Opera en operette Aida in politiek correcte regie
|
||||||||||||||||
Verdi: Aida Meteen nadat vorig jaar de theaters moesten sluiten, vertrouwde de Opéra de Paris de in die periode gespeelde producties van Manon en Don Giovanni aan het internet toe. Het bericht dat dit eveneens zou gebeuren met de voor 18 februari jl. geplande première van Aida zorgde wederom voor een evenement om naar uit te zien. Vanwege de bezetting met Sondra Rdavanovskye en Jonas Kaufmann, maar ook omdat de regie in handen was van de Nederlandse Lotte de Beer.
Extra nieuwsgierig werd ik door uitspraken van Lotte de Beer in Trouw en het Volkskrant Magazine die mij soms de wenkbrauwen deden fronzen. Zo ontdekte zij in Aida thema's als kolonialisme, racisme, slavernij, roofkunst en seksisme, zaken die ik er nog nooit in gezien had, maar die natuurlijk wel lekker actueel zijn voor een regisseuse die de aandacht moet trekken. Bovendien zei zij in Trouw: Op mij kwam dit vreemd over. Kenmerkend voor het huidige theater is juist dat huidskleur niet meer belangrijk is en ook niet mág zijn - een uitzondering als Porgy and Bess daargelaten. Moeten we van Otello nog constateren dat zijn afkomst van invloed is geweest op de plot en zijn karakter, bij de Ethiopische prinses Aida speelt dat zelfs helemaal niet mee. Haar huidskleur is niet meer dan een onbetekenende bijkomstigheid. 'Witte' zangeressen Pijnlijk is wel dat haar woorden kunnen leiden tot de conclusie dat De Beer dit alles de Parijse directie verwijt. Alleen al in het vorige seizoen presenteerde de Opéra een spectaculaire La traviata met Pretty Yende en een paar maanden later keerde deze Zuid-Afrikaanse terug voort misschien wel de meest Franse en meest 'witte' rol die maar denkbaar is: Massenet's Manon. In datzelfde seizoen programmeerde het theater trouwens ook nog een opmerkelijke 'multi-culti' productie van Rameau's Les Indes galantes. Slavernij en racisme? Nog belachelijker is de suggestie van racisme in Aida. De historische achtergrond (maar ook niet meer dan dat!) is een oorlog tussen Noord-Afrikaanse volkeren, de Egyptenaren en de Ethiopiërs. Is het dan vreemd dat zij op het toneel werden uitgebeeld als Egyptenaren en Ethiopiërs? Het is toch ook niet vreemd als Madama Butterfly eruit ziet als een Japanse? Of Turandot als een Chinese prinses? Wat dat met racisme te maken heeft, ontgaat mij volkomen! Eigenlijk zou ik ook nog moeten ingaan op de termen kolonialisme en seksisme, allebei momenteel eveneens in de mode. Van het laatste heb ik inderdaad sporen gevonden, maar niet in Verdi's opera. Een zekere mate van seksisme zie ik echter wel in de 'man-onvriendelijke' manier waarop De Beer in deze Aida een bijzonder sullige Egyptische legerleider Radamès neerzet! Misverstanden Een ander probleem bij Aida is het spektakel waarmee het al ruim een eeuw wordt omgeven. Slechts weinigen beseffen dat vooral de laatste twee bedrijven behoren tot het intiemste wat Verdi geschreven heeft met een overdaad aan pp, ppp en zelfs pppp. En de 'pompeuze' triomfmars klinkt veel minder pompeus met een orkest en een koor van de omvang die Verdi voor ogen stond. Dan blijkt hij eerder een parodie op de grand-opéra. Met anddere woorden: pompeus is niet de triomfmars maar de manier waarop die meestal wordt uitgevoerd. De stelling dat Aida iets zegt over de tijd waarin het werk ontstond, 1870-1871, maakt het niet verwonderlijk dat De Beer haar enscenering ook daarin geplaatst heeft. We zien dus een maatschappij die zich amuseert met museumbezoek en tableaux vivants, iets waartoe de echte Parijzenaars tijdens de Frans-Duitse oorlog de lust snel verging. En als Radamès die strijd als generaal was ingegaan, zou hij er beslist niet triomferend uit zijn teruggekeerd. Kortom: Lotte de Beer wil het Europa uit die dagen aan de kaak stellen aan de hand van een verzonnen verhaal dat zij ophangt aan een opera van Verdi. Waar zij tekst en situatie gebruiken kan, doe zij dat soms bijzonder knap en niet ontbloot van inventiviteit. Aan scènes die niet in haar concept passen, geeft zij echter een draai die weinig of niets met de opera te maken heeft.
Opera over egyptologie
Als Radamès tot generaal is benoemd, wordt dat in het museum gevierd met citroengele champagne. Daarna krijgt hij een rondleiding van Ramfis, de directeur van het museum, die hem ook de strijdwagen van Toetanchamon laat zien (die pas zestig jaar later ontdekt zou worden . . .). In het tweede bedrijf zien we na ht duet van Amneris en Aida op de muziek van de triomfscène een reeks tableaux vivants. Met de opera hebben die niets te maken, met de tekst 'Gloria all'Egitto' nog minder, maar het is grappig gedaan, zeker met al die mondkapjes van koorleden en figuranten.
Bovendien zien we als één van die tableaux het planten van de Amerikaans vlag op Iwo Jima in 1945. Gevoel voor humor heeft Lotte de Beer wel!
Het vervolg levert vraagtekens op. Radamès komt als veldheer niet echt uit de verf en dat werkt door op zijn onduidelijke relatie met Amneris en op zijn uitspraken over de gevangenen. Nog problematischer is de opkomst van Amonasro, een halve tweede pop (alleen een torso met een hoofd en twee armen) die kennelijk voor iedereen gaat leven. Hij gaat zelfs met de koning in discussie! Als toeschouwer vraag je je dan toch af in wat voor vreemde wereld je verzeild bent geraakt. De Nijl-akte Bij dat alles illustreren de solistische partijen de overgang van het 19de-eeuwse bel canto naar het opkomende realisme. Dat wordt in die Nijl-akte vooral geïllustreerd door de vocalistiek Aida's bekende romance, geconstrueerd in vrije bogen waarin Verdi afziet van de strofestructuur. De scène met Amonasro is bepaald niet het langste van Verdi's vader-dochterduetten, maar wel het meest intense met een combinatie van vader-dochterliefde, vaderlandsliefde, woede, manipulatie, wanhoop en overgave. Aida's gepassioneerde duet met Radamès kan daar in intensiteit niet tegenop, maar weinig liefdesduetten hebben zo'n sterke dramatische werking. En het korte, heftige slot van de akte behoort tot de knapste muziekdramatische finales uit de hele operaliteratuur.
Van intimiteit en emoties blijft echter weinig over op een toneel waarop twee poppen de personages uitbeelden, terwijl de zangers daarbij de tweede viool spelen en er ook nog eens vijf poppenspelers druk doende zijn. Als Amonasro's plaats wordt ingenomen door Radamès, blijkt dat geen verbetering. Van een 'liefdesduet' blijft weinig over als het aanbeden object een pop is. Eerder lijkt het of Radamès toe is aan een goede psychiater!
Slottafereel
Het slot toont Radamès tussen kapotte poppen op zoek naar Aida. Ook hier een duet met een pop maar overtuigender dan voorheen, allereerst doordat de inmiddels behoorlijk irritante poppenspelers minder zichtbaar en uiteindelijk zelfs geheel afwezig zijn. Echt indrukwekkend wordt de scène echter door de zang van de solisten en het spel van het Parijse operaorkest onder leiding van Michele Mariotti. Stelde ik al dat de laatste bedrijven behoren tot het intiemste wat Verdi geschreven heeft, voor Mariotti werd dit blijkbaar zijn uitgangspunt voor de hele opera. Met delicaat gefraseerde crescendi, warm gekleurd legatobogen en schitterend doorzichtig orkestspel (driewerf bravo voor de Parijse musici!) bewijst hij dat de gehele opera behoort tot het fijnzinnigste wat Verdi heeft gecomponeerd. In Radvanovsky's Aida zijn frasering en kleuring volledig één met de tekstexpressie en dan blijkt ook hoe geniaal Verdi die teksten in muziek omzette. Aanduidingen als marcato, crescendo of con passione vloeien zodanig uit die tekst voort, dat aanvoelen van de tekst bijna vanzelf leidt tot de juiste frasering. Ook zonder Verdi's aanwijzingen. En dat alles bekroont Radvanovsky met een paar van de mooiste pianissimi en morendi die ik ooit gehoord heb, in het bijzonder in 'Ritorna vincitor', haar 'Numi, pietà' aan het slot van het duet met Amneris, in 'O patria mia' en tijdens de slotscène. Het is alsof Tézier weet dat hij een moment heeft bereikt waarop alles 'lukt' en dat leidt hier tot een Amonasro die alle registers open durft te trekken. Zijn dictie is daarbij uitzonderlijk en 'Dei faraoni tu sei la schiava' klinkt dan ook niet als puur vocaal vertoon. Het wordt een huiveringwekkend verwijt waarvan je je kunt voorstellen dat Aida's weerstand erdoor gebroken wordt. index |
||||||||||||||||