DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, november 2017

 

Monteverdi: L'Orfeo (La favola d'Orfeo)

Cyril Auvity  (Orfeo), Hannah Morrison (Euridice, La Musica), Paul Agnew  (Apollo, Eco), Miriam Allan  (Proserpina, Ninfa), Lea Desandre (Messagiera, Speranza), Carlo Vistoli (Spirito inferenale, Pastore), Sean Clayton (Pastore), Zachary Wilder  (Spirito infernale, Pastore), Antonio Abete (Plutone, Spirito infernale, Pastore), Cyril Costanzo (Caronte, Spirito infernale)
Les Arts Florissants
Dirigent & regie: Paul Agnew  
Harmonia Mundi HMD 9809062.63 (dvd & Blu-ray)
Opname: Caen, 28 februari 2017

 

Al snel na de met veel smaak gerealiseerde L'Orfeo van Luigi Rossi (klik hier en hier) kwam Harmonia Mundi met een productie van Monteverdi's La favola d'Orfeo, een werk dat aan het begin van onze operageschiedenis staat. Feitelijk is dat natuurlijk onjuist - het 'dramma in musica' op basis van de door Caccini gedefinieerde 'stile rappresentativo' was toen al een jaar of vijftien oud - maar het was wel het eerste echte meesterwerk binnen het nieuwe genre. Ook kunnen we stellen dat het echte 'muziekdrama' begint met deze Orfeo, om precies te zijn: halverwege het tweede bedrijf, bij de opkomst van de Messagiera. Wat daaraan voorafgaat is nog een divertissement in de sfeer van Florentijns intermedio en madrigaalkomedie. Bij de opkomst van de boodschapster met het bericht van Euridice's plotselinge dood gaat het vertellen en schilderen echter over in meevoelen en meebeleven, niet alleen van de dramatis personae, maar ook - en bij een goede uitvoering meer nog - van de toeschrouwers.

Hoe het publiek in 1607 in het Palazzo Ducale te Mantua dit muziekdrama heeft beleefd, weten we evenmin als hoe het precies werd uitgevoerd. Over het scenische aspect en de reacties van de toeschouwers weten we zelfs nog minder dan over de muzikale kant, waarover in edities uit 1609 en 1615 nog informatie wordt gegeven aangaande de instrumentatie, zowel in grote lijnen als met betrekking tot specifieke momenten. Uitgangspunt bij de bezetting was daarnaast voor deze productie enerzijds de zaal waarin het werk in première was gegaan en anderzijds de ervaringen die Paul Agnew had opgedaan met zijn opnamen van Monteverdi's madrigalen. Mede op basis van wat we weten over de door Monteverdi zelf gehanteerde uitvoeringspraktijk besloot hij daarom de bezetting van de ensembles te reduceren tot één zanger per stem.

Het resultaat is een intiem vocaal ensemble met ook nog een dozijn instrumentalisten in het 'orkest' en vijf voor de basso continuo. In een door hemzelf ontworpen regie plaatste Agnew die musici bovendien op het toneel en liet hij sommige tussen de zangers door bewegen, wat de levendigheid niet weinig ten goede kwam. Daarnaast lijkt intimiteit ook stilistisch het sleutelwoord. Wat we zien en horen is het tegenovergestelde van het renaissancistische spektakel dat de Florentijnse intermedii twintig jaar eerder aan het hof van Ferdinando de' Medici moeten hebben opgeleverd. Agnew voert La favola d'Orfeo uit als een intiem herdersspel zonder enige uitbundigheid, ook niet in de befaamde toccata die hier in het drama geïntegreerd wordt, en evenmin met 'grote stemmen'.

Dat laatste is even wennen, zeker op dramatisch 'grote' momenten als het verhaal van de Messagiera en de scène met Caronte, culminerend in Orfeo's 'Possente spirto', waar Agnew ook door de keuze van zijn solisten iedere associatie met 'grote opera' vermijdt. De menselijke Caronte van Cyril Costanzo is eerder een hersenschim die bezworen moet worden dan een dreigende kracht wiens onverzettelijkheid gebroken moet worden. Gelukkig maar, want die vocale kracht heeft de Orfeo van Cyril Auvity hier niet. Ondanks een sympathieke stem en een verzorgde voordracht is hij niet de begenadigde Orpheus uit de mythologie die met zijn zang rotsen beweegt en wilde dieren weet te temmen. Agnew en Auvity tonen vooral de menselijke kant van de man die zijn grote liefde verliest en dat bevalt mij bijzonder. Een Orfeo die zelfs in zijn grootste smart niet vergeet zich waar te maken als de grootste zanger aller tijden, heeft toch iets narcistisch en soms verdenk ik hem ervan dat hij Euridice alleen maar wil terughalen om te kijken of zijn zang daartoe in staat is.

De andere solisten, onder wie Agnew zelf als Apollo, overtuigen meer door hun betrokkenheid dan door indrukwekkende vocale prestaties met één uitzondering: de Messagiera van Lea Desandre. Deze jonge Frans-Italiaanse zangeres (*1993) blijkt een echte mezzospraan, een sopraan met een 'lage kern' dus, en met haar ontwapenende presentatie maakt dat de Messagiera nu eens niet tot de noodlotsbode die we gewend zijn. Ongetwijfeld vond Agnew de sleutel in de woorden: 'Daar is de lieve Silvia, de boezemvriendin van Euridice' en dat is precies wat we hier zien: een vriendin, een leeftijdgenote die overmand is door onverwerkt verdriet. En dat gezongen met een stem om voor te knielen. De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat Desandre later minder op haar plaats is als Speranza, een rol die vraagt om meer diepte in de stem.

Een 'reconstructie' van de voorstelling in Mantua wil deze voorstelling niet zijn, maar de sfeer van menselijkheid en integriteit staat lijnrecht op menige uitvoering die meer op het moderne operatheater gericht is. Daarbij past een 'historische' enscenering in soms rembrandteske kleuren op een sfeerrijk verlicht toneel, met een paar menhir-achtige objecten in het decor en met links en rechts de zitplaatsen voor de grotere instrumenten. Jammer hooguit dat niet in de slotfase even een 'echte regisseur' werd ingeschakeld voor de finishing touch in de bewegingen en de gebaren. Die doen nu af en toe denken aan een acteerstijl die inmiddels een beetje achterhaald is.

Evenals bij Rossi's Orfeo combineert Harmonia Mundi in één klaphoes een dvd en een Blu-ray Disc, beide met een fraai audiokanaal dat een warme, heldere theaterklank weergeeft in 5.1x48kHzx met 448kbps (dvd) en een variabele 2,5 Mbps (Blu-ray). Groot verschil: ditmaal is de opname wel in tracks opgesplitst en zowel die lijst als de synopsis staat keurig in het begeleidende boekje vermeld. Ook toont de foto op de cover ons ditmaal Euridice samen met Orfeo. Het kan dus wel goed!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links