CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juni 2010

 

 

Gershwin by Grofé: original orchestrations & arrangements

‘I got Rhythm’ Variations – Rhapsody in Blue - The Yankee Doodle Blues – That Certain Feeling – Somebody Loves Me – Sweet and Low-down – I’ll Build a Starway to Paradise – The Man I Love – Fascinating Rhythm – Summertime.

Lincoln Mayorga (piano), Al Gallodoro (altsaxofoon, klarinet, basklarinet), Harmonie Ensemble / New York o.l.v. Steven Richman.

Harmonia Mundi USA HMU 907492 • 55 •

www.harmoniamundi.com


 
  Ferde Grofé

De legendarische samenwerking tussen het driemanschap George Gershwin, Paul Whiteman en Ferde Grofé kwam uitgebreid aan de orde in de bespreking van de recente uitgave op Decca van Gershwins werken voor piano en orkest door Jean-Yves Thibaudet en Marin Alsop (klik hier). Deze cd sluit daar naadloos op aan, want hier wordt nader ingegaan op de tournee die Gershwin in 1934 maakte met het orkest van Leo Reisman ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Rhapsody in Blue. Het belangrijkste compositorische wapenfeit van die tournee was een nieuw stuk voor piano en band, de Variations on ‘I Got Rhythm’, een van Gershwins hit-songs.

Leo Reisman was net als Paul Whiteman een klassiek getraind musicus die zijn loopbaan op achttienjarige leeftijd begon als violist in het Baltimore Symphony Orchestra, en tegelijkertijd een carrière nastreefde als bandleider, als ‘stehgeiger’, met de viool onder zijn kin. In de jaren dertig had hij een goede naam opgebouwd met zijn Reisman Orchestra, dat optrad in het Central Park Casino en het Waldorf-Astoria in New York. Reisman bracht voor de tournee een groep van zo’n vijfendertig musici bij elkaar, die hij afficheerde als het Reisman Symphonic Orchestra. Vlak voor de start van de tournee brak Reisman zijn heup in een auto-ongeluk. Charles Previn, een bekende dirigent op Broadway (en geen familie van André) nam de leiding over. Tussen de medewerkers zaten mannen die later grote bekendheid zouden verwerven: hoboist Mitch Miller, die zelf een beroemd bandleider zou worden en John Corigliano Sr. – vader van de componist - die later concertmeester van het New York Philharmonic Orchestra werd.

De tournee begon in Bostons Symphony Hall (het Concertgebouw van Boston) op 13 januari en eindigde op 10 februari in de Brooklyn Academy of Music. Het orkest reisde met een speciale trein - ‘like a circus train’ herinnerde Mitch Miller zich later. Er werden concerten gegeven in achtentwintig steden in veertien staten, plus Toronto in Canada. Het succes was groot, en hoewel Gershwin er vijfduizend dollar bij in schoot was hij tevreden met het resultaat. Gershwin speelde naast de Rhapsody en de Variations ook nog het Concerto in F, het orkest speelde An American in Paris. De rest van het programma werd opgevuld met songs, voor piano en orkest, en voor zang met piano of orkest.

Gershwin componeerde de Variations on ‘I Got Rhythm’ in de maand voorafgaande aan de tournee. Het is een typisch gelegenheidswerkje van krap tien minuten, maar de opbouw van de vijf variaties staat als een huis. Jammer dat hij het bij die vijf gelaten heeft. De vergelijking met de Variaties op een thema van Paganini van Rachmaninov dringt zich op, en het zal menigeen verbazen dat dat werk het latere van de twee is. Zou Rachmaninov op een idee zijn gebracht toen hij in Detroit een concert van de tournee bezocht?

Deze cd neemt het onderwerp van de tournee als uitgangspunt: de beide grotere werken worden gespeeld in de orkestraties die toen ook werden gebruikt. Het aanvullende repertoire is van andere oorsprong: dat zijn een aantal songs in arrangementen die Ferde Grofé in de jaren dertig maakte voor de band van Paul Whiteman. Van één ervan, The Yankee Doodle Blues, krijgen we zelfs een alternatieve versie te horen, opgenomen met een ‘Edison Fireside Phonograph’ uit 1909, let wel, gespeeld door het Harmonie Ensemble. Nooit geweten dat je van een blues zo vrolijk kunt worden. De vormgeving van de cd is al even speels: het schijfje heeft aan de voorkant groefjes als een grammofoonplaat en is aan beide kanten zwart. Op de website van Harmonia Mundi is een uitgebreid essay van 7 pagina’s van de hand van Whiteman biograaf Don Rayno te lezen.

Twee solisten spelen een hoofdrol op deze schijf, pianist Lincoln Mayorga en klarinettist en saxofonist Al Gallodoro. Ondanks het grotere aandeel van de pianist is Gallodoro de ster van deze uitgave. Gallodoro werd geboren in 1913 en was van 1936 tot 1965 saxofonist/klarinettist in het orkest van Paul Whiteman. Tot zijn dood in 2008 op 95-jarige leeftijd heeft hij gespeeld. De opname van Summertime op deze cd werd gemaakt in 2006 en blijft nog lang naklinken, ook als je niet weet hoe oud deze muzikant is (hij was 93!).

Lincoln Mayorga is een uitstekende jazzpianist, maar geen pianovirtuoos. Een vergelijking met Jean-Yves Thibaudet ligt voor de hand, maar levert geen winnaar op. Beide interpretaties leveren waardevolle inzichten en frustrerende momenten. Thibaudet heeft het voordeel van zijn superieure pianistiek, Mayorga profiteert van een toegewijd ensemble van jazzmuzikanten. De ondanks alles symfonische aanpak van Alsop mist soms atmosfeer, Mayorga mist dat laatste grammetje perfectionisme.

Wat overblijft is een boeiende bloemlezing van Gershwin’s muziek zoals die door Paul Whiteman en Ferde Grofé populair werd gemaakt in de jaren dertig, gespeeld door een groep door de wol geverfde jazmuzikanten, die een missie hebben gemaakt van een authentieke uitvoeringspraktijk in het repertoire van de ‘symphonic jazz’. Waarvoor hulde.

____________________
Zie ook Gershwin: Ouverture 'Of Thee I Sing' (radioversie 1934) - An American in Paris - Pianoconcert in F - Three Preludes (georkestreerd door Roya Bargy) - An American in Paris


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links