar kleurrijke timbre, uit duizenden herkenbaar, is ideaal voor een opera met zoveel duetten, haar vertolking is doordrongen van levenslust, nieuwsgierigheid en humor (al dempt de regie van Loy dat af in 'È amore un ladroncello') en met het grootste gemak beheerst zij al haar scènes ook visueel.

De iets jongere Elsa Dreisig was voor menigeen een verrassing. Voor mij waren dat anderhalf jaar geleden al haar Elvira in I puritani in Parijs (klik hier) en haar met een Edison bekroonde debuutrecital (klik hier), inmiddels online gevolgd door Massenet's Manon in Hamburg en gravin Almaviva in Berlijn. Haar Fiordiligi komt aanvankelijk broos en dromerig over, alsof haar liefde voor Guglielmo iets te veel geïdealiseerd is, maar juist dat maakt het extra navrant als zij zich realiseert dat zij minstens evenveel voelt voor haar nieuwe geliefde.

Dat alles wordt weergegeven door een uitmuntend gehanteerde sopraanstem met een timbre dat overkomt als puur fluweel. Jammer dat Mallwitz niet de kunst verstaat haar timbre en dat van Crebassa te laten versmelten zoals Böhm dat deed met Della Casa en Ludwig, daarna Schwarzkopf en Ludwig en tenslotte Janowitz en Fassbaender. Dirigenten van de oude school waren meesters op dat punt, maar veel moderne dirigenten missen daarvoor niet alleen de oren. Zij missen vooral het vakmanschap. Een vakman (of vakvrouw) weet dat echte ensemblezang iets anders is dan alleen maar samen zingen!

Maar de grote ontdekking van deze Così fan tutte is voor mij de Despina van Lea Desandre, een lichte mezzosopraan in de Franse traditie (bij Mozart staan de drie dames overigens als sopraan genoteerd in de volgorde Fi-Do-De). Dit aanstormende vocale talent dat ik reeds enkele malen eerdere signaleerde, onder andere als een opvallend jeugdige Messagiera in Monteverdi's Orfeo (klik hier), blijkt een Despina uit duizenden: speels, vocaal overrompelend en met een spel dat haar als actrice tot de ster van het ensemble maakt. Het wachten is op haar eerste, reeds door Erato aangekondigde solo-cd!

Een Così fan tutte die aanvankelijk niet meer leek dan een historisch document, heeft dankzij drie jonge zangeressen snel na de tv-uitzending een ereplaats in mijn kast ingenomen, ondanks het tv-geluid. Dankzij de dvd is die zelfgebrande kopie nu vervangen door een officieel exemplaar met de muziek in volwaardige cd-kwaliteit met daarbij een aantrekkelijk dvd-boekje (inclusief tracklist!).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links