CD-recensie
© Maarten Brandt, juli 2016
|
Dit is de derde aflevering in de reeks cd's die moet resulteren in de integrale vastlegging van alle symfonieën - vijftien in getal - van de Nederlandse componist en muzikale omnivoor Henk Badings (1907-1987) onder supervisie van onze landgenoot, de dirigent David Porcelijn. In de beide voorgaande afleveringen betrof het achtereenvolgens compilaties van de symfonieën 2, 7 en 12 alsmede de nummers 3, 10 en 14 die in respectievelijk 2008 en 2010 verschenen met het Janáček Philharmonic Orchestra en door mij voor deze site zijn besproken (klik hier en hier ). Voor deze uitgave zocht het CPO-team zijn toevlucht tot de Bochumer Symphoniker. Het is al lang geen nieuws meer dat in het buitenland aanzienlijk meer belangstelling voor de muziek, en meer in het bijzonder symfonische muziek, van onze bodem bestaat dan bij ons. Of, om Porcelijn aan te halen tijdens een feestje bij een bevriende componist: "Ik kan overal Nederlandse muziek dirigeren. Overal, behalve in Nederland." Dat klopt als een bus, want niet alleen in Duitsland, ook in bijvoorbeeld Australië en Tasmanië ontfermde Porcelijn zich - en dit met verve - over Nederlandse toonkunst. Dat de klinkende nalatenschap van bijvoorbeeld Henk Badings elders goed in de smaak valt, ook in Amerika bijvoorbeeld, is niet zo vreemd. Zijn stijl is zeer internationaal georiënteerd, en verenigt evengoed neoklassieke als neoromantische invalshoeken, dit alles geschraagd door een uiterst degelijk en op traditionele leest geschoeid stramien. Dat geldt in het bijzonder voor de op deze derde cd in de Badings-reeks te horen Vierde en Vijfde symfonie (de Vijfde is geschreven voor het zestig-jarig bestaan van het Koninklijk Concertgebouworkest), waarin een lichtere toets dan in de symfonieën 2 en 3 manifest is. Niet alleen zijn er echo's bespeurbaar van Hindemith en Honegger en doen sommige sequensachtige passages wel eens aan Bruckner denken (wel te verstaan een 'Bruckner-light'), ook zijn er secties waarin Badings op subtiele wijze aan Brahms refereert, zonder overigens ook maar bij benadering uit diens werk te citeren. Allure index |
|