Audioapparatuur

Naim UnitiQute versus Naim Uniti Atom en Naim DAC-V1

 

© Aart van der Wal, november 2018

 

Tijdens de test (klik hier) van de Naim Uniti Atom en de Naim DAC-V1 werd tevens een klankmatige vergelijking tussen beide apparaten gemaakt. Dat leek achteraf bezien weliswaar voldoende, maar toch kruipt het bloed soms waar het niet kan gaan... Ik heb dus ook maar een klankvergelijking gemaakt tussen de geteste Atom en de in mijn bezit zijnde Naim UnitiQute (2), evenals de Atom een 'all-in-one' unit die ik al lang en tot grote tevredenheid gebruik. Verderop leest u dat ik heb gekozen voor drie verschillende proefopstellingen. De uitkomsten daarvan bleken niet echt opzienbarend, maar toch wel interessant.

Het gaat er mij in dit postcriptum niet om de vele mogelijkheden van de UnitiQute uit de doeken te doen (als u daarin geïnteresseerd bent, vindt u hier het pdf-bestand, hoewel veel verschil met de besproken Atom is er in dit opzicht niet) maar slechts om de klankmatige vergelijking met eerst de Atom die, zoals u ongetwijfeld weet, pas vrij kort op de markt is. Oud versus nieuw zou je dus kunnen zeggen, zij het wel met een knipoog naar het begrip 'oud', want de UnitiQute (2) is pas vrij recent uit de handel genomen. Tot besluit van de exercitie heb nog een klankmatige vergelijking gemaakt tussen de converter/voorversterker van de UnitiQute en die van de DAC-V1.

De UnitiQute en Atom als voorversterker
Ik heb al geruime tijd geleden de UnitiQute als pure DAC annex voorversterker in mijn audioketen opgenomen (de luidsprekeruitgangen bleven dus buiten gebruik). De Accuphase eindversterker is in termen van pure klank en afgezien van het aanzienlijk grotere uitgangsvermogen nu eenmaal beter dan de uitgangsversterker van de UnitiQue. Het is een combinatie die puik werkt, dat kan ik u verzekeren.

Die optie heeft de Atom ook in huis. Soms kan dat nuttig zijn, als bij toepassing van zeer hoogwaardige luidsprekers een beperking wordt ervaren in de klankeigenschappen van de Atom; of wanneer het uitgangsvermogen van de Atom aan de krappe kant is (hoewel: met mijn B&W 804 D3 luidsprekers, bij een gevoeligheid 89dB en met 2V op de uitgang was er op 42% van de beschikbare volumeslag al sprake van vol huiskamervolume (60m2). Hoe het ook zij, het kan van pas komen dat de Atom ook als DAC/voorversterker te gebruiken is.

Proefopstelling 1
In de door mij gekozen eerste proefopstelling heb ik zowel de UnitiQute als de Atom in 'stand-alone setting' aan de tand gevoeld, met beide apparaten beurtelings aangesloten op de luidsprekers (in dit geval de onvolprezen Bowers & Wilkins 804 D3, door mij onlangs nog getest). En in tegenstelling tot de nogal voor de hand liggende, 'snelle' A-B vergelijking (waar op zich niets mis mee is) heb ik er rustig de tijd voor genomen, een groot aantal opnamen de revue laten passeren, aantekeningen gemaakt.

Wat het uitgangsvermogen van de Uniti Atom betreft: met 2x40Watt aan 8Ohm (de UnitiQute moet het met 2x30Watt stellen, wat in de dagelijkse luisterpraktijk geen probleem hoeft op te leveren) kunnen ook gemiddeld gevoelige luidsprekers in een woonkamer van zo'n 50 m2 uitstekend uit de voeten. U zag het hierboven al: op nog niet eens de helft van het totaal beschikbare volume (42%) was het in mijn kamer bij 2V (0dB) uitsturing al ruim voldoende. Om toch nog even de nare effecten van 'clipping' te onderzoeken heb ik er bovendien een wel erg dramatische sopraan 'op los gelaten': Mozart-aria's op Deutsche Grammophon, met Gundula Janowitz en de Wiener Symphoniker onder leiding van Wilfried Boetcher. Zoals ook zeer stevige piano- en slagwerkimpulsen een vlekkeloos beeld opleverden.

Wat bleek vervolgens uit deze proefstelling? Dat de Atom qua klank iets hoger scoort dan de UnitiQute. Nee, het is verre van dramatisch en op minder hoog geklasseerde luidsprekers (ik gebruikte ter verdere vergelijking de B&W CDM1) misschien niet eens merkbaar, maar op de B&W 804 D3 zijn de verschillen er wel degelijk. Eenvoudig samengevat biedt de Atom in het middengebied een (nog!) grotere verfijning, het laag bezit meer kern en is bovendien nog een fractie droger ('hart und trocken' zouden de oosterburen zeggen), terwijl het stereobeeld (mits dat in de opname aanwezig is) zich iets breder laat vormen. Daarmee hangt ook samen dat de klank nog meer uit de luidsprekerkast loskomt. Echt, u hoeft nu niet prompt naar de winkel te rennen en uw mooie UnitiQute op Marktplaats te koop aan te bieden, maar wie thuis al bij voorbaat over een zeer goed klankkader beschikt raad ik een uitgebreide luistertest zeker aan.

Proefopstelling 2
Deze test betrof de klankmatige vergelijking van zowel de UnitiQute als de Atom met de DAC-V1. Om die vergelijking zo zuiver mogelijk te maken werd uitsluitend de DAC/voorversterker van beide units gebruikt, ditmaal verbonden met afwisselend twee verschillende eindversterkers (Accuphase en Meridian). De belangrijkste uitkomst was dat het de uitgangsversterker en niet de DAC/voorversterker van de Atom is die ten opzichte van de UniQute nog verder is verbeterd. De DAC-V1 kwam in deze vergelijking ook bij mij thuis uit de bus als een topproduct met een iets pittiger maar ook strakker laag, een fenomenale definitie en finesse en raffinement in het zo kritische middengebied. Het stereo-perspectief was zowel fraai als breed. Puur klankmatig beoordeeld is de rangorde duideljjk: de DAC-V1, gevolgd door de Atom en met de Unitiqute als waardige hekkensluiter.

Proefopstelling 3
Om het luisterfeest te completeren heb ik de DAC-V1 nog vergeleken met drie andere converters, van respectievelijk Meridian, Technics en Philips (de laatste twee stevig gemodificeerd en opgewaardeerd naar de stand van de huidige techniek). De Meridian presteerde over de bank genomen iets 'warmer', de Technic en de Philips net zo 'koel', en gedrieën gedroegen ze zich solidair in het middengebied, met iets minder doortekening en finesse. In het laag haalde de DAC-V1 zoals min of meer verwacht de beste score.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links