CD-recensie Spectaculaire debuut-cd
© Paul Korenhof, november 2019 |
Vorige maand bezorgde een 28 jaar oude sopraan mij een van de grootste vocale verrassingen van mijn leven, en zelfs in een opera waarvan ik dacht dat de enige ideale uitvoering in mijn hoofd zat. Waar het de beide hoofdrollen betrof, werd een uitvoering van Bellini's I puritani in Parijs een belevenis om niet snel te vergeten. De tenor Javier Camarena deed de tijd van Rubini herleven en de mij totaal onbekende Elsa Dreisig overrompelde door stem en techniek en bleef tegelijk kwetsbare meisje waar de opera om vraagt. (klik hier) De eerste recital-cd van Dreisig blijkt even opmerkelijk, zelfs vóór het cellofaan eraf is. Een titel als 'Miroir(s)' kan natuurlijk alle kanten op en hier gebeurt dat ook, vanaf de spiegel die Marguerite zichzelf voorhoudt via de befaamde 'spiegel-aria' van Thaïs tot de spiegelende zilveren schaal waarin Salome het hoofd van Johannes de Doper geserveerd krijgt. Daarnaast worden rollen en personages van twee kanten bekeken: we ontmoeten ook de veel ingetogener Salome van Massenet, wiens Manon hier bovendien tegenover die van Puccini wordt gesteld. Verder horen we twee visies op Juliette die zelfs doorgewinterde operakenners voor verrassingen zullen plaatsen, en we ontmoeten Rosina bij Rossini vóór en bij Mozart ná haar huwelijk met graaf Almaviva. Qua repertoirekeuze zijn die laatste twee aria's de minst opmerkelijke en daarom is het jammer dat niet gekozen werd voor de Frans zingende Rosina die lang zo populair was in de Opéra Comique. Die traditie past beter bij de lyrische sopraan van Dreisig en wellicht had de tekst dan nóg sprankelender kunnen klinken. Ook in het Italiaans geeft Dreisig echter een verrukkelijke vertolking, al herinner ik mij uit het theater een fractie meer glans in de hoogste coloraturen. Wel combineert het Italiaans beter met een heerlijk jeugdig 'Porgi amor' uit Le nozze di Figaro, want laten we eerlijk zijn: evenals deze zangeres is gravin Almaviva echt de dertig nog lang niet gepasseerd! Het 'grote werk' op deze cd is echter het Franse repertoire, beginnend met een prachtig genuaneerde juwelenaria waarin Marguerite nu eens niet tevoorschijn komt als een virtuoze prima donna, maar als een jong meisje dat vol verbazing in een spiegel kijkt. Even fraai virtuoos en zorgvuldig afgewerkt maar iets minder sterk getypeerd klinkt de daarop volgende aria van Thaïs. De hoofdpersoon uit Massenet's gelijknamige opera is immers bepaald geen meisje meer, maar een courtisane met een fikse dosis levenservaring, en dat laatste hoor ik in de zang van Dreisig toch minder doorklinken. Een hoogtepunt vormen daarna de beide Manons, wel weer jonge meisjes wat bij vertolksters van Puccini's muziek niet altijd te horen is. Dreisig klinkt echter volledig zoals ik mij de heldin van Prévost in een Parijse salon voorstel: jong, elegant, charmant en zeer bewust van haar eigen verleidingskunsten. Of Dreisig ook de dramatiek van de volgende bedrijven al kan waarmaken, weet ik niet, maar dat is hier ook niet van belang. Wel dat zij een fraai contrast creëert door daarna in Massenet's 'Adieu' aan dezelfde karakertiseringen een dosis Franse finesse en doorvoelde weemoed, zelfs wroeging toe te voegen. Dit is exact de zangeres die mij in Parijs verblufte als Bellini-vertolkster! Het tweede hoogtepunt is een tour-de-force, muzikaal en in karakteriseringskunst. Eerst horen we Shakespeare's Julia in een onbekende Roméo et Juliette uit 1793, de eerste opera van de vergeten Duitse componist Daniel Steibelt (1765-1823) die zich in 1790 in de Franse hoofdstad gevestigd had. Wat we hier horen is uitstekende, van vroege romantiek doortrokken muziek die sterk aan Méhul doet denken, misschien iets te dramatisch voor een meisje van 14 of 15 jaar, maar subliem vertolkt. Meteen daarop volgt een andere verrassing, ditmaal uit Roméo et Juliette van Gounod. Doordat de muziek in Gounod's opera waarbij Juliette het vergif van Frère Laurent inneemt, door de creatrice Madame Carvalho en andere 'lichte' sopranen als te zwaar werd beschouwd, ontstond de traditie om die aria weg te laten. In de vertolking van Dreisig, die er duidelijk geen problemen mee heeft, horen we wel de complete scène, inclusief een cantabile dat blijkbaar al eerder gesneuveld was en dat voor deze cd boven water werd gehaald door (hoe kan het anders?) Palazzu Bru Zane. De uitsmijter aan het slot is echter adembenemend. Na een helemaal in stijl gezongen 'Il est doux, il est bon' uit Hérodiade, met Salomé als een echte Massenet-heldin vol lieftalligheid en pasteltinten, besluit Dreisig haar recital met de slotscène uit Salome van Strauss. Of beter: uit Salomé, want we horen hier de versie waarin Strauss zijn noten aanpaste aan de Franse tekst van Oscar Wilde. Eindelijk Salomé als jong meisje, vertolkt door een artieste die muzikaal alles uit die enerverende scène weet te halen wat erin zit! Wel betwijfel ik ook hier of zij deze rol al in het theater zou kunnen zingen (problemen met de verstaanbaarheid wijzen in een andere richting), maar het is zonder meer een spectaculaire bekroning van deze cd! Bij dit alles wordt de Frans-Deense soliste voortreffelijk begeleid door een Frans orkest onder leiding van een Deense dirigent. Bij de keuze van de laatste zal bovendien hebben meegespeeld dat Michael Schönwandt zich met een complete opname voor Chandos al profileerde als de juiste dirigent voor Salome. Het is ook duidelijk niet alleen de verdienste van Dreisig dat de cd zo imponerend besloten wordt! Onder supervisie van voormalig EMI-producer Alain Lanceron, gepokt en gemazeld in het operavak, kwam een schitterende opname tot stand met ook een voortreffelijke klankbalans in de combinatie van zulke uiteenlopende muzieksoorten. Wel jammer dat noch de nominatie voor een Edison noch de (terechte!) toekenning daarvan voor distributeur Warner aanleiding was een in augustus ingezette winterslaap te onderbreken. Daarom een tip: via internet kunt u deze cd in het buitenland vinden voor minder dan tien euro. Daar komen dan wel verzendkosten bij, maar ik wil het toch niet onvermeld laten. index |
|