Boeken

 over componisten

 

© Aart van der Wal, oktober 2024

 

Yves Knockaert: Wolfgang Rihm, A Chiffre. The 1980s and beyond

Leuven University Press (2017)
ISBN 9789462701236
338 blz., paperback

 


Onlangs besprak ik de monografie van Frieder Reininghaus over Wolfgang Rihm (1952-2024), waarover u hier het een en ander kunt lezen. Wat daaraan onder meer ontbrak was de muziek zelf: die kwam er nogal bekaaid vanaf. Er was wel de buitenkant ervan, en dan zich vooral concentrerend op Rihms theaterwerken, maar de binnenkant bleef ernstig onderbelicht of kwam in menig geval zelfs in het geheel niet aan bod. Maar toegegeven, de muziek van Rihm is uitermate complex en kent uit dien hoofde een onnoemelijk aantal facetten, hetgeen een afdoende beschrijving daarvan uitermate lastig zo niet onmogelijk maakt.

Hoofdbrekens
Yves Knockaerts Wolfgang Rihm, A Chiffre – The 1980s and beyond – (de titel geeft al aan dat het werk van vóór de jaren tachtig niet aan bod komt) is musicologisch zeker geslaagd. Al sluit het tegelijkertijd uit - het is in de natuur der dingen - dat meer dan slechts een aantal aspecten van Rihms componeerkunst wordt behandeld. Maar wat er wél is zal menige muziekliefhebber die in Rihms muziek is geïnteresseerd of er door wordt aangetrokken toch al de nodige hoofdbrekens kosten, want gemakkelijk toegankelijk is het zeker niet; al geldt dat meer voor de analyserende dan voor de beschrijvende hoofdstukken: deel 1 behandelt de typische stijlkenmerken (het onderscheid tussen het klassieke en het individuele, het modernisme en het postmodernisme), deel 2 de daaruit volgende analyses. Voorts het daaraan ten grondslag liggende ‘sporenonderzoek' die de lezer tevens voert naar onder meer muzikale schildering, invloed van de natuur en proportionaliteit,

Opzet
De hoofdmoot wordt echter gevormd door waar het boek zijn titel aan ontleent: Chiffre, weliswaar een bekend begrip, maar desondanks voor menigeen een onbekend fenomeen. Afgesloten wordt met de conclusies en de verdeling van de besproken composities in secties, het onvermijdelijke maar noodzakelijke notenapparaat, een geselecteerde bibliografie, de personen- en zakenindex, en een overzicht van Rihms oeuvre (tot rond 2017, het moment van publicatie). U vindt hier een volledig overzicht van alle hoofdstukken, wat over de inhoud van het boek meer dan slechts een oppervlakkige indruk geeft.

Het boek is geschreven door een doorgewinterde en belangrijke muziekwetenschapper, die tot 2019 tevens als docent muziekgeschiedenis, muziekfilosofie en hedendaagse muziek was verbonden aan het LUCA in Leuven. Daarnaast was hij van 2006 tot 2011 directeur van het Instituut voor Onderzoek in de Kunsten van de Associatie KU Leuven. Dat zijn van die 'wapenfeiten' die al bij voorbaat de koers van een boek als dit bepalen.

Chiffre, de titel van het boek, is ontleend aan wat er in dit geval mee kan worden vereenzelvigd: geheim karakter, onleesbaar, onbekend, niet tot het ons bekende alfabet behorend. Het heeft uit dien hoofde dus niets te maken met een cijfer of getal en al evenmin met een in beeld gevangen naam (monogram). Tegelijkertijd is Chiffre een begrip dat in het werk van Rihm een belangrijke plaats inneemt en waarvoor hij in de loop der tijd verschillende termen heeft gehanteerd: Keilschrift (spijkerschrift), Hieroglyphen (hiërogliefen), fremde Zeichen (vreemde tekens) en Menetekel (waarschuwingstekens).

Metaforen en synoniemen
Om het de luisteraar enigszins te vergemakkelijken heeft Rihm aan Chiffre zoveel mogelijk ‘uitnodigende verklaringen' aan zijn werk toegevoegd, waaronder vooral metaforen en synoniemen. Maar het meest heeft hij gebruik gemaakt van Zeichen, het begrip dat zich leent voor de meest uiteenlopende betekenissen: karakter, teken, signaal, markering, merkteken, verwijzing, symbool of aanwijzing. Begrippen die Rihm heeft verankerd in zijn muzieknotatie, dienend als 'geheime' karakters of chiffres: muzieksleutels, noten, rusten, nummers of andere aanduidingen. Zeichen im Klang, ‘genoteerd geluid' (ook: musikalische Zeichen, Klangzeichen, eine Folge klingender Zeichen, Schrift im Klang, Klangschrift). Rihm haalde te dien aanzien de bekende wis- en natuurkundige Blaise Pascal graag aan, die concludeerde dat een chiffre een dubbele betekenis heeft, een duidelijke én een verborgene:

Chiffre is een dubbelzinnig begrip met vele betekenissen: teken, maar ook getal; het is mogelijk om ze te ontcijferen, maar dat hoeft niet. Ze kunnen ook worden gelaten zoals ze zijn, als een gebarentaal, of worden begrepen als een bewegingspuls.'

De musicoloog Richard McGregor (hij verzorgde tevens het voorwoord in het boek van Knockaert) heeft het in zijn uitvoerige artikel Interpreting Compositional Process in Wolfgang Rihms ‘Chiffre' Cycle (klik hier) vanuit meerdere invalshoeken - eveneens met notenvoorbeelden - helder uitgelegd.

In een uit 1984 daterende vraaggesprek met Rudolf Firnius heeft Rihm het zelfs nog eens concies onder woorden gebracht:

“Daar (in de Chiffre-cyclus) begint de ontwikkeling vanuit kleine, contrasterende elementen die elk op zichzelf gekarakteriseerd zijn. Tekens uit intervallen (bijvoorbeeld kwinten), uit goed gedefinieerde klankkleuren of uit een specifiek toucher op de piano.'

Daarmee zijn de talloze 'formele' problemen echter nog niet opgelost. Verre van zelfs, want 'formeel' in de zin van 'vorm', was tot in de jaren negentig van een hechte, 'gesloten' (ofwel geheel en al afgeronde) cyclus nog steeds geen sprake. Daar is een Nach-Schrift voor nodig...

Nach-Schrift...
Rihms esthetica dwingt hem bijna voortdurend tot overschrijven, tot nieuw aan oud materiaal toevoegen, waaruit dan een nieuwe compositie ontstaat. Eerst door het Nach-Schrift krijgt de cyclus zijn afgeronde vorm: uitsluitend overschreven wordt er teruggekeerd naar het openingsstuk. Wie dit een work-in-progress wil noemen analoog aan bijvoorbeeld het arbeidsproces van Pierre Boulez (1925-2016) mist de pointe. Wie het begrip wil hanteren als 'doorgaand proces' raakt wel de kern.

Hoewel slechts een deel van Rihms oeuvre zich als chiffre laat ontleden, biedt het fenomeen wel voldoende aanknopingspunten voor een fascinerend 'doorkijkmodel'. Het stoelt immers op een wijze van denken die het creatieve proces in zijn verschillende gedaanten openbaart. Het ligt als het ware besloten in een van zijn vele bekende uitspraken: 'Ich will bewegen und bewegt sein.'

Chiffre als compositiescenario (niet specifiek als model): het heeft zich in Rihms creatieve 'Geisteswelt' in alle denkbare toonaarden bewezen, al dient het zeker niet als een baken dat al zijn instrumentale muziek (voor zijn theaterwerk gelden sowieso geheel andere maatstaven) beheerst.

'Ein richtiger Zyklus'
Nog in 2002 kwam Rihm met een niet mis te verstane herdefinitie van het begrip chiffre, toen hij al een aantal composities met deze titel op zijn naam had gebracht: dat het geen serie, maar een cyclus ('ein richtiger Zyklus') was, en daarmee conceptueel totaal anders dan zijn latere projecten (waaronder Vers une symphonie fleuve en Jagden und Formen), want daarin gelden de verscheidene stadia als (volkomen) 'neue Zustände'.

Tritonus
De notenvoorbeelden in Knockaerts standwaardwerk over chiffre zijn legio, maar deze wil ik er toch wel uitlichten, de 'tritonus-triade' omdat het binnen de Chiffre-cylus tot het meest aanwezige en verbindende akkoord is uitgegroeid:

Wolfgang Rihm: Chiffre VI (fragm.)

'Container'
Het is slechts een voorbeeld van Rihms wijdse muzikale universum dat zich ten principale naar vele verschillende dimensies uitstrekt. Het is een universum als een 'container' (Knockaert) waarin elementen uit natuur en proportie, filosofie en schone kunsten, theater, literatuur, muziek uit verleden en heden, samenkomen en aan elkander gerelateerd zijn, gedreven door Rihms open pluralistische blik. Een postmoderne 'container', waarbij al deze elementen worden gehanteerd en geïnterpreteerd op uiterst persoonlijke wijze en toegepast vanuit een door esthetiek gedreven wil met als voornaamste doel het nieuwe te ontwikkelen. Daar hoort de allusie of het 'verborgen citaat' evengoed bij: geen helder of exact citaat uit een bestaande melodie van andere componisten. Het is juist Tonfall, of hetgeen uit het verleden Rihms interesse heeft gewekt, hem uitdaagt om het opnieuw te componeren en het daarmee als zijn persoonlijke concept te bezegelen.

Het oeuvre: divers, veelzijdig
Het heeft, alles bijeengenomen, geleid tot een groots muzikaal oeuvre, zowel uiterst divers als veelzijdig, en daardoor niet te vangen in 'losse' stilistische benamingen of defnities. De instrumentale muziek die uit dat veelvoud ontstond had, ondanks de daaraan door de componist vaak toegekende (sub)titels, in de jaren tachtig binnen dat oeuvre een tot dan niet vertoonde abstractie: de onderliggende tekst was niet de inspirerende factor maar Rihms beschouwing daarop. Rihm had nooit belangstelling getoond voor het herscheppen van iets dat buiten de muziek zelf viel. Een compositie diende in zijn ogen niet ter illustratie van iets dat hem had geraakt, noch als commentaar daarop. Het ging hem om zijn persoonlijke en individuele mening die haar weg diende te vinden in de directe benadering van klank en muziek.

Anekdotisch
Titels zijn niet meer dan anekdotisch, zoals Blaubuch, omdat Rihm het strijkkwartet nu eenmaal in een blauw notitieboek had genoteerd... Titels zijn 'geheim' maar ook uitdagend, de betekenis daarvan helder noch ondubbelzinnig. De titel Chiffre bijvoorbeeld, doet de componist zichzelf voortdurend afvragen wat de betekenis van 'chiffre' wel zou kunnen zijn. Titels kunnen uitdagend en raadselachtig zijn, dan dat ze de inhoud verklaren.

'Trial and search'
In de jaren tachtig heeft Rihm serieuze pogingen ondernomen om te componeren buiten het starre van het (muzikale) systeem. Hij wilde een zekere afstand daarvan creëren, onverschillig welk systeem het betrof, of zoals hij dat in zijn studietijd tot zich had genomen of had moeten nemen. Componeren zonder gebonden te zijn aan welk systeem ook, hoe meebuigend die ook op zich mochten zijn. Het mondde evenwel niet uit in een 'systeemloos' componeren omdat hij al snel tot de slotsom kwam dat dit onmogelijk was. Het kwam eerder neer op 'trial and search', om aldus de door hem als noodzakelijk gevoelde, creatieve vrijheid te veroveren, maar zonder in de valkuil van het onbepaalde te vallen. Het lijkt daarmee op vrijheid in gebondenheid...

Conclusie
Spijtig is wel dat Knockaert veel opsomt en uitlegt, maar een belangrijke aspect van Rihms componeren slechts in vogelvlucht behandelt: dat van de - vanzelfsprekend niet alleen in het oeuvre van Rihm zo belangrijke - harmonie (hij wijdt er niet meer dan zo'n 22 pagina's aan). Dat hij de grote vorm vrijwel buiten beschouwing heeft gelaten stuitte bij collega Emanuel Overbeeke eveneens op kritiek (klik hier), maar de verzachtende omstandigheid is toch wel dat (Eine) Chiffre veelal de grote vorm juist ontbeert. Een gedegen centrum ontbreekt, het 'systeem' is geen creatie op zich, maar voortvloeiend uiit wat het beste als 'compendium' kan worden omschreven.

Het komt helaas ook minder goed uit de verf of Rihm - althans Knockaert volgend - nu wel of geen 'unieke' componist was. Voor mij is hij dat wel, onomstotelijk zelfs, al zijn er nog zoveel sporen in zijn werk aan te wijzen die teruggaan naar de de opkomende Romantiek (Beethoven, Schubert, Schumann) en naar de Tweede Weense School (Schönberg, Berg en Webern). Dat staat evenwel uniciteit niet in de weg en te meer niet omdat (vrijwel) geen muziek niet 'ergens' zijn oorsprong of historische antecendenten heeft.

Het zou evenwel een grote vergissing zijn om Rihms componeren het een of andere traditioneel gevormde kleurtje mee te geven, want verbondenheid en isolatie zijn bij Rihm even vanzelfsprekend als de neoexpressieve diepe gelaagheid die zo sterk uit zijn werk spreekt, zoals ook de functie van de herhaling, de klankgewelven en de tot het absurde doorgevoerde dynamische detaillering. Muziek ook die zich gemakkelijker laat horen dan analyseren. En als het dan toch op dat laatste aankomt? Dan is er de handicap van die onvoorstelbare verscheidenheid die Rihm in zijn composities aan de dag heeft gelegd, met daarin die zo ogekend verrassende wendingen. We kunnen er in ieder geval dankbaar voor zijn wat Knockaert wél in kaart heeft weten te brengen; en dat is niet gering.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links