Opera en operette

La traviata in Rome

 

© Paul Korenhof, april 2021

 

Verdi: La traviata
Lisette Oropesa (Violetta), Anastasia Boldyreva (Flora), Angela Schisano (Annina), Saimir Pirgu (Alfredo), Roberto Frontali (Germont père), Rodrigo Ortiz (Gastone), Roberto Accurso (Douphol), Arturo Espinosa (D'Obigny), Andrii Ganchuk (Grenvil) e.a.
Teatro dell'Opera di Roma
Dirigent: Daniele Gatti
Vormgeving en regie: Mario Martone
Choreografie: Michela Lucenti
Kostuums: Anna Biagiotti
Opname: februari 2021

© Opera di Roma

Een opmerkelijke 'streaming' van La traviata uit Rome benadrukt het gebrek aan kwaliteit van vrijwel alle voorstellingen die de theaters - ook DNO - via internet aanbieden. Diensten die streamings verzorgen doen er alles aan de beelden zo fraai mogelijk op het scherm te brengen, maar wie zo'n opera via zijn hifi-installatie beluistert, komt van een koude kermis thuis. Waar een gewone cd uitkomt op 1411 kbps, komen de meeste streamings niet verder dan de 192 en zelfs 128 kbps die uit de oordopjes van pubers komt. Muziek is kennelijk van ondergeschikt belang.

Deze door de Italiaanse televisie verzorgde Traviata bleek echter een beeldkwaliteit van 1920x1080 te combineren met een audiokanaal van 448 kbps. Dat zegt niet alles, maar toen ik de download afspeelde via mijn grote Luxman, veerde ik op. Natuurlijk klinken een lp en een cd nog altijd voller, maar hier had de AC3-stroom zich verrassend goed laten omzetten naar LPCM-stereo.

Dat de solisten heel natuurlijk overkwamen, ook in de grote ensembles, was nog niet zo verwonderlijk, maar wel was ik verbaasd over de breedte en de diepte waarmee koor en orkest uit de luidsprekers kwamen. Zelfs de akoestiek van het Teatro Costanzi leek voelbaar en een kort moment was ik verzoend met het feit dat ik voor nieuwe voorstellingen op het internet aangewezen was.

© Opera di Roma

Dat laatste had alles te maken met de uitvoering: een combinatie van theater en filmbeelden met de illusie van een live-opname. Behalve aan de knappe montage was dat zeker ook te danken aan het recentelijk gerestaureerde 19de-eeuwse interieur, waarvan de loges, foyers, gangen en trappenhuizen dienden als decor voor een aantal intiemere scènes of om een bepaalde sfeer op te roepen. Slechts een enkele maal (duelbeelden aan het slot van het derde tafereel) bevond de camera zich buiten het theater. Dat kwam even gekunsteld over, maar het duurde te kort om storend te worden.

In schitterende kostuums van Anna Biagiotti werd dit een bijzonder fraaie 'historisch verantwoorde' enscenering van Verdi's opera. Niet dat zo'n benadering een sine qua non is, maar als het toch een historische aanpak is, moet die kunnen boeien zonder dat ik het gevoel heb dat ik naar een bewegend prentenboek zit te kijken. En dat was zeker niet het geval bij de knappe personenregie van Mario Martone. De emoties van Violetta en Alfredo, de langzame omslag in de houding van vader Germont, de reacties van de overige personages - ik heb ze zelden zo duidelijk gezien als hier.

© Opera di Roma

Belangrijker: Martone had het libretto op detailpunten beter geanalyseerd dan menige andere regisseur. Zo werd het drinklied niet alleen intiemer dan meestal het geval is (we zijn in een salon, niet in een stadion!), maar het werd ook geen eerste liefdesduet. Op dat moment is Alfredo voor haar nog niet veel meer dan een gewone bezoeker en de woorden 'Tra voi' waarmee zij haar aandeel in het 'Libiamo' begint, zijn door haar - als perfecte gastvrouw - gericht aan àlle gasten.

Onder een goede dirigent munten de musici van de Opera di Roma uit door warmte, helderheid, flexibiliteit en theatergevoel. Keer op keer constateer ik ook dat het Romeinse orkest de basis vormt onder veel van mijn favoriete RCA-opnamen uit de jaren vijftig, culminerend in de Otello onder Serafin, en in opnamen als die van Madama Butterfly onder Gavazzeni en Barbirolli, of die van Turandot onder Leinsdorf en Molinari-Pradelli.

Het aantreden van Daniele Gatti lijkt een nieuwe bloeiperiode in te luiden en het is jammer dat dit niet meer resulteert in een groot aantal opnamen. Een door hem geleide Vêpres siciliennes werd vlak voor het uitbreken van de corona-crisis een onvergetelijke ervaring (zie hier) en met deze Traviata bewijst Gatti dat er toen geen sprake was van een toevalstreffer. De vloeiende beweging, de intimiteit, de op emoties gerichte accentueringen en het mee-ademen met een idiomatisch gecoacht solistenteam doen mij keer op keer denken aan de live-opnamen waarin Carlo Maria Giulini in de Scala Maria Callas terzijde stond.

© Opera di Roma

De titelrol was toevertrouwd aan de Amerikaanse Lisette Oropesa. Twee jaar geleden herhaalde zij in Rome haar verbluffende Gilda uit Amsterdam en in datzelfde jaar maakte ik meer hoe zij na haar grote coloratuuraria in Les Huguenots in de Bastille een uitzinnig applaus in ontvangst mocht nemen. Sindsdien is haar ster snel stijgende en hier waagde zij zich aan een van de moeilijkste rollen uit het hele repertoire, een rol ook die eigenlijk twee, misschien zelfs drie verschillende zangeressen vraagt.

Die 'drie stemmen' bezit Oropesa niet - of nog niet. Van huis uit is zij een lichte maar kernachtige coloratuursopraan die nog niet helemaal op haar plaats is in de meer dramatische momenten. Dat bleek uit haar Konstanze in een recente Weense Entführung en het blijkt ook uit haar Violetta. Vocaal zeilt zij met superieur gemak door het eerste bedrijf, maar zij blijft daarbij iets te hard van klank waardoor in 'Ah, fors'è lui' te weinig gevoel en te weinig pasteltonen doorklinken.

In het duet met Giorgio Germont raakt zij op dreef, maar haar replieken tijdens het feest bij Flora missen hier nog de morbidezza die de eerste opname van Renata Scotto op dat punt onvergetelijk maken en in 'Amami, Alfredo!' mis ik het hartverscheurende dat Couperus 'het grote weten' zou noemen.

© Opera di Roma

Hoewel de regie het niet altijd makkelijk maakt, bijvoorbeeld door een echt onnodige regen van overjassen tijdens 'Sempre libera', komt Oropeso interpretatief echter een heel eind, waarschijnlijk vooral dankzij Gatti. Zuiver vocaal zingt zij de sterren van de hemel met nuances die doortrokken zijn van 'Italianità'. Het resulteert in een indrukwekkende sterfscène als slot van een nu al memorabele vertolking en het is de moeite waard om te volgen hoe Oropesa zich de komende jaren zal ontwikkelen.

Alfredo lijkt uitgegroeid tot het vocale visitekaartje van Saimir Pirgu, een Albanese tenor met een slank maar toch altijd warm timbre en een flexibiliteit die soms doen denken aan de jonge Gianni Raimondi. Daarbij valt op dat hij zijn stem onder controle heeft op een manier die nu eens herinnert aan Alfredo Kraus, dan weer aan Carlo Bergonzi en een enkele keer zelfs aan Cesare Valletti in de ondergewaardeerde opname (uit Rome!) onder Pierre Monteux.

© Opera di Roma

Roberto Frontali geldt al jaren als de enige Italiaanse Verdi-bariton van niveau naast Leo Nucci die weliswaar een betere zanger is, maar geen echte 'Verdi-bariton'. Wel lijdt de zang van Frontali al enige tijd onder slijtage, maar daarvan is weinig of niets te merken in een uitvoering waarin de regisseur zich concentreerde op intimiteit, en waarin de dirigent opvallend zorgzaam met de solisten omspringt.
Ook de zangers in de kleinere rollen profiteren daarvan en zo krijgt bijvoorbeeld baron Douphol, de 'beschermer' van Violetta, hier van Roberto Accurso veel meer karakter dan meestal het geval is.

Met de mix van film- en toneelbeelden maakte Mario Martone het zich niet gemakkelijk en hij overtuigt ook niet met de sterfscène die teveel een mengeling is van realiteit en droom met een slotbeeld dat te nadrukkelijk tracht sentimentaliteit te vermijden.
Een bijkomend punt is de verandering in timbre als Violetta vlak voor 'Addio del passato' haar recitatief vóór een spiegel zingt, en het akoestisch opkomen en wegzakken van het carnavalskoor als Violetta bij haar raam staat. Zo realistisch hoeft het ook weer niet: tenslotte horen we bij Alfredo's terugkeer hun beider stemmen in dezelfde akoestiek terwijl het beeld daar op dat moment beslist niet mee in overeenstemming is.

Uiteindelijk is dit echter niet meer dan detailkritiek, ondergeschikt aan een uitvoering die ik gefascineerd heb bekeken, en die ik daarna op een Blu-ray disc heb overgebracht. Zo'n uitvoering verdient in goede kwaliteit bewaard te worden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links