CD-recensie

 

 

© Aart van der Wal, september 2013

 

MacMillan: Magnificat (voor koor en orkest) (1999) - O (advent-antifoon voor driestemmig sopraankoor, trompet en strijkers) - Tryst (voor orkest) (1989) - Nunc Dimittis (voor koor en orkest) (2001)

Groot Omroepkoor o.l.v. Edward Caswell,
Radio Kamer Filharmonie o.l.v. James MacMillan

Challenge Records CC72554 • 57' •

Opname: juni 2011, MCO, Hilversum

 

Ik heb de Schotse componist James MacMillan (Kilwinning, 1959) een aantal malen ontmoet in de studio's van het MCO (Muziekcentrum van de Omroep) aan de Hilversumse Heuvellaan (klik hier), toen als vaste vastdirigent verbonden aan de inmiddels ter ziele zijnde Radio Kamer Filharmonie (voor het laatst op 24 mei jl.). Hij dirigeert zoals hij is: zachtmoedig, rustig, zonder stemverheffing, niet in die zin zo vasthoudend dat hij het onderste uit de kan wil halen en zonder veel pretenties. Niet iemand die als het ware met de borst vooruit van zich laat spreken of zich laat gelden. Hij leek me doorgaans meer oog te hebben voor het geheel dan voor het detail.

Ik heb componisten meegemaakt die bijna bij de dirigent op schoot zaten, hem min of meer op de huid zaten om 'hun' partituur zo optimaal mogelijk tot klinken te brengen. Of componisten die, zelf dirigerend, het orkest bijna tot wanhoop dreven en er niet in slaagden om datgene dat ze in hun hoofd hadden in klinkende munt om te zetten. Er zijn maar weinig componisten die echt kunnen dirigeren, zoals er weinig dirigenten zijn die (goed) kunnen componeren. Zelfs een Stravinsky bleek in de weerbarstige dirigeerpraktijk geen glansnummer, terwijl grote dirigenten als Wilhelm Furtwängler en Otto Klemperer met hun composities niet veel verder kwamen dan een nogal breedsprakige uitweiding over hetgeen al lang en breed bestond.

MacMillan is niet het type dirigent dat het orkest in vuur en vlam kan zetten, maar hij houdt het vuurtje wel goed brandend, zelfs als er niets te dirigeren valt: tijdens pauzes concentreert hij zich voor de volle honderd procent op zijn taak. Tijdens de lunch eet hij zwijgend zijn bord leeg, zijn gedachten alleen maar bij de onder handen zijnde opname. Hij ziet op zulke momenten niets en niemand.

MacMillan is rooms-katholiek en dat steekt hij in zijn composities niet onder stoelen of banken. Het lijkt vanaf het vroege begin op een voortdurende geloofsbelijdenis in tonen, genoteerd in een toegankelijk idioom. Het is geen muziek die vanuit 'Stunde Null' is geschreven, maar wel zo oorspronkelijk dat het haar uitwerking op publiek en musici niet mist. De vergelijking met de religieuze belevingswereld van een Olivier Messiaen dringt zich op, maar we kunnen, gemeten naar religieuze intensiteit en verhevenheid, nog veel verder teruggaan, bijvoorbeeld naar MacMillans landgenoten Orlando Gibbons, Thomas Tallis en John Taverner. Misschien is het wel die heldere religieuze boodschap die MacMillans muziek zo dicht bij de mensen brengt. Zijn The Confession of Isobel Gowdie (de Schotse pendant van Jeanne d'Arc, de Maagd van Orléans) over een heks die haar geloof niet wenste op te geven en op de brandstapel een gruwelijke dood vindt.

MacMillan en de Radio Kamer Filharmonie werkten aan een eigen serie, zowel in concertvorm als op cd. Hoeveel delen er precies waren gepland weet ik niet, maar dat er met deze tweede uitgave daaraan een voortijdig einde is gekomen staat wel vast: de Radio Kamer Filharmonie heeft op last van politiek Den Haag immers opgehouden te bestaan.We kunnen evenwel nog putten uit meerdere Chandos-uitgaven, waarvan een aantal op deze site werd besproken (klik hier, hier en hier), en dan is er uiteraard nog deel 1 (klik hier).

Deze stukken zijn van een bijzondere grandeur, menigmaal, zoals het Magnificat, ook visionair groots en van een ongekende ruimtelijkheid, niet in de laatste plaats door het homofone raffinement en de daarmee samenhangende, inventieve tekstbehandeling. Hoe lastig de intervalsprongen soms ook zijn, het is toch MacMillans voorliefde voor een rijk versierde stemvoering die domineert. Dit is muziek die ertoe doet, zowel in haar mystieke als in haar seculiere betekenis.De door Jaap de Jong gemaakte opname is een sieraad. En wát is het toch treurig dat dit orkest van de aardbodem is verdwenen! De onlangs uitgebracht Schumann-uitgave is daarvan de zoveelste bevestiging (klik hier).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links