![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, december 2010
|
||
Brahms: Ein deutsches Requiem op. 45 Camilla Tilling (sopraan), Detlef Roth (bariton), Rundfunkchor Berlin, Rundfunksinfonieorchester Berlin o.l.v. Marek Janowski Pentatone PTC 5186 361 • 69' • (sacd)
Dit is alweer de derde keer binnen een paar maanden dat een nieuwe uitvoering van Brahms’ magistrale Requiem aan de catalogus wordt toegevoegd. Het ontroerende Rotterdamse afscheidsconcert van Valery Gergiev waarvoor het Zweeds Radiokoor werd ingehuurd werd door BIS op dvd uitgebracht (klik hier voor de recensie). De nieuwe Rotterdamse chef, Yannick Nézet-Séguin presenteerde een hemelbestormende live-opname met het London Philharmonic Orchestra en een middelmatig London Philharmonic Chorus op het eigen label van dat orkest (klik hier voor de recensie). Nu is de beurt aan veteraan Marek Janowski (1939), die op deze opname de beschikking heeft over de musici van het Rundfunksinfonieorchester Berlin, waarvan hij sinds 2002 chef-dirigent is. Wat deze registratie meer dan rechtvaardigt is in de allereerste plaats de kwaliteit van het bijbehorende Berlijnse Omroepkoor, gewaarborgd door koordirigent Simon Halsey (jarenlange chef van het Hilversumse Groot Omroepkoor). Is het trouwens niet wonderlijk dat Hilversum in alle decennia dat daar muziek gemaakt wordt geen kans heeft gezien om een soortgelijke opname met het Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest te produceren? Een gemiste kans. Marek Janowski is een uiterst degelijke vakman, die nooit opvalt door buitenissigheden, en dat is in dit repertoire een zegen. De delen 1, 2, 4 en 7 voor koor en orkest zijn een genot om naar te luisteren. Helaas valt de keuze van de beide solisten wat tegen. Camilla Tilling is een verrukkelijke sopraan in het barokke repertoire, maar voor dit werk is haar stem net een maatje te klein. Ook Detlef Roth staat ondanks zijn sympathieke jeugdige timbre niet echt boven de materie. Overigens was de kwaliteit van de solisten, die bij dit werk doorslaggevend is, in de beide andere opnamen die we eerder aanhaalden zeker niet beter, met uitzondering van de jonge Elizabeth Watts voor Nézet-Séguin. Legendarische opnamen van dit werk zijn gemaakt door Otto Klempererer met Elizabeth Schwarzkopf en Dietrich Fischer-Dieskau voor EMI, en twee maal door Herbert von Karajan, eerst voor EMI in het mono-tijdperk, met het Philharmonia Orchestra, Hans Hotter en een jongere Schwarzkopf. De tweede opname door Karajan is in partjes te zien op youtube (en verkrijgbaar op dvd), gemaakt in 1984 met de Wiener Singverein, Wiener Philharmoniker, Kathleen Battle en José van Dam. Wat daarin opvalt is dat de blazerspartijen verdubbeld zijn en dat de opname het accent erg bij het orkest legt, maar er wordt hemels gespeeld en gezongen. index | ||