CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2011

 

 

Bartók: Vioolconcert nr. 1 Sz 36 - nr. 2 in b, Sz 112.

Arabella Steinbacher (viool), Orchestre de la Suisse Romande o.l.v. Marek Janowski.

Pentatone PTC 5186 350 • 62' • (sacd)

 

 


Met het vertrek van Julia Fischer naar Decca verloor PentaTone een van de beste violisten van het moment, maar gelukkig is daar nu Arabella Steinbacher (1981) die geen haarbreedte van haar strijkstok voor haar onder doet. Dat blijkt tenminste uit deze buitengewoon gloedvolle en overtuigende vertolkingen van Bartóks beide vioolconcerten. Wat bovendien sterk opvalt is Steinbachers feilloze gevoel voor balans en structuur, want zelden klonk het opening-allegro van het tweede concert (1938) zo hecht en tegelijk zo vloeiend. Dat zij afwijkt van de metronoomaanduiding van Bartók (hij was daarin altijd uiterst nauwkeurig) vind ik geen enkel bezwaar want van geen musicus mag worden verwacht dat hij of zij zich daar rigide aan zou moeten houden. Een eigen visie op een stuk is veel belangrijker dan de slaafse navolging van de 'tikmachine'. Mits uiteraard de proportionaliteit in het oog wordt gehouden en er geen loopje wordt genomen met de inhoudelijke kant van het stuk. Alles binnen redelijkheid zogezegd. |

In het eerste, ditmaal tweedelige concert uit 1907/08 is het wederom het openingsdeel waarin deze Duitse violiste haar hoogste troeven uitspeelt. Met liefdevolle hand schildert zij de warme, aan Stefi Geyer gewijde zielenroerselen van de componist. Stefi was evenals Bartók Hongaarse van geboorte en begon al op haar derde met het vioolspel. Ze moet een groot talent hebben bezeten. Zowel Bartók als zijn Zwitserse collega Othmar Schoeck waren op haar verliefd en schreven speciaal een vioolconcert voor haar. Stefi was negentien toen Bartók aan het vioolconcert begon. Dat het stuk van Bartók geen officieel opusnummer draagt vloeide voort uit het besluit om het werk pas te publiceren na haar dood. Zij stierf in Zürich op 11 december 1956, Bartók in New York op 26 september 1945.

Wat deze uitgave nog aantrekkelijker maakt is het zeer geïnspireerde en tot in de puntjes verzorgde orkestspel van het Suisse Romande Orchestre dat sinds het vertrek van Ernest Ansermet langdurig heeft gezwabberd maar intussen weer de belangstelling van de muziekindustrie heeft gekregen. Dirigent Marek Janowski heeft net als Steinbacher grote affiniteit met het Bartók-idioom en zet een op alle punten overtuigende lezing neer.

Het laatste maar zeker niet geringe compliment betreft de schitterende opname (Victoria Hall, Genève, juni/juli 2009) die de beide concerten zowel in de soli als in de tutti in een waaier van schoonheid doet baden. De vioolklank van Arabella Steinbacher geeft het gevoel van echt hout, als u begrijpt wat ik bedoel. Dit is zonder twijfel de beste opname van Bartóks vioolconcerten en - ik schrijf het met enige schroom - waarschijnlijk ook de beste uitvoering. Heel mooi verzorgd allemaal en daarmee een aanrader van de eerste orde.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links