CD-recensie
© Maarten Brandt, mei 2013
|
Vroeger behoorde Das Lied von der Erde samen met de Lieder eines fahrenden Gesellen en de Kindertotenlieder tot de bekendste en dus ook meest opgenomen werken van Gustav Mahler. Dit naast de Eerste en de Vierde Symfonie. Tegenwoordig is het eerder omgekeerd en steken de platenmaatschappijen elkaar de loef af bij zelfs de eertijds minst populaire symfonieën als bijvoorbeeld de Zesde en de Zevende. Daarom alleen al valt een nieuwe opname van Das Lied von der Erde, ondanks de enorme Mahlerhausse, toch op. Waarbij is aan te tekenen dat Nederland zich in een wat verder verleden niet onbetuigd heeft gelaten waar het om registraties van dit werk ging. De vertolkingen onder Bernard Haitink en – wijlen – Eduard van Beinum (beiden vastgelegd voor het Philips-label) zijn nog onverminderd hoogtepunten in de veelomvattende discografie van dit werk en blijven nog moeiteloos overeind te midden van die andere legendarische interpretaties onder Bruno Walter (Decca – met onder meer de onvergetelijke Kathleen Ferrier- en Sony) en de befaamde EMI-uitgave – met Christa Ludwig en Fritz Wunderlich – onder Otto Klemperer. Dan is er nog de DG-versie met de Berliner Philharmoniker en Karajan met Ludwig en Rene Kollo, die in termen van orkestspel en klankcultuur een verhaal apart blijft. En niet te vergeten de hoogst vergeestelijkte lezing van de recent overleden Colin Davis met Jessye Norman in een in zijn soort onovertroffen Der Abschied (Philips,de langzaamste uitvoering uit de catalogus; Celibidache zou wijlen Sir Colin in deze nauwelijks hebben geëvenaard). Natuurlijk is deze lijst verre van compleet, maar ik beperk mij voor deze gelegenheid even tot mijn persoonlijke voorkeuren. Niettemin heb ik van deze nieuwe uitvoering onder de huidige chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest, Marc Albrecht, met volle teugen genoten. Scoorde hij al ongekend hoog in (Richard) Strauss’ Elektra en Die Frau ohne Schatten (en een prachtige cd met werk van Alban Berg uit Strassbourg (klik hier voor de bespreking) met deze verklanking van Das Lied von der Erde bewijst Albrecht opnieuw dat hij de juiste man op de juiste plaats is, in dit geval op de bok van het NPO. Over het aandeel van Alice Coote niets dan de hoogste lof. Ze is een lichte mezzo, als gevolg waarvan niet alleen bijvoorbeeld Der Einsame im Herbst maar tevens de verstilde coda van het laatste lied tot een sensatie wordt die je de adem doet inhouden. Haar ‘Ewig’ versmelt naadloos met de tere klanken van het ensemble, zodat de impressie die Mahler hier heeft willen bewerkstelligen in optima forma wordt gerealiseerd: die van een volledig opgaan in de kosmos, het nirwana. De tijd staat stil. Verdere woorden zijn overbodig. Meteen aanschaffen deze top-cd. index |
|