DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, augustus 2023

 

Korngold: Die tote Stadt

Jonas Kaufmann (Paul), Marlis Petersen (Marietta, Marie), Andrzej Filonczyk (Frank, Fritz), Jennifer Johnston (Brigitta), Mirjam Mesak (Juliette), Corinna Scheurle (Lucienne), Manuel Günther (Gaston, Victorin), Dean Power (Graf Albert)
Beierse Staatsopera München
Dirigent: Kirill Petrenko
Regie: Simon Stone
Decor: Ralph Myers
Kostuums: Mel Page
Bayerische Staatsoper Recordings LC96744/BSOREC2001 (BD)
Opname: november 2019
(klik hier voor meer informatie over de opera zelf)

 

Sommige begaafde regisseurs met veel gevoel voor de zeggingskracht en de sfeer van de muziek hebben er geen probleem mee om een loopje te nemen met het libretto (bijvoorbeeld Damiano Michieletto die bij DNO Rigoletto en Il viaggio a Reims ensceneerde). Anderen vertonen het omgekeerde patroon. Zij geven een krachtige, in een helder kader gesitueerde weergave van het verhaal, vaak met een sterke personenregie, maar lijken totaal geen gevoel te hebben voor wat de muziek tot uitdrukking brengt.

Tot die laatste categorie behoort de Australische filmregisseur Simon Stone die de afgelopen jaren enkele opvallende ensceneringen van opera's heeft verzorgd. Een absolute 'hit' werd zelfs zijn visie op La traviata, gemaakt voor het Parijse Palais Garnier, al kort daarna overgenomen door de Weense Staatsopera en terecht een spraakmakende productie. Een feit blijft echter dat hij Violetta plaatste in een (moderne) wereld die de navrante en meest ontroerende elementen aan het werk onttrok - plus nog het feit dat hij de voorkeur gaf aan decors die akoestisch niet altijd even gunstig werkten. (klik hier).

Zo'n benadering door Stone blijke in nog sterkere mate uit zijn enscenering van Die tote Stadt, gemaakt voor het operatheater in Basel en overgenomen door de Beierse Staatsopera omdat de daar (voor Jonas Kaufmann) geplande nieuwe productie geen doorgang kon vinden. Over de akoestische gevolgen van het door Ralph Myers ontworpen draaitoneel, ditmaal met diverse afgescheiden kamers (hokjes dus), kan ik aan de hand van een videoregistratie niet goed oordelen. Wel over de situering. Die schildert een strakke, kale en vrijstaande bungalow (meer een blokkendoos) in een buitenwijk van een grote stad, waarbij ook het meubilair, de boeken en een bierfles op de keukentafel suggereren dat we ons in Duitsland bevinden.

Karaoke
De enige decoratie bestaat uit twee filmaffiches uit de jaren zestig, van Pierrot le fou van Godard en Blow-up van Antonioni, die beide symbolisch geduid kunnen worden. Vreemder is dat die tevens wijzen op een situering in die periode, terwijl de kleding een latere periode suggereert. Nog vreemder wordt het als Paul haar voor de vertolking van 'Glück das mir verblieb' in plaats van een luit ("zu der alten Laute gehört ein altes Lied") een microfoon geeft, waarna zij haar lied als karaoke zingt met behulp van een zeer 21ste-eeuwse laptop. Hier ontaardt de drang naar 'actualisering' weer eens in pure onzin!

Dat bij dat alles geen sprake is van een concreet Brugge, al dan niet 'historisch', is op zich geen probleem. Het feit dat ook de droomscènes in het tweede en derde bedrijf zich in en rond moderne woonvertrekken afspelen, zorgt echter dat zelfs de geringste associatie met de stad daaromheen, laat staan met een 'dode stad', bij voorbaat uitgesloten. Ieder spoor van melancholie en nostalgie wordt door dit kille, zakelijke toneelbeeld al bij voorbaat om zeep geholpen.

In de regie van Stone gebeurt hetzelfde. Er is duidelijk hard gewerkt aan het creëren van driedimensionale, tot in de details uitgewerkte karakters, en niet alleen van Paul en Marietta, maar voortdurend ontbreken de nuances en de pasteltinten die de personages een complex aan emoties geven. Als Paul bij herhaling zegt dat hij zich niet van die dode stad kan losmaken, en dat die zijn denken en reageren blijft beïnvloeden, wekt deze regie de indruk dat het probleem helemaal bij hemzelf ligt. Met andere woorden: de beste oplossing voor hem is hier vermoedelijk niet het verhuizen naar een andere stad, maar gewoon het zoeken van een goede psychiater!

Muzikaal sterk
Toch ben ik nooit eerder zo sterk van de muzikale kracht van Korngold's partituur overtuigd geweest als juist door deze registratie. Misschien komt het doordat ik het werk inmiddels zo goed heb leren kennen dat ik mij enigszins kan afsluiten van wat mij visueel zou kunnen storen. En misschien is het zelfs zo dat het wat koele, zakelijke beeld op het scherm het juist makkelijker maakte om in de muziek door te dringen.

Een feit is in ieder geval dat ik tot nu toe vooral geboeid werd door het eerste en derde bedrijf, en dat het als drama problematischer tweede bedrijf mij wat ongeduldig naakte. Hier gebeurde dat niet en dat is ten dele te danken aan de kracht die uitgaat van de beide hoofdrollen, maar vooral aan dirigent Kirill Petrenko. Korngold's partituur wordt bij hem een hoogpolig klanktapijt, meeslepende van frasering en zonder iets van de sentimentaliteit die bij dit werk toch op de loer ligt. Angst voor brede tempi heeft Petrenko daarbij niet en tijdens de slotscène maakt hij het daardoor Kaufmann bepaald niet makkelijk. Maar zelfs daar klinken de emoties intens en echt, zonder een spoor van fondant of effectbejag.

In het verleden gaf Kaufmann's zingen mij regelmatig het gevoel dat het enigszins bestudeerd klonk. Dat tekent misschien zijn aandacht voor details, maar het is alsof hij tijdens het zingen te veel blijft nadenken en misschien ook te veel luistert hoe zijn stem op dat moment in de zaal overkomt. Hier klinkt hij echter (en die indruk wekt zijn acteren ook) alsof hij zich met hart en ziel in zijn rol heeft gestort. Iedere noot komt eruit alsof hij op dat moment niet anders kan en met zo'n vertolking behoort hij echt tot de allergrootsten.

In Marlis Petersen, een zingende actrices zoals er maar weinig rondlopen, vindt hij hier de ideale tegenspeelster. Zij zet de danseres Marietta duidelijk niet neer als een 'dame', maar als een 'moderne meid' en dat doet zij bovendien (de vijf kruisjes gepasseerd!) met groot élan en een verbazingwekkende jeugdigheid. Het befaamde 'Glück das mir verblieb' klinkt nog een beetje aarzelend (of speelt de opname van Lotte Lehmann en Richard Tauber mij hier parten?), maar al snel wint haar vertolking aan kracht. Ook vocaal blijkt zij volledig tegen Kaufmann opgewassen en met haar uitdagende derde akte (maar nergens ordinair!) stuwt zij hun beider scène daar theatraal en vocaal op tot een hoogtepunt.

De bariton Andrzej Filonczyk zingt een fraai gearticuleerde en speelt een mooi bescheiden dubbelrol als Frank, Paul's vriend, en de komediant Fritz. Zoals ik de opname van Tauber en Lehmann in mijn achterhoofd blijf houden, zo gebeurt dat echter ook met de vertolking van 'het lied van Pierrot' door Hermann Prey, en daar kan geen Filonczyk tegenop. Verder is er een lekker burgerlijke Brigitta van Jennifer Johnston en een amusant, door Stone knap geregisseerd trio komedianten.

De Blu-ray Disc is een uitgave van de Bayerische Staatsoper en gaat vergezeld van een geïllustreerd Duits-Engels boekje op het niveau dat we van een gerenommeerd operatheater mogen verwachten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links