CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2022

Wolfgang Amadeus Mozart - Works for Solo Piano, Volume 1

Mozart: Fantasie in c, KV 475 - Adagio in C, KV 356 - Fantasie in c, KV 396 - Menuet in D, KV 355 - Fantasie in d, KV 397 - Rondo in D, KV 485 - Pianosonate nr. 13 in Bes, KV 333

Federico Colli (piano)
Chandos CHAN 20233 • 69' •
Opname: aug. 2021, Potton Hall, Dunwich, Suffolk (VK)

   

Het ligt in de bedoeling van het Britse muzieklabel Chandos dat de Italiaanse pianist Frederico Colli (Brescia, 1988) alle pianowerken van Mozart gaat vastleggen. Ook al is het door andere pianisten eerder gedaan, het is en het blijft een zeer ambitieus project. Het eerste album in de reeks is nu uit, het merendeel bestaande uit ‘losse', deels fragmentarisch overgeleverde en door anderen voltooide stukken. De oogst: drie fantasieën, een Adagio, een Menuet, een Rondo en een heuse sonate: KV 333. Met uitzondering van het Adagio (1791) ontstonden deze werken in de jaren tachtig.

Het lijkt met deze pianist een regelrecht waagstuk, want dit begin belooft wat mij betreft weinig goeds: te grillig, te eigengereid met aldus te weinig respect voor het notenbeeld, zo zou ik dit spel willen samenvatten. Het was me al eerder opgevallen en niet alleen mij: zie bijvoorbeeld de recensie van Siebe Riedstra van Corti's kijk op sonates van Domenico Scarlatti (klik hier). Opnieuw zie ik in de laaiend enthousiaste recensies in met name de Britse pers dat er meer aandacht is Colli dan voor de notentekst; alsof de recensenten de partituur er niet bij hebben gehaald, laat staan dat ze deze stukken voldoende kennen. Het lijkt een toenemende tendens: een nogal oppervlakkige, uiterst positieve mening verkondigen zonder ook maar enigszins acht te slaan op wat de notentekst laat zien. Met niet alleen de componist postuum maar ook de luisteraar uiteindelijk als verliezer.

Colli die de (deels ongeschreven) regels van de Weense klassieke stijl aan zijn laars lapt, het cout que cout blijkbaar anders wilde doen en daarmee ongetwijfeld velen op zijn hand krijgt, maar wie de moeite neemt om zijn ‘stijl' af te meten aan die van – ik noem er slechts drie en toevallig ook nog dames: Clara Haskil, Annie Fischer en Maria João Pires (en dan graag met de notentekst erbij) - hoort al snel wat er mis is met Colli's Mozart. Daar is geen lange toelichting of 'detailreiterei' voor nodig.

Het lijkt een patroon zoals ik dat ook in Colli's Bach-interpretatie tegenkwam (klik hier). Liever het ‘grote verhaal' (wat dit in zijn perceptie ook mag betekenen) dan een stilistisch verantwoorde opvatting (dus passend bij de onder handen zijnde muziek). Wat levert dat per saldo op? Een absoluut briljante en verbeeldingsvolle pianist die de individualiteit hoogtij laat vieren, een zonder meer boeiend kenmerk van zijn spel, maar wel puur egocentrisch en stilistisch hoogst aanvechtbaar. Waar al dat enthousiasme zijn oorsprong vindt: ik weet het gewoon niet. Dit is gewoon niet 'mijn' Mozart (misschien wel de uwe, maar dat is een hoofdstuk buiten dit boek), al voeg ik er wel gelijk aan toe dat ik ook niets moet hebben van de popperige stijl van Ingrid Haebler; of van andere pianisten die Mozart in zijn muziek willen voorstellen als een weinig masculine persoonlijkheid. En zelfs de wereldtop toonde in Mozart soms zijn zwakke momenten, zoals bijvoorbeeld Walter Gieseking en Mitsuko Uchida.

Wat ik wel weet is dat ik mijn Bach-recensie als ware het een blauwdruk over Colli's Mozart kan leggen. Want het beeld dat zich bij mij opdringt is precies hetzelfde, al is Mozart uiteraard geen Bach. Een sterk romantisch gekleurd beeld, het probeersel van het ‘grote verhaal', zich uitend in exuberante expressiviteit, merkwaardige tempokeuzes (te langzaam of te snel), de notenwaarden en rusten daaraan aangepast, de willekeurige vertragingen en versnellingen en een net zo merkwaardige balans tussen linker- en rechterhand. Het is allemaal onderdeel van Colli's fragmentarische aanpak. Uitvergroting zo niet overdrijving, (alleen al het begin van KV 475…), het is een eigenzinnige receptuur die tot karikatuur is verworden. Bovendien: waarom wil Colli deze stukken per se in een ander tijdsbeeld plaatsen? Eerlijk gezegd: ik heb geen idee. Ik heb wel een goed idee van de opname: Jonathan Cooper heeft de Steinway D Concert Grand Piano nr. 592 087 werkelijk voortreffelijk vastgelegd.

Nog voor de statistiek: KV 356 werd oorspronkelijk geschreven voor glasharmonica; KV 396 is een fragment van een vioolsonate, door Maximilian Stadler (1748-1833) voor piano solo gecompleteerd; KV 355 is eveneens fragmentarisch overgeleverd en door Stadler voltooid; KV 397 werd gecompleteerd door August Eberhard Müller (1767-1817).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links