DVD-recensie

Diep inkervende Sjostakovitsj VIII in Luzern

 

© Aart van der Wal, november 2012

 

 

Wagner: Ouverture 'Rienzi'

R. Strauss: Salome (Dans van de zeven sluiers)

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 8 in c, op. 65

Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons

Live-opname: Luzern Festival, Cultuur- en Congrescentrum, 4 september 2011

C Major 709908 • 100' • (ook verkrijgbaar in Blu-ray formaat)

 


De Letse dirigent Andris Nelsons (1978), chef van het City of Birmingham Symphony Orchestra, leverde een dag na deze live-uitvoering opnieuw een ronduit spectaculair visitekaartje af met Rimski-Korsakovs Shéhérazade, mede dankzij een glorieus spelend Koninklijk Concertgebouworkest. Alleen in het Vijfde pianoconcert van Beethoven pakte het iets minder overtuigend uit, zij het dat dit beperkt bleef tot het rondo (klik hier voor de recensie).

Een bijna soortgelijk beeld zien we in dit programma, met de excellent vertolkte Rienzi-ouverture van Richard Wagner en de in alle opzichten superieure uitvoering van de Achtste symfonie van Sjostakovitsj. In de Dans van de zeven sluiers uit Richard Strauss' Salome daarentegen is het soortelijk gewicht ervan aan de dunne kant en staat Nelsons' (relatief!) onderkoelde benadering tamelijk ver af van de furieuze interpretatie door Georg Solti, die deze kant van de partituur gewoon beter wist te belichten. Het is onder Nelsons eerder een respectabele dan een zinderende uitvoering geworden, al dwingt de grote ritmische precisie en de schitterende orkestkleuren veel bewondering af. Nelson weet als geen ander Strauss als instrumentator en orkestrator in het zonnetje te zetten.

Het echte krachtenspel bewaarde Nelsons en het orkest voor een van de 'oorlogssymfonieën' van Sjostakovitsj, de Achtste, uit het oorlogsjaar 1943. Hij herhaalde hier het huzarenstukje dat hij al eerder - met de Berliner Philharmoniker - in Berlijn opvoerde (het was genieten via Digital Concert Hall): een lezing die bijna uit zijn expressieve voegen barst en waarin - het begint al in het breed opgezette openingsadagio - de spanningen meesterlijk worden opgebouwd en, net zo belangrijk, worden vastgehouden tot letterlijk het bittere einde. Nelsons creëert zoveel momentum en concentratie dat het voortdurend een bijna ademloos luisteren wordt; en dus niet alleen tijdens de spectaculaire momenten (waarvan er overigens veel zijn). Het Allegretto wordt haarscherp neergezet, het Largo ontroert diep door zijn lang uitgesponnen 'Gesangslinien' (Nelsons gaat met zijn ensemble de echte diepte in, hij neemt beheersbare risico's en laat zijn musici vaak voluit gaan) die we ook zo goed kennen van de uitvoeringen onder Jevgeni Mravinski, Rudolf Barshai en Valery Gergiev. Die van Mravinski misschien nog het meest. Het is volstrekt duidelijk, Nelsons heeft de ziel in deze muziek gevonden, geniet er zichtbaar van en doet er alles aan om die ook maximaal naar de oppervlakte te brengen. De enorme krachtexplosies, afgewisseld door de delicaat gefraseerde, dichterlijke tederheid, levert een fascinerend, maar vooral diepgravend spel van contrasten op dat zo sterk inwerkt dat zelfs het slot geen bevrijding brengt: na de slotmaten duurt het zelfs even alvorens Nelsons - overigens zonder enige theatraliteit of opgelegde emotie - de stilte verbreekt door zelf te applaudiseren. Een hommage aan de componist?

Helaas heeft de geluidskwaliteit te te lijden van een krap bemeten laagweergave. Het zou zeker nog indrukwekkender hebben geklonken als de bassen meer présence hadden gehad. Maar ook het algehele klankbeeld mist breedte en diepte, hoewel dit door het visuele aspect wel enigszins wordt gecompenseerd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links