Interview Atlantis van Robin de Raaff op cd:
|
||||||
Het AVROTROSVrijdagconcert opent elk seizoen met een nieuwe Nederlandse compositie voor het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. - Vanwege de coronamaatregelen moesten hun gelederen dit jaar helaas flink worden teruggesnoeid. Maar in 2016 had nog niemand van covid-19 gehoord, dus kon Robin de Raaff onbekommerd uitpakken. Zijn op het vervallen zwemparadijs Tropicana geïnspireerde Atlantis maakte diepe indruk op publiek en pers. Onlangs verscheen het ambitieuze oratorium voor groot koor, orkest, sopraan, bariton en twee soloharpen op cd.
Na de première in 2016 schreef de NRC: 'De pulserende, zwellende, ziedende en sissende klankbrouwsels van Atlantis bezaten een fabelachtige gloed.' Ook voor de liveopname regent het vier jaar later jubelkritieken. 'Een indrukwekkend stuk [.] als een gigantisch fresco', oordeelde Bas van Putten in De Groene ; 'een soort doorwrocht en gelaagd "Lied von der Erde" schreef Maarten Brandt op Opusklassiek ; 'een orkestratie die zowel rijk als kleurrijk is' opperde de Franse recensent Thierry Vagne. 'We hebben als publieke omroep de taak onderscheidend te zijn, zegt programmeur Astrid in 't Veld. 'Nederlands, minder bekend en avontuurlijk repertoire staan sowieso hoog in het vaandel. De feestelijke seizoensopening is de ideale gelegenheid het publiek te verrassen met een gloednieuwe compositie voor onze twee huisensembles. Eerder al schreven componisten als Theo Verbey, Rob Zuidam en Joey Roukens mooie openingsstukken in opdracht van het AVROTROSVrijdagconcert.' De vraag welke criteria ze hanteert bij de keuze van een componist beantwoordt ze kort en krachtig: 'Kwaliteit!' Robin de Raaff kwam daarom als vanzelfsprekend in beeld: 'Robin had al een indrukwekkende carrière als componist, maar een werk voor groot symfonisch koor en orkest stond in 2015 nog niet op zijn werkenlijst. Hij vond het buitengewoon interessant te mogen schrijven voor zo'n omvangrijke bezetting, het was de verwerkelijking van een droom.' De Raaff beaamt dit: 'Ik vond het fantastisch dat ik de maximale bezetting van het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor mocht gebruiken. Waanzinnig, ik heb zes hoorns ingezet! Toen ik eenmaal gekozen had voor Atlantis , het slotdeel uit de gedichtenbundel The bridge van Hart Crane, besloot ik ook de orkestharpen als solisten naar voren te halen. Zij vertegenwoordigen de Zuilen van Hercules, die de toegang zouden hebben gevormd tot dit mythische eiland. Crane omschrijft ze als "twin monoliths, two frosted capes". Dit riep bij mij meteen beelden op van twee rijzige harpen.' Dat hij koos voor het gedicht van Crane wortelt in zijn liefde voor de muziek van Tristan Keuris. 'Tristan had zijn orkestwerk Brooklyn Bridge gebaseerd op het eerste deel uit Crane's bundel en ik was zo onder de indruk dat ik diens verzamelde gedichten heb aangeschaft.' Zomaar een één op één zetting maken van de verzen wilde hij echter niet. 'Ik heb het gedicht als het ware binnenstebuiten gekeerd. Crane schreef het in 1930 en tekent een bijna idyllisch beeld van Atlantis. Ik laat die visie gaandeweg overspoelen met reflecties vanuit onze tijd over het stijgen van de zeespiegel en de impact die dit heeft op ons leven op de aarde. Als een soort toekomst van gisteren.' Behalve verzen van Crane selecteerde De Raaff ook teksten van Plato; aan het slot stamelen de zangers uitspraken van overlevenden van watersnoodrampen. 'Zo flitst mijn stuk heen en weer tussen meerdere tijdsparallellen. Van de jaren dertig van de 20e eeuw, het Griekenland waarin Plato de ondergang van het ooit machtige Atlantis beschrijft en de 21ste eeuw met onze zorgen om de opwarming van de aarde.'
Om al die verschillende, telkens wisselende visies muzikaal vorm te geven voegde De Raaff twee solozangers toe. 'Ik wilde enkele zinsneden extra uitlichten, als momenten van bezinning en introspectie. Dat werd in eerste instantie een solosopraan, die voor mij de stem van Gaia vertegenwoordigt, de oermoeder van de aarde. Maar al snel voelde ik de behoefte een mannelijke figuur naast haar te plaatsen, als de stem van Plato. Dat werd een bariton.' Programmeur Astrid in 't Veld liet hem vrij in zijn keuzes, benadrukt De Raaff. 'Haar enige verzoek was het koor een prominente rol te geven.' In 't Veld: 'We waren inderdaad uitgegaan van de maximale bezetting van het koor, dus het was wel even passen en meten met die extra solisten. Gelukkig werd de opdracht gesubsidieerd door het Fonds Podiumkunsten, zodat we wat speelruimte hadden. Tegenwoordig is dat helaas geen vanzelfsprekendheid meer.' De Raaff: 'Volgens mij is het goed gelukt het koor een belangrijke rol te laten spelen. In het eerste couplet staan de zangers als het ware op als één massa. Dat blijft zo tot het allerlaatste couplet, waarin die anonieme menigte volledig uiteenvalt in individuen.' Maar ook al citeren de zangers hier flarden tekst van tsunami-slachtoffers en vond hij zijn eerste inspiratie in het vervallen zwembad Tropicana in Rotterdam, Atlantis schetst niet per se een doemscenario, bezweert hij. 'Mijn stuk zakt weliswaar met elke episode verder de diepte in en eindigt op de allerlaagste A van de piano, maar tegelijkertijd klinken dan de allerhoogste tonen van de witte pianotoetsen. Als flonkerende sterren verklanken zij een hoopvolle boodschap: de wereld vergaat niet, die blijft tot in lengte van dagen doordraaien.' Muziektechnisch gezien heeft het stuk een brugstructuur, gebouwd op de toon A van Atlantis, licht hij toe. 'Het begint en eindigt ermee. Omdat elk nieuw couplet een halve toon lager wordt, landen we na dertien stappen opnieuw op een A, zij het een octaaf lager. Grofweg kun je stellen dat Atlantis zich beweegt van A-groot naar a-klein, waarbij je de twee A's kunt opvatten als de pijlers van een brug.' Zomin als De Raaff in Atlantis de wereld laat vergaan, zomin draagt hij het modernisme ten grave, zoals de subtitel 'In memoriam Pierre Boulez' lijkt te impliceren. 'Uiteraard niet!', reageert hij enigszins ontdaan. 'Boulez was in mijn ogen de laatste grote van het eerste uur. Samen met componisten als Karlheinz Stockhausen en Luigi Nono creëerde hij een radicale breuk met de romantiek. Zij deden elke muzikale verwijzing naar het verleden in de ban en ontwikkelden het op complexe compositiemethoden gebaseerde serialisme. Die radicaliteit ligt achter ons, maar ik gebruik er wel stijlelementen uit, misschien moeten we spreken van "neo-modernisme".' Het was De Raaffs eigen initiatief Atlantis op cd te zetten, vertelt Astrid in 't Veld. 'Dat heeft nogal wat voeten in de aarde, want voor het uitbrengen van een liveopname is toestemming nodig van alle betrokkenen. Dirigent, solisten, koor, orkest, omroep en ga zo maar door, een enorme opgave. Gelukkig heeft Robin zelf flink geholpen met de eindmontage.' Dat kan evenmin een sinecure zijn geweest. Bij de première waren er wat balansproblemen, waardoor de vier solisten soms werden overstemd door orkest en koor. 'Dat klopt', zegt De Raaff. 'Ik herinner me dat het podium van TivoliVredenburg vanwege de grote bezetting flink was uitgebouwd. Daardoor zongen de solisten als het ware op tegen een muur, wat de klankbalans niet ten goede komt. Ik heb het geheel mogen remixen, dat was een lastige, maar dankbare klus.' Ook Astrid in 't Veld toont zich tevreden. 'Het enige waar Robin zich destijds niet aan heeft gehouden is de opgegeven lengte. De bedoeling was dat Atlantis dertig minuten zou gaan duren, maar het dijde uit tot vijftig. Daardoor werd het programma te lang en werden ook repetitietijden overschreden. Het was al met al een heel gepuzzel, maar het was alle moeite waard. Atlantis is een imposant stuk geworden en ik ben blij dat de cd nu in de winkels ligt.' ______________ index |
||||||