![]() DVD-recensie Frans eerherstel voor Rienzi
© Paul Korenhof, oktober 2013
|
Helemaal geen gek idee om Wagner's meest Meyerbeer-achtige opera op te nemen in Frankrijk, het land waar deze partituur - in opzet, structuur en klank - misschien nog wel meer wortels heeft dan in Duitsland. Een belangrijk punt daarbij is dat men in Frankrijk waarschijnlijk toch iets meer gevoel heeft voor het karakter van een 'grand opéra'. De kunst is vooral om - zelfs als het ballet wordt weggelaten - de structuur van het werk zelf in tact te laten en daarin slaagde men bij deze productie aanmerkelijk beter dan bij de vooral scenisch spraakmakende productie van Philipp Stölzl die in 2010 in de Deutsche Oper Berlin werd opgenomen, en die inmiddels bij Arthaus Musik op dvd verscheen (klik hier). Voor de voorstelling die in oktober 2012 in Toulouse te zien was, werd de partituur teruggebracht tot minder dan drie uur muziek. Ook hier is dus flink gecoupeerd waarbij eveneens het complete ballet eraan moest geloven, maar dat blijft toch jammer. Niet alleen is het een fraai brok muziek, maar het is ook onmisbaar voor het karakter van de partituur en het evenwicht binnen een voorstelling. Als er al gesneden moet worden, prefereer ik de kaasschaaf die overal iets weghaalt boven rigoureus amputeren met het gevaar van voelbare verminkingen. Aan de andere kant biedt deze productie in ieder geval twintig minuten meer muziek dan de versie die Philipp Stölzl bij de Deutsche Oper Berlin regisseerde en waar de belangrijke rol van Rienzi's zuster Irene daardoor volledig verwaterde. Waar de productie van Stölzl sterk de aandacht trok door een grote mate van ironie en parallellen met oude films, bewandelde Jorge Lavelli in Toulouse meer het traditionele operapad zonder overigens een actualisering uit de weg te gaan. Het verhaal van de deels idealistische, deels naar het fascisme neigende Romeinse volkstribuun die uiteindelijk door zijn eigen aanhang ten val wordt gebracht, vraagt daar ook om. De toneelbeelden zijn dan ook enigszins voorspelbaar, al in de gewelddadige 'journaalbeelden' tijdens de ouverture, maar dat is bij moderne ensceneringen steeds vaker het geval. Lavelli geeft zijn actualisering echter een tijdloos aspect mee door de consequent witte grimering van zijn personages, die daarmee hun individualiteit inwisselen voor een rol als prototype. De sterkste onderdelen van deze voorstellig zijn echter het krachtige en kleurrijke orkestspel waarmee Pinchas Steinberg, hier wederom een van de overtuigendste voorvechters van het grote romantische repertoire, en de titelrol van Torsten Kerl. Ook in de Berlijnse productie bleek deze tenor al een in alles overtuigende Rienzi, maar inmiddels lijkt hij nog meer met de rol vergroeid en straalt zijn hele vertolking nog meer autoriteit uit, ook als hij zijn zang soms iets te lang op volle sterkte houdt. Maar dat is een euvel dat bij veel hedendaagse zangers steeds meer op de voorgrond treedt. Een andere opmerkelijke vertolking is de visueel volkomen geloofwaardige Adriano van de Duitse mezzosopraan Daniela Sindram, die mede door de duidelijke kern in haar timbre de jonge Romeinse patriciër scherp omlijnt in zowel zijn 'himmelhoch jachzend und zum Tode betrübt' als in de ontvlambaarheid die hem moeiteloos van het ene uiterste in het andere doet storten. Tussen deze twee mannenrollen staat een minder scherp gedefinieerde maar vocaal betrouwbare Irene van de sopraan Marika Schönberg, die dankbaar profiteert van het feit dat Irene hier als karakter beter uit de verf komt dan in Berlijn. Misschien was Camilla Nylund in Berlijn iets lyrischer, meisjesachtiger zo u wilt, maar haar rol was door Stölzl dermate gereduceerd dat zij nauwelijks te horen was. In de grote ensembletheaters van München en Wenen zouden de kleinere rollen wellicht scherper geprofileerd zijn geweest (vooral de weke Colonna van Richard Wiegold verzwakt soms het optreden van Rienzi's tegenstanders) maar op het uitgebreide aandeel van de Franse en Italiaanse koren valt niets af te dingen. Een fraaie cameravoering, helder doorkomende stemmen en een brede, volle orkestklank ronden deze productie op waardige wijze af, maar ook in dit dvd-boekje ontbreekt weer een track-indeling, terwijl de wel afgedrukte synopsis zo summier is, dat de relatie tussen Rienzi en Irene pas in de laatste zin duidelijk wordt. index |
|