CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2023 |
In zijn autobiografie Violist (hier besproken) schrijft Marc Daniel van Biemen op blz. 47 e.v. over het Alma Quartet:
En:
Van Biemen schrijft ook dat het spectrum aan klanken van vier instrumenten en de extreme intimiteit maken dat het spelen in een strijkkwartet tot de mooiste ervaringen kan worden gerekend. Je moet echt één worden met elkaar, een wonderlijke gewaarwording, aldus Van Biemen. Het komt allemaal terug op dit fabuleuze dubbelalbum op het Gutman-label.
Erwin Schulhoff (1894-1942)… Voorwaar niet de enige componist wiens werken vele decennia lang achteloos zijn genegeerd en pas vrij laat werden ‘herontdekt'. En toen die herontdekking er eenmaal kwam was dat vrijwel altijd in samenhang met componisten die in het getto van het Tsjechische Terezín hadden verbleven, het door de nazi's in Theresienstadt omgedoopte doorgangskamp. Anders dan zijn componerende tijdgenoten Viktor Ullmann (1898-1944), Gideon Klein (1919-1945), Pavel Haas (1899-1944) en Hans Krása (1899-1944) was Schulhoff evenwel nooit in dat doorgangskamp geweest, wat zijn uiteindelijke lot overigens niet minder zwaar maakte. Hij werd in Praag gearresteerd en na daar eerst enige tijd in een gevangenis te hebben gezeten, overgebracht naar het nabij Theresienstadt gelegen kamp Wülzburg, waar hij ongeveer een jaar later aan tuberculose overleed. In ons land waren het naast het Alma Kwartet, het Schönberg Kwartet en natuurlijk de Ebony Band die muziek van Schulhoff ook internationaal danig op de kaart hebben gezet. Collega Siebe Riedstra besprak hier een groot aantal werken van de componist. Er zijn zoveel historische verbanden in de muziekgeschiedenis aan te wijzen. Zo was Martinu een leerling van Suk, die op zijn beurt weer in de leer was geweest bij Dvorák. Terwijl de jonge Dvorák nog altist was geweest in het door Smetana geleide orkest in Praag. En het was Dvorák die het grote talent van Schulhoff had herkend en hem de weg wees naar het conservatorium in Praag. Enzovoort. Als componist behoorde Schulhoff tot de schare Tsjechische toondichters die het negentiende-eeuwse romantische idioom de rug hadden toegekeerd en zich hadden aangesloten bij de West-Europese avant-garde. Een representatief voorbeeld daarvan zijn Schulhoffs Vijf stukken voor strijkkwartet van rond 1924, deels geënt op het idioom zoals dat door de fameuze Parijse Groupe des Six werd uitgedragen. We horen reminiscenties aan de Tsjechische, Argentijnse, Italiaanse en Oostenrijkse folklore, met als bruisende finale een heuse 'tango alla milonga'. De op dit album tevens vastgelegde beide 'militaire' schetsen zijn gelukkig bij nader inzien niet al te militaristisch. In een recensie uit 1924 van de Vijf stukken wordt de compositiestijl van de dan nog jonge Schulhoff knap en bondig samengevat:
Natuurlijk was er eerst nog de invloed van componisten die hij zeer bewonderde, met voorop (Richard) Strauss, Skrjabin en Debussy. Het serialisme is nooit zijn ding geweest. Wel kon het bizar uitpakken, zoals al in 1919, hij was toen 25, in zijn vijf Pittoresken voor piano solo, met daarin het bizarre derde deeltje, In futurum, waarin stiltes 'zeitlos' de dienst uitmaken, met voorts de niet mis te verstane aanduiding ‘tutto il canzone con espressione e sentimento ad libitum, sempre, sin al fine' (ofwel: het gehele stuk 'zeitlos', steeds in vrije expressie en met gevoel, tot aan het einde...jawel!) Het lijkt daarmee de voorloper van 4'33, 'gecomponeerd' door John Cage in 1952...
Aan de hand van zijn strijkkwartetten en losse stukken voor strijkkwartet kan Schulhoffs ontwikkelingsgang als componist goed worden gevolgd: met uitzondering van het uit 1914 stammende Divertimento en het 'nulde' strijkkwartet uit 1918 ontstonden de strijkkwartetten en de Vijf stukken voor strijkkwartet tussen 1923 en 1925, al ligt het nog beduidend verder, tot rond 1933, met zijn modernisme, dada, neoklassiek, jazz, rag, dans, volksmuziek, oriëntalisme, exotisme. Hij schrok er niet voor terug om in een compositie een volledig deel alleen voor percussie te bestemmen of een heuse sirene te introduceren. En natuurlijk hoorden daar ook de dissonanten bij, de schurende harmonieën, buitenissige ritmes en vormtechnische experimenten. De beide schetsen die de wat merkwaardige titel Alla Marcia Militaristica in Modo Europaico hebben meegekregen bevatten muziek die - gelukkig! - niet al te militaristisch is. Het is tevens in die periode, waarin Schulhoffs belangwekkende opera Flammen ontstond: tussen 1923 en 1929, met - na alle kritiek - nog een ingrijpende revisie in 1932. Hij zal er al te warme herinneringen aan hebben bewaard. Hij had er wel hoge verwachtingen van, maar de eerste teleurstelling volgde toen het Weense uitgevershuis Universal Edition geen enkele belangstelling toonde. De tweede nog veel grotere tegenvaller volgde na de uiterst lauwe ontvangst door zowel critici als publiek: de première op 27 januari 1932 in het Veveri, het toenmalige Tsjechisch nationaal theater in Brno, kreeg nauwelijks de handen op elkaar. De opera verdween van het repertoire en het zou zelfs tot in de jaren negentig duren alvorens Flammen weer in het theater verscheen: eerst op 16 april 1994 als concertante uitvoering in Berlijn en in maart 1995 als volwassen productie in Leipzig. Samenvattend mag worden gezegd dat Erwin Schulhoff als componist niet alleen een groot aantal genres beoefende, maar ook, in de meest letterlijke zin, grensoverschrijdende muziek componeerde. Waar nog bij mag worden aangetekend dat hij ook bekend stond als een uitstekende pianist. Ik kende reeds (deels) de zeker geslaagde uitvoering van de strijkkwartetten door het Petersen Quartet op het Capriccio-label, maar u heeft het al kunnen opmaken: die door het Alma Quartet slaat werkelijk alles, in esprit, samenspel, stemvoering, articulatie én finesse (het spelniveau is dat van bijvoorbeeld het Pavel Haas Quartet, en dat zegt toch wel wat), terwijl de gloedvolle opname voor de prachtige omlijsting heeft gezorgd. Een compliment ook voor de verre van alledaagse insteekhoes en het spitsvondige cover-ontwerp, als de perfecte weerspiegeling van de veelkleurige gloed en originaliteit van Schulhoffs muziek! index |
|