Solisten James Bowman (1941~2023)
© Max van Egmond, april 2023
|
||||||
Het is niet moeilijk om over deze kleurrijke en sympathieke collega wat gedachten te verzamelen. Hij en ik zijn niet alleen vakgenoten, maar ook van dezelfde generatie. Zijn verdiensten voor de zangkunst en met name de ‘oude muziek’ zijn natuurlijk overbekend. En ook nog op vele opnamen vastgelegd. Dus daarover kan ik kort zijn.
Zowel op het podium als in de opnamestudio hebben we vaak naast elkaar gestaan. Zoals veel Britse zangers is ook James Bowman begonnen in diverse Engelse jongenskoren. Dat heeft altijd tot gevolg, dat ze in hun latere leven geen moeite hebben met noten lezen. Dat is er ‘met de paplepel ingegoten’. Voor James betekende dat: vlotte repetities en korte voorbereidingstijd. Vervolgens beschikte hij over een intuïtieve muzikaliteit en betrouwbare techniek. Zijn gevoel voor humor en probleemloze aanpak zorgden altijd voor een prettige sfeer. Interessanter zijn enkele herinneringen in de persoonlijke sfeer. Bij een bezoek aan Londen hadden mijn partner en ik een keer afgesproken, James Bowman ergens voor koffie te ontmoeten. Hij bood ons toen kaartjes aan voor zijn debuut als acteur. Dat was zelfs voor hem iets nieuws. Het betrof de rol van The Fool in Twelfth Night van Shakespeare. Dat is voornamelijk een spreekrol, maar in de loop van het stuk moet hij ook enkele liederen zingen. Nu was dat een matinee voor middelbare scholieren en dat had zijn gevolgen… Nadat James een tijd gesproken had in zijn gewone baritonstem, begon hij te zingen in falset - zijn vakgebied, uiteraard. Daardoor begon een groep tiener-meisjes (op de voorste rij) hinderlijk te giechelen. Met tegenwoordigheid van geest liep James, al zingende, naar de rand van het toneel, ging daarop zitten met zijn benen ‘buiten boord’ en keek de luidruchtige meisjes recht in de ogen (steeds doorzingende). Hierdoor werden de wichten gehypnotiseerd en zwegen schuldbewust. Voor een debutant was dat een mooi staaltje van improvisatie!
De volgende herinnering stamt niet uit Londen maar Utrecht. Deze keer zong James bij de Nederlandse Opera in Amsterdam. Hij logeerde bij ons en nu kon ík hem een kaartje bezorgen voor een uitvoering op één van zijn vrije dagen. Ik zong die avond in Utrecht de Mariavespers van Monteverdi. De gastdirigent was Mark Deller, de zoon van Alfred Deller. Vader Deller was toen al in de nadagen van zijn carrière, maar zijn zoon had voor hem een solo in de Vespers gereserveerd. James Bowman kwam dus mee naar Utrecht om te luisteren. En toen gebeurde het: na afloop vroeg hij mij, hem voor te stellen aan de beide Dellers. Ik kon mijn oren niet geloven, want het bleek dat deze twee beroemde Engelse countertenoren, een van de oudere en een van de (toen) jongere generatie - maar beiden in Engeland gesitueerd - elkaar nog nooit hadden ontmoet. Aan mij de eer om dat te verhelpen…! Een jaar of tien geleden, toen James Bowman 70 jaar werd, gaf hij in de Londense Wigmore Hall een afscheidsrecital, begeleid door de klavecinist Mahan Esfahani (ook een kennis van mij). Een groep vrienden van James wilden van dit verjaardagsconcert een feestje maken en bedachten een verrassing. Zij wilden een mooi programmaboekje samenstellen met herinneringen aan het leven van James, geschreven door vrienden en collega’s. Ook ik werd voor zo’n bijdrage benaderd, maar James stak daar een stokje voor, toen hij dit plan ontdekte. Hij wilde niet de nadruk leggen op zijn 70ste verjaardag. Zoals een echte diva bleef hij liever leeftijdloos. James Bowman overleed op 27 maart in Redhill. ______________ index |
||||||