Opera en operette

Tosca in Stockholm:
minder is meer

 

© Paul Korenhof, maart 2021

 

Puccini: Tosca
Malin Byström (Floria Tosca), Daniel Johansson (Mario Cavaradossi), Lukasz Golínski (Baron Scarpia), Jeremy Carpentere (Cesare Angelotti), Markus Schwartz (Il sagrestano), Polisman Niklas Brörling Rygert (Spoletta), Kalfaktor John Erik Eleby (Sciarrone), Mattias Milder (Un carceriere), Hanna Schieja (Un pastore)
Kungliga Hovkapellet
Dirigent: Matteo Beltrami
Stockholm, februari 2021
https://www.operanplay.se/performances/opera/

Anders dan Lotte de Beer schijnt te menen (klik hier) worden solisten vooral gecast op grond van hun stem en hun kwaliteiten als vertolkers, en niet op grond van hun etnische achtergrond. Zoals 'witte' solisten altijd al probleemloos werden ingezet voor Aida of Otello, zo worden solisten met een Afrikaanse, Aziatische of Afro-Amerikaanse tegenwoordig gelukkig in de meeste theaters zonder enige probleem gekozen als Traviata, Macbeth, Pelléas, Sieglinde en zelfs als Jago, de meest racistische van alle operaschurken.

Nauwelijks twee weken na de Aida uit Parijs, met tot ongenoegen van Lotte de Beer een 'witte' protagoniste, leverde de Weense Staatsopera van dat alles weer een bewijs: La traviata met in de hoofdrol Pretty Yende. Saillant detail: het betrof hier dezelfde productie van Simon Stone waarin diezelfde zangeres anderhalf jaar geleden opzien baarde bij de Opéra de Paris. Hoewel ik toen niet helemaal gelukkig was met die productie, was het scènisch en muzikaal een evenement van de eerste orde dat ik voor geen goud had willen missen (klik hier).

Het terugzien van die productie werd een ervaring, al was het maar om Pretty Yende, toen tegenover Benjamin Bernheim, nu geplaatst te zien tegenover Juan Diego Florez. Yende, die in Parijs een magnifiek roldebuut maakte, bleek (nog) meer met het personage vergroeid, Dat kwam al tot uiting in de intensiteit van haar frasering tijdens het duet met Germont père en het maakte haar afscheid van Alfredo aangrijpend. Haar stemkleuring daar deed mij zelfs denken aan Renata Scotto in het derde tafereel van de DG-opname onder Votto, voor mij een hoogtepunt in de hele Traviata-discografie!

Flórez stond vocaal op het hoge niveau dat we van hem gewend zijn, maar als karakter kwam de Alfredo van Bernheim in Parijstoch beter uit de verf, en als vader Germont wandelde Igor Golovatenko een beetje rond zonder dat zijn voordracht veel van zijn beweegredenen duidelijk maakte. Ook bij de overige personages miste ik de detailwerking die ik me herinner uit de grondig gerepeteerde Parijse voorstelling, maar het loont de moeite om de site van de Staatsoper (wiener-staatsoper.at) in de gaten te houden met het oog op herhalingen. Voor de volledigheid: de streamings vanuit Wenen beginnen 's avonds om 19.00 uur, maar precies op tijd inloggen is niet nodig: ze blijven 24 uur beschikbaar.

Inmiddels werd bekend dat La traviata zal worden herhaald op 12 maart. De avond daarvoor, 11 maart, is gereserveerd voor een speciale productie van Falstaff onder leiding van Zubin Mehta, waarbij de regie geheel is afgestemd op Verdi's partituur.

Tosca uit Stockholm
Een andere opmerkelijke streaming is Tosca uit de Koninklijke Opera in Stockholm, als productie finaal het tegengestelde van zowel de Aida uit Paris als de Traviata uit Wenen. Hier geen productie die beheerst wordt door een regisseur die ofwel het verhaal met een overvloed aan beelddetails moderniseerde (Stone - La traviata) ofwel het geheel ondergeschikt maakte aan elementen die niets met de opera maar alles met de preoccupaties van de regisseur te maken hadden (De Beer - Aida).

Aan de andere kant is het onjuist om te stellen dat er in Stockholm helemaal geen regie was. Integendeel! Het decor was het theater zelf dat soms wondermooi belicht werd en waarin de camera met veel smaak - zij het met erg veel wisselingen - ronddwaalde. Achterop het toneel zat het orkest (coronaproof) en over de orkestbak heen was een speelvlak neergelegd voor de solisten die de handeling uitbeeldden in neutrale maar uitstekend gekozen eigentijdse kleding en zonder enige decor of ander hulpmiddel - alleen een uitgekiende belichting (bijvoorbeeld het slot van de kerkscène!).

Scène uit Tosca - Stockholm

Eigenlijk is 'de handeling uitbeelden' hier geen goede formulering, want zelfs die handeling bleef tot een minimum beperkt: geen schilderij, geen mes en kandelaars, geen brief en ring, niets! Het leek een concertante uitvoering waarin alleen gelopen, bewogen en naar elkaar gekeken werd, maar ondertussen kwamen Puccini's karakters wel tot leven op een manier waarbij menige zes weken lang gerepeteerde voorstelling in het niet viel. Deze Tosca draaide helemaal om het drama en de emoties die in de partituur besloten waren, en werd daarmee meeslepender en overtuigender dan menige scenisch 'volwaardige' voorstelling!

Opvallend aan de muzikale benadering was het ontbreken van de vaak exuberante dramatiek waaronder Puccini's partituur al te vaak wordt bedolven. In plaats van op grootse effecten onthaalde dirigent Matteo Beltrami de tv-kijker op lyriek en delicate kleuren, en niet alleen in de morgenschildering van het voorspel tot de derde akte. Eenzelfde scala aan schakeringen als we zagen in de subtiel-dramatische belichting klonk ook op andere momenten op uit het spel van de Koninklijke Hofkapel. Het leidde ook muzikaal tot een aanmerkelijk subtielere Tosca dan we gewend zijn.

In dit op alle fronten andere 'decor' bewoog zich een solistenteam dat geheel gerecutreerd leek uit vaste krachten van de Opera van Stockholm met als 'ster' Malin Byström. Zij zong hier enkele jaren geleden een lyrische Salome met een opvallend 'ladylike' uitstraling en dergelijke kwalificaties zijn eveneens van toepassing op haar Tosca. Haar interpretatie lijkt meer beheerst door een onderstroom van gevoelens, dan door primaire, ongebreidelde jaloezie. Alsof zij niet echt jaloers van aard is, maar eerder achterdochtig op grond van eerdere ervaringen met haar geliefde Mario.

Callas zei ooit dat zij nooit heeft begrepen wie Tosca eigenlijk was en waardoor zij zich liet leiden - behalve dan door die onbeheersbare jaloezie. Byström probeert op die vragen antwoord te geven met een vertolking die Tosca menselijker maakt en ook sympathieker dan vaak het geval is. Zowel in haar eerste duet met Cavaradossi als in haar scènes met Scarpia zien we een vrouw in wier blikveld zich meer bevindt dan alleen felle passie en nog fellere jaloezie. En dat alles gezongen zonder de traditionele borststem-dramatiek, maar met een prachtig gehanteerde sopraan die eerder associaties oproept met Mozart's Donna Elvira.

De Cavaradossi van Daniel Johansson wordt gezongen met een krachtige, in stemkleur gedifferentieerde tenor, maar klinkt hier toch wat larmoyant. Meer in de lijn van Beltrami en Byström ligt de wat ingehouden maar scherp geprofileerde Scarpia van de Poolse bariton Lukasz Golínski. Goede bijrollen maken het geheel tot een uitmuntend voorbeeld van een productie zoals we die kunnen verwachten van een van de weinige theaters waar de solisten nog een ensemble vormen.

 


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links