DVD-recensie

Triomf van modern bel canto

 

© Paul Korenhof, mei 2016

 

Rossini: La donna del lago

Joyce DiDonato (Elena), Juan Diego Flórez (Giacomo V/Uberto), Daniela Barcellona (Malcolm Groeme), Eduardo Valdes (Serano), Oren Gradus (Duglas d'Angus), John Osborn (Rodrigo di Dhu), Olga Makarina (Albina), Gregory Schmidt (Bertram), The Metropolitan Opera
Dirigent: Michele Mariotti
Regie: Paul Curran

Erato 46050987 (2 dvd's)

Opname: New York

 

Vanaf mijn kennismaking met een uitvoering waarin Montserrat Caballé, Julia Hamari, Franco Bonisolli en Pietro Bottazzo de hoofdrollen zongen, was ik ervan overtuigd dat La donna del lago een van Rossini's interessantste en ook een van zijn beste werken was. Daarbij was het ook zijn meest 'romantische' partituur vóór Guillaume Tell met een orkestratie waarin vooral aan houtblazers en hoorns een opvallende plaats was toebedeeld. De eerste officiële opname kwam in 1983 uit Pesaro en combineerde de gouden stemmen van Katia Ricciarelli en Lucia Valentini-Terrani, en in 1992 verscheen een Scala-uitvoering onder Riccardo Muti met June Anderson die jammer genoeg iets te veel op virtuositeit en te weinig op romantiek gericht was. Weer beter van sfeer was een live-opname van Opera Rara uit 2007, maar daarin klonk het zingen net niet virtuoos genoeg. Op dvd moesten we het tot voor kort echter doen met Muti's Scala-productie waarvoor regisseur Werner Herzog een 'filmische' enscenering had ontworpen die dermate zwaar op de hand was, dat ik er niet echt mee uit de voeten kon.

De afgelopen tien jaren lijkt voor La donna del lago het tij een beetje te keren en dat is vooral te danken aan Joyce DiDonato, een 'ouderwetse' mezzosopraan op het grensgebied tussen sopraan en mezzosopraan (voor een toelichting, klik hier). In Elena, Rossini's romantische heldin die min of meer de schakel vormt tussen Angelina in La Cenerentola en de grote Bellini-rollen, vond zij een van haar beste rollen die zij inkleurde met een - zeker voor een moderne zangeres - opmerkelijk gevoel voor kleurnuances en p/pp-effecten.
Bij vrijwel alle voorstellingen van dit werk had DiDonato het geluk dat zij in de tenor Juan Diego Flórez een partner van hetzelfde kaliber vond, maar op een ander punt was de tijd haar minder gunstig gestemd. Rossini's opera is gebaseerd op The Lady of the Lake van Sir Walter Scott, maar evenals het 19de-eeuwse bel canto is de (vroeg-)19de-eeuwse historische roman niet bepaald het genre waarmee moderne regisseurs goed uit de voeten kunnen. Producties in Milaan en Londen droegen echter niet altijd bij aan en groeiende waardering voor Rossini's muziekdrama. De beste manier om te genieten van de manier waarop DiDonato en Flórez hun lange vocale lijnen vol in stemvoering, stijl, frasering en virtuositeit het volle pond gaven, was het beluisteren van die voorstellingen via de radio.

Op deze dvd herhalen beiden hun rollen met dezelfde virtuositeit en dezelfde zorg voor afwerking, maar de Met blijft natuurlijk wel een theater waarin alleen de grootste stemmen op het punt van kleuring en frasering maximaal tot hun recht kunnen komen. Dat wordt duidelijk geïllustreerd door de tenor John Osborn, die bij DNO na zijn optredens in I puritani en Guillaume Tell met superlatieven overladen werd, maar die hier in vergelijking met Flórez niet meer dan een 'goede tweede' is, indrukwekkend in de tessitura van zijn rol, maar zonder de romantische lyriek van een Pietro Bottazzo.

De mezzosopraan ('mezzo-alt') Daniela Barcellona, die de afgelopen vijftien jaar ongeveer het monopolie bezat voor de rol van Malcolm, betoont zich wederom een solide vertolkster met een vol timbre en een imponerende coloratuurtechniek, maar ik mis bij haar de brille van Marilyn Horne en de jeugdige helderheid van Valentini-Terrani. Dat gevoel heb ik niet voor het eerst en kijkend naar het scherm krijg ik steeds meer de indruk dat het te maken heeft met een zangtechniek waarbij zij haar dynamiek probeert te beheersen door haar mond wijder of minder wijd te openen.
De keel- en mondholte vormen de deur waardoor het geluid naar buiten moet en zoals Luisa Tetrazzini al schreef in haar Art of Singing : "(.) als de deur niet vergenoeg open staat, kun je niet verwachten dat er een volle, ronde toon naar buiten komt." Dat laatste is extra belangrijk in passages vol fiorituren, omdat - zoals de coloratuursopraan Henriette Sonntag ('de nachtegaal') ooit constateerde, "(.) het vooral in virtuoze passages soms noodzakelijk is volume op te offeren ten bate van de nauwkeurigheid."
Bij zingen leiden er veel wegen naar Rome en wat voor de ene zanger geldt, geldt niet voor de andere, maar wie bekend is met de hoofdstukken over resonantie en klinkervorming in Caruso's Method of Voice Production, zal alleen al bij het zien van de kaakstand en de mondopening van Barcellona af en toe vraagtekens hebben. Het resultaat is verbluffend, maar afgezien van haar weinig heldere dictie (veel van haar tekst versta ik echt niet) blijf ik het gevoel houden dat vooral het hele gebied tot mezzoforte helderder en briljanter moet klinken om de muziek echt tot haar recht te laten komen.

Dirigent Michele Mariotti bezielde het orkestrale aandeel met een flinke dosis italianità, maar de totaalklank doet soms meer denken aan Guillaume Tell dan aan de meer mozartiaanse benadering die het publiek in 1819 bij de première in Napels gehoord moet hebben. In deze voor Sante Fe geproduceerde voorstelling vertelt regisseur Paul Curran verder het verhaal gewoon zoals het is - hoewel 'gewoon'? Als de soldaten van de koning in het eerste bedrijf hun opwachting maken en luidkeels klagen dat zij overal vruchteloos naar hun vorst gezocht hebben, dragen zij wel een fikse jachtbuit met zich mee, dus met dat intensieve zoeken viel het kennelijk wel mee. In diezelfde scène ontgaat mij volledig waarom zij boerendeernen op de knieën dwingen en bedreigen onder het zingen van de woorden "O hemel, U die onze trouwe harten leest, lijd ons naar hem!" Logica schijn je tegenwoordig nog maar van weinig regisseurs te mogen verwachten.

Hoe de toneelbeelden van Curran en zijn vormgevers in de Met hebben gewerkt, valt via het beeldscherm moeilijk na te gaan, maar een rustiger cameravoering met iets minder beeldwisselingen was af en toe wel prettig geweest. Het geluidsspoor (46kHz/16bit bij 1.5Mbps) voldoet aan de hoogste eisen, maar de opname had ik graag iets directer gehoord en het afsnijden van het applaus verdient geen schoonheidsprijs. Een track-indeling is helaas alleen in het dvd-menu te vinden en de opnamedatum nergens, maar behoudens mogelijke correcties moet dat 14 maart 2015 geweest zijn.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links