Solisten

Nogmaals Max van Egmond en James Bowman

 

© Frans Schouten, juni 2023

 

Onlangs (klik hier) herdacht Max van Egmond zijn onlangs overleden collega, de zanger James Bowman (1941-2023). Deze alto heeft als falsetzanger destijds grote naam gemaakt, vooral in het oude muziek milieu. Van Egmond verhaalde hoe Bowman eens optrad als acteur en zanger in de komedie Twelfth Night (1600/1601), van William Shakespeare. Hij speelde daarin de rol van Feste, de Fool die ook enkele liederen zingt. Hij sprak de tekst met zijn baritonstem, maar zong de liederen natuurlijk in falset, tot hilariteit van de middelbare schoolmeisjes voor wie deze uitvoering was bestemd. Bowman ging aan de rand van het toneel zitten en steeds doorzingend keek hij het jeugdige publiek recht in de ogen. De jongedames zwegen daarop schuldbewust.

Er is nog wel iets toe te voegen aan de schitterende veelzijdige rol van Feste de Fool. Hiertoe is enige uitleg wenselijk. Twelfth Night speelt zich af op de Eve, of de eerste Vespers van het feest van Drie Koningen, twaalf dagen na Kerstmis. Het is een feestavond van verkleden en vermommingen. In de komedie is het een spel van verwarring omtrent personen. Het laatste komt vooral voor rekening van Viola, de jonge vrouw die na een schipbreuk zich vermomd heeft als de page Cesario en in die hoedanigheid in dienst treedt van Orsino, de hertog van Illyria. De naam van dit land is symbolisch, verwijzend naar ‘illusie’. En werkelijk, deze komedie is één verrukkelijk spel van illusie en ontmaskering.
Anderzijds zien we de hofhouding van gravin Olivia waartoe Feste de Fool behoort. Viola alias Cesario en Feste de Fool zijn de drijvende krachten in het stuk. Viola en Feste zijn de gist in het Driekoningenbrood.

Vrouwenrollen werden in Shakespeare’s tijd gespeeld door jongens met niet gemuteerde stemmen. Het publiek zag dus een jongen verkleed als het meisje Viola, verkleed als de page Cesario. De derde, alomtegenwoordige rol is weggelegd voor de muziek. Twelfth Night is louter muziek van het eerste ogenblik af tot en met de epiloog, gezongen door de Fool Feste. Het stuk vangt aan met de overbekende tekst ‘If music be the food of love, play on’, gezongen door hertog Orsino. De irrealis “If”, het eerste woord van de komedie, voorspelt veel over het on gewisse verloop van hetgeen dat volgt. Feste zingt de schone love songs ‘O, mistress mine’ en ‘Farewell, dear heart’, benevens enkele catches en rounds, dit laatste in gezelschap van enkele uitgelaten hovelingen van gravin Olivia: Sir Toby Belch en Sir Andrew Aguecheek.

De muziekpraktijk aan het toneel ten tijde van Elizabeth I
Hoe zag de muziekpraktijk er uit in het theater van Shakespeare? Het publiek dat Twelfth Night bezocht, hoorde en zag een orkestje dat al speelde voordat hertog Orsino optrad met de eerste tekst. In dit geval speelde er een zogenaamde ‘broken consort’, bestaande uit een tweetal viola’s da gamba, een of twee blokfluiten, een luit, wellicht een zink/cornetto, en voor de dragende baslijn een theorbe, maar stellig geen trompetten en pauken. Er bleef uiteraard een grote vrijheid voor de bezetting van het instrumentaal ensemble dat tevens veel entr’acte muziek zal hebben gespeeld. Veel zal hebben samengehangen met de beschikbare ruimte en de opstelling van de instrumentalisten. De Fool Feste zal zichzelf hebben begeleid op de luit.

De rol werd in 1600-1601 mogelijk vertolkt door Shakespeare’s ideale acteur voor dit genre, William Kempe. Maar indien het toch Robert Arnim zou zijn geweest die de Feste heeft gespeeld, dan zou deze karakterspeler een geheel andere expressie en dynamiek aan de rol hebben gegeven.
Alle acteurs waren destijds tevens zangers, dansers, instrumentalisten en bedreven schermers, soms zelfs acrobaten.

De fool, William Kempe

Onzeker welk liedrepertoire toen kan zijn uitgevoerd
Dank zij de studies van F.W. Sternfeld weten we veel over de toepassing van liedmateriaal in Shakespeare’s drama’s. Van geen der liederen kan worden vastgesteld dat zij door Shakespeare zijn toegepast in de oorspronkelijke bezetting van Twelfth Night uit 1600 of later tijdens zijn leven. De oudst bekende tekst van deze komedie kennen we slechts door de Folio-editie uit 1623. Dat is dus zeven jaar na Shakespeare’s dood in 1616.

Hieronder volgt een overzicht van de verscheidene liederen en canons zoals gegeven in de Penguin Classics ed. 2015 Twefth Night, blzz. 99-106.

(1) I.1. If music be the food of love, play on. Geen contemporaine historische bron bekend; gezongen door hertog Orsino.
(2) II.3.37. O, mistress mine. Gezongen door de Fool Feste. Het lied is bewerkt en uitgegeven door Sidney Beck. Bron: Thomas Morley’s ‘First Book of Consort Lessons’, publ. 1599.
(3) II.3.67. Hold thy peace. Deze round werd gepubliceerd in Thomas Ravencroft’s ‘Deuteromelia’ (1609). Deze en de volgende rounds en catches werden uitgevoerd door Feste tezamen met andere leden van de hofhouding van gravin Olivia.
(4) II.3.75. Three merry men. De versie van deze catch is afkomstig van William Lawes’s ‘Catch that catch can’ (1652). Mogelijk dateert de melodie uit Shakespeare’s tijd.
(5) II.3.78. There dwelt a man in Babylon. De eerste regel is afkomstig van “The Ballad of Constant Susanna”, gezongen op een corrupte versie van ‘Greensleeves’.
(6) II.3.83. Bedoeld is ‘’the twelfth day of Christmas”. Geen vroege muziek hiervan bekend.
(7) II.3.99. Farewell dear heart. Song van Robert Jones uit het “First Book of Aires” (1600). Uitvoering in Twelfth Night onzeker.
(8) II.4.50. Come away, come away Death. Geen vroege muziek van dit lied bekend. Wordt in Twelfth Night gezongen door de Fool Feste.
(9) IV.2.71. Hey Robin. Een round, waarschijnlijk van William Corneyshe (ca. 1465-1523). Een bewerking van Sternfeld is opgenomen in Penguin ed. 2015.
(10) IV.2.121. I am gone, Sir. Geen vroege muziek bekend. Gezongen in Twelfth Night door de Fool Feste.
(11) V.1.386. When that I was and a little tiny boy. De tekst wordt als epiloog gezongen door Feste.

De oudst bekende melodie van J. Vernon is gepubliceerd in 1772. De versie in Penguin Classics 2015 is ontleend aan Chappell’s ‘Popular Music of the Olden Time’ (1859). F.W. Sternfeld heeft het lied voorzien van een begeleiding in ‘Songs from Shakeapeare’s Tragedies' (1964).

Bovenstaande lijst kan een leidraad zijn voor een moderne regisseur bij de muzikale uitwerking van een al dan niet historiserende productie van Twelfth Night.

De fool, Robert Arnim

Een komedie met vele Fools
Viola zet iedereen voor ‘fool’ met haar vermomming als de page Cesario. Zij is zelf hopeloos verliefd op hertog Orsino die weer lijdt aan de onbeantwoorde liefde voor Olivia. Het wordt erger wanneer Viola’s tweelingbroer Sebastian opdaagt, eveneens aangespoeld als schipbreukeling, maar op een andere plaats dan zijn zuster. De verwarring stijgt ten top door de onvermijdelijke persoonsverwisselingen.
Iedereen wordt nu ‘fooled’. De gravin wordt zelfs twee keer gefopt, eerst door haar onmogelijke liefde voor Viola/Cesario en vervolgens door haar huwelijk met Sebastian, de identieke tweelingbroer van Viola. Bovendien, had Feste de gravin al niet eerder een Fool genoemd ?(I.5.34-68).
Viola maakt het ook bont wanneer ze de gravin toevoegt: “Would it be better, madam, then I am?/ I wish it might, for now I am your fool” (III.1.141). Er moet een zekere zielsverwantschap hebben bestaan tussen Viola en Feste wanneer zij opmerkt: “This fellow is wise enough to play the Fool” (III.1.58).

Ik had gaarne de voorstelling bijgewoond waarin James Bowman als acteur en zanger de rol van Feste de Fool vertolkt heeft. Dankzij de sympathieke herinneringen van Max van Egmond aan de grote falsetzanger bezitten we ten minste nog deze aardige beroepsanekdote.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links