Opera en operette

Fedora kolderiek?

 

© Paul Korenhof, september 2021

 

Kenmerkend voor veel operarecensies in deze tijd is een reactie op de uitvoering van Fedora in de ZaterdagMatinee (zie hier) in de NRC van 13 september. Na een korte inleiding besteedde Eva Peek een lange alinea (een derde van de hele recensie) aan het 'tamelijk kolderieke' verhaaltje, een formulering die haar overigens bleek ingegeven door de dirigent. Daarna volgden dan ook nog twee korte alinea's met gemeenplaatsen en dooddoeners over de uitvoerenden.

Reeds eerder is op deze site aandacht besteed aan een weinig gefundeerd oordeel van Peek, maar als recensenten zich ook nog gaan verschuilen achter woorden van uitvoerenden, roept dat toch vraagtekens op. Vreemd is bovendien dat in een kwaliteitskrant totaal niet wordt ingegaan op het dirigeren, het zingen, het interpreteren en de mate waarin dit alles wel of geen recht doet aan het muziekdrama. In een recensie van een (reeds lang) bestaande en bij het groot deel van het operapubliek (over)bekende opera is een 'oordeel' over het werk zelf toch echt van ondergeschikt belang.

Het 'verhaaltje'
Daarnaast wil ik eveneens een kanttekening plaatsen bij de manier waarop regelmatig het muziekdrama zelf wordt benaderd. Steeds vaker neemt daarbij het 'verhaaltje' een centrale plaats in, terwijl dat bij opera's toch een secundaire, zo niet tertiaire rol speelt. Alleen al het feit dat één en hetzelfde 'verhaal', van Orpheus en Euridice via Romeo en Julia, Don Giovanni, De barbier van Sevilla, Othello en Een gemaskerd bal tot La Bohème en Manon Lescaut, door meerdere componisten werd gebruikt (in de 18de eeuw soms wel tientallen malen) is daarvan al een indicatie.

Essentieel voor een muziekdrama is wat de componist met het gegeven doet, meestal niet zozeer in de manier waarop hij het verhaal vertelt, als wel in zijn schildering en muzikale uitwerking van conflicten en emoties. Juist daarom werd het gegeven al vanaf de Florentijnse camerata vooraf bekend verondersteld, eerst vooral uit de mythologie, vervolgens ook uit historische of literaire bronnen (zie de voorbeelden hierboven) en later ook als op dat moment populair toneelstuk (La traviata, Tosca - en ja: Fedora!).

Toegevoegd element
Dat alles betekent dat consequente lijnen en dramaturgische logica niet vereist waren. Het publiek kende het verhaal toch wel en vanuit die kennis kon het eventuele lacunes probleemloos zelf invullen. De interesse ging vooral uit naar de muzikale uitwerking, naar de manier waarop emoties muzikaal werden weergegeven en uitgediept. En wat de beste componisten daarbij verhief boven hun kunstbroeders, was hun gave om met hun muziek een element aan het drama toe te voegen.

Verdi was op dat punt een grootmeester (Otello en Falstaff bewijzen dat ten volle), maar we kunnen ook denken aan Mozart (Le nozze di Figaro), Rossini (Il barbiere di Siviglia), Puccini (La Bohème) en anderen. Sommigen wisten aan het origineel zelfs een eigen draai te geven en creëerden een drama dat niet helemaal overeen kwam met wat de oorspronkelijke auteur voor ogen had gestaan (voorbeeld: Tsjaikovski's schildering van Ljenski in Jevgeni Onegin).

Een opera is geen detectiveroman en ook zijn we niet nieuwsgierig 'of ze elkaar krijgen'. Naar een opera gaan we net zo min voor het verhaaltje als naar een stuk van Shakespeare, Molière, O'Neill, Albee of welke andere grote toneelschrijver. En als we een opera niet kennen, lezen we vooraf de synopsis, juist omdat het niet draait om dat verhaaltje. Vrijwel altijd gaat het ons om de manier waarop een gegeven werd gedramatiseerd en/of om de interpretatie in die specifieke voorstelling.

'Achterhaald fenomeen'
De bespreking van Fedora door Eva Peek suggereert dat dit alles haar vreemd is - en haar niet alleen. Kennelijk baseerde ook de dirigent zijn oordeel meer op het verhaaltje dan op de muziek van Giordano, voorbijgaand aan het feit dat het libretto de (noodzakelijk) ingekorte versie is van een toen bekend toneelstuk. Zo'n benadering is zijn goed recht, maar met die instelling kan hij misschien toch beter ergens een kruidenierswinkeltje beginnen.

In een tijd waarin literair en dramatisch onbegrip steeds meer op de voorgrond treedt, is de hierboven gesignaleerde benadering geen uitzondering. Het blijkt ook uit de woorden van een recensent die onlangs (en bepaald niet in een huis-aan-huisblaadje) een opname van Verdi's Otello wegschreef met anderhalve opmerking over de stem van de tenor (geen woord zelfs over diens vertolking!) en drie woorden over de dirigent en de andere solisten.

Meer dan een kort stukje met een paar losse opmerkingen was Verdi's muziekdrama deze 'operarecensent' niet waard en in een reactie formuleerde hij zijn visie op een wijze die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat:
"Otello is (...) een achterhaald verhaaltje over een achterhaald historisch fenomeen met een even kinderachtig als ongeloofwaardig middeleeuws soort jaloezie rondom een zakdoek, vast en zeker ludiek in een tijd dat Game of Thrones, Wikileaks en Elon Musk nog niet bestonden."

Duidelijk is dat de voortschrijdende ontlezing in het huidige, neoliberale Nederland negatief doorwerkt op de affiniteit voor en het begrip van fictie. Een gevolg van het daardoor ontstane gebrek aan literair inzicht is een situatie waarin, zowel in literatuur als in drama, het 'verhaal' en niet de de wereld daarachter als essentieel wordt beschouwd. Maar als die benadering zelfs overslaat op recensenten, literatoren en andere cultuurcritici, ziet het er somber uit voor ons culturele en intellectuele klimaat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links