![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2013
|
Bijna hoogzwangere romantiek in deze vioolconcerten (Chaussons Poème mag er wat mij betreft ook toe worden gerekend, als eendelig vioolconcert wel te verstaan) die door Arabella Steinbacher gelukkig niet nog eens wordt aangedikt, wat neerkomt op een uitermate boeiende én verfrissende lezing die tot de wereldtop mag worden gerekend. Ik kan collega Paul Korenhof slechts citeren die alweer ruim drieënhalf jaar geleden in zijn recensie van Steinbachers Beethoven en Szymanowski (klik hier) opmerkte dat zij een fabelachtige techniek demonstreerde en dat de klank van haar Stradivarius grote persoonlijkheid uitstraalde. Het klinkt in deze context misschien nogal platvoers, maar het is de spijker op de kop. Zelf was ik uitermate verguld met haar Bartók-cd (klik hier) en nu is het weer raak: sublieme vertolkingen die ook nog eens schitterend werden vastgelegd. Steinbachers meeslepende vioolspel (Spotify-abonnees kunnen met behulp van de link hierboven er zich prompt van overtuigen) heeft alles in zich om zelfs de zwakke plekken in het Vioolconcert van Korngold boven zich uit te tillen. Haar spel is niet trendy, wars van uiterlijk vertoon en zonder die staalblauwe schittering die menigeen wat mij betreft ten onrechte omarmt, maar daarentegen warmbloedig, innig, exquis, elegant, smaakvol, gepassioneerd, maar altijd sterk geëngageerd en met een toonvorming om U (met een hoofdletter!) tegen te zeggen. Pak maar de Romance uit het Korngold-concert of het Lento misterioso uit Chaussons 'gedicht' en laat u zich overweldigen door Steinbachers fenomenale kleurenspel en raffinement. Er ligt in Bruch een wereld tussen Heifetz en Steinbacher, maar ik zou ze allebei voor geen goud willen missen: zo breekbaar gefraseerd in het Adagio en zo ritmisch alert in de energieke finale. Dat is trouwens de kracht van een grote muzikale persoonlijkheid: een eigen koers varen die helder en overtuigend wordt uitgezet. Deze drie werken léven onder haar handen, ondergaan de ene kleurrijke metamorfose na de andere, afwisselend strak gespannen als een veer of zo romantisch intiem dat het gemoed er bijna van overloopt, zonder het goedkope, epaterende sentiment ook maar enige kans te geven. Voorts blijkt het Portugese Gulbenkian-ensemble een formidabel orkest te zijn en ontpopt Lawrence Foster zich als Steinbachers volmaakte partner. Hier draait het uitsluitend om de muziek en om niets anders. In de regiekamer zal het niet anders zijn geweest, want zo fraai komen deze stukken maar zelden uit de luidsprekers, zowel in surround als in stereo. Een indrukwekkende prestatie van producer Job Maarse, balance engineer Erdo Groot, opnametechnicus Roger de Schot en editor Ientje Mooij. Wie een strikt natuurlijke weergave binnen de onvermijdelijke contouren van de illusie ambieert kan hier terecht. Wie er alleen maar zijn luidsprekers mee wil testen doet de muziek en de uitvoerenden schromelijk tekort, maar heeft wel een zéér geschikte sacd daarvoor in handen. index |
|