DVD-recensie

Effecten leidraad in Kosky's Tosca

 

© Paul Korenhof, mei 2023

 

Puccini: Tosca

Malin Byström (Floria Tosca), Joshua Guerrero (Mario Cavaradossi), Gevorg Hakobyan (Scarpia), Martijn Sanders (Cesare Angelotti), Federico De Michelis (Sagrestano), Lucas van Lierop (Spoletta), Maksym Nazarenko (Sciarrone), Alexander de Jong (Carceriere)
Nieuw Amsterdams Kinderkoor
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest
Dirigent: Lorenzo Viotti
Regie: Barrie Kosky
Naxos NBD0166V (BD)
Opname: Muziektheater, Amsterdam, 3 en 6 mei 2022

 

In de nu op dvd uitgebrachte Tosca die Barrie Kosky vorig jaar bij DNO presenteerde (klik hier voor de oorspronkelijke recensie), zit aan het slot van het eerste bedrijf een merkwaardige scène. Als Tosca terugkomt in de kerk waar Cavaradossi aan het schilderen was, treft zij daar de politiechef Scarpia met een paar handlangers die even daarvoor spontaan de koster hebben afgetuigd.
Tijdens haar gesprek met Scarpia trekken deze heren zich discreet terug, maar na haar vertrek komen zij als brave schooljongens Cavaradossi's schilderspullen en de door Tosca weggegooide bloemen weghalen. En als dat nog gebeurde op bevel van Scarpia, maar niets daarvan: dat deze sadistische macho's zich ontpoppen tot ijverige opruimers, geschiedt louter ten behoeve van een regisseur die voor de scène daarna een leeg toneel nodig heeft. Personenregie in dienst van een theatraal effect! Sorry, meneer Kosky, maar dit is knullig!

Dat effect zelf blijft overigens magistraal: het Te Deum geënsceneerd als solo van Scarpia met achter hem een langzaam naar voren komend drieluik met het Laatste Oordeel waarop we de hoofden van de koorleden ontwaren als de gezichten van de uit hun graf oprijzende doden. Dat Lorenzo Viotti daarbij koor en orkest tot grote hoogte opstuwt, is begrijpelijk, en dat het publiek uit zijn dak gaat, eveneens. Het was een van de meest overweldigende momenten die ik ooit in het theater heb meegemaakt en hoewel het op een beeldscherm toch iets minder imponeert, blijft het een groots effect, zeker als de dvd is aangesloten op een goede geluidsinstallatie (maar waarom Scarpia daarna moet gaan liggen kronkelen alsof hij opeens afgrijselijke buikpijn heeft, blijft onduidelijk).

Visueel effectwerk
Wat er direct aan voorafging, is echter enigszins onlogisch en totaal 'out of character', maar het is niet het enige moment waarop de logica ver te zoeken is. Het begint er al mee dat Cavaradossi geen muurschildering maakt, maar dat hij een schildersezel in een kerk zet om daar een vrijstaand schilderij te maken, hoewel ook uit het libretto duidelijk blijkt dat hij op een steiger staat te schilderen. Maar goed, aan de gezongen tekst wenst de regisseur zich sowieso niet te houden. Zo zien we in het tweede bedrijf Scarpia in de weer met een fles Puligny Montrachet, een witte Bourgogne, die hij even later Tosca aanprijst als 'wijn uit Spanje'!

Kortom: het slot van het eerste bedrijf is zonder meer grandioos en de daarop volgende, strak geregisseerde confrontatie van Scarpia en Tosca in het tweede bedrijf is zelfs ijzingwekkend, ook door het spel van Gevorg Hakobyan en Malin Byström. Dat deze Scarpia niet door de regie niet is neergezet als een Romeinse aristocraat, en dat Hakobyan geen bronzen bariton heeft die zindert van italianità, deert daarbij nauwelijks. Maar ik ga wel naar een opera voor het hele muziekdrama, en niet voor een paar spectaculaire momenten in een geheel dat verder op diverse punten wringt en rammelt.

Het personage van Scarpia staat duidelijk in het centrum van Kosky's regie, maar ook in het tweede bedrijf wordt de enscenering verstoord door onlogische momenten. Zo wordt uit de ondergrondse martelkamer een bebloed bundeltje op het toneel gelegd, waarna Scarpia nieuwsgierig (en wellustig?) enkele afgehakte vingers gaat zitten bekijken. Een van die vingers ontdoet hij vervolgens van een ring die hij onder de kraan afspoelt en aan zijn eigen vinger schuift. Voor Tosca lijken die afgehakte vingers geen al te groot probleem; zij toont zich in ieder geval meer beangstigd dan geschokt en reageert alleen met de vraag 'Mario, doen ze je nog pijn?' Het antwoord van Cavaradossi klinkt trouwens ook niet alsof hij door helse pijnen verstikt wordt, maar als kort daarop uit de martelkelder opeens een ijselijke, aangehouden noodkreet opklinkt, vraag ik mij wel af wat er dan wordt afgesneden.

Ook hier gaat het effectwerk duidelijk vóór logica, en dat wordt bekroond met een terugkeer van de gemartelde Cavaradossi waar de bloedspetters van af vliegen - letterlijk! Aan de verbeelding wordt door Kosky niets overgelaten!

Dat het inleven in de personages bij Kosky niet voorop staan, blijkt ook uit het feit dat Tosca na het tweede bedrijf blijkbaar alle tijd vindt om zich in elegante reiskleding te steken en zich daarbij een coiffure aan te meten die haar beslist meer dan vijf minuten moet hebben gekost. En al die tijd laat zij de arme Cavaradossi met bebloed hoofd en afgehakte vingers op zijn executie wachten. Kennelijk vindt zij het belangrijker zich fraai op te tutten dan om zich zo snel mogelijk met het op Scarpia veroverde vrijgeleide naar Cavaradossi te haasten? En dat alles omdat Kosky in het derde bedrijf Tosca ten tonele wil voeren alsof zij zo van de catwalk komt. Ook hier is het effect weer belangrijker dan dramaturgie en logica samen!

Sadisme
Als het moet kan ik nog meer voorbeelden aandragen, maar de strekking is duidelijk: deze Tosca draait om visuele momenten, waarbij Scarpia's sadisme wordt aangegrepen voor gruwelmomenten in de stijl van goedkope B-films. Maar het moderne publiek dat vaak al steigert van politiek correcte verontwaardiging bij een onschuldig kunstwerk waarin men racistische of seksueel getinte verwijzingen meent te ontdekken, schijnt te smullen van bloed en sadisme. En Kosky dus ook! Dat het slot van het eerste bedrijf en het hele tweede bedrijf magnifiek theater opleveren, ook in de personenregie, staat buiten kijf, maar het is tekenend dat daarin de hele rol van de Scarpia is omvat. Tosca en Cavaradossi spraken deze regisseur duidelijk minder aan.

In een interview vertelde Kosky vorig jaar dat hij vanaf de eerste kennismaking gefascineerd was door Tosca, maar kennelijk doelde hij vooral op de figuur van Scarpia. Diens sadisme appelleerde ongetwijfeld ook aan Puccini, die vooral in de benadering van vrouwelijke hoofdpersonen regelmatig sadistische trekjes verwerkte. Daarnaast werd Kosky zeker gestimuleerd door Puccini's gevoel voor theater en de daardoor ontstane mogelijkheden voor theatrale effecten. Dat hij echt uitgaat van Puccini's muziek, zoals we in het dvd-boekje weer kunnen lezen, betwijfel ik ten zeerste. En als het zo is, is het uitsluitend de muziek van Scarpia en ten dele die van Tosca.

Anders ligt het kennelijk met de muziek van Cavaradossi. Meer nog dan de aria's missen diens duetten met Tosca een enscenering die de zinderende gevoelens van die momenten onderstreept. 'Recondita armonia', gaat voorbij als een dialoogscène en 'E lucevan le stelle' werd in de regie van Kosky een schrijnend portret van een man die fysiek en psychisch gebroken is. Dramatisch effectief, maar muzikaal hooguit een schematische weergave van de in de muziek uitgedrukte sentimenten. En doordat niet alleen de tenor Joshua Guerrero maar ook Viotti zich kennelijk door Kosky liet leiden, missen Cavaradossi's 'tophits' hier veel van de uitstraling en het meeslepende effect die ten grondslag liggen aan de (terechte) populariteit van die fragmenten.

Bij de duetten komt dat in het eerste bedrijf niet verder dan een vage schildering van de sentimenten, vooal die van de verliefde maar ook razend jaloerse Tosca, en in het slotduet klinkt weinig door van de extatische hoop op een zonniger toekomst. Het is of beiden beseffen dat dit een illusie is, en dat zij - bewust of onbewust - zich daar bij voorbaat bij neerleggen. Dramaturgisch zou ook dat beslist een prima benadering zijn geweest, als de muziek van Puccini niet iets heel anders had verteld.

Tot slot
In het Muziektheater viel het vorig jaar met de hierboven gesignaleerde ongerijmdheden nog wel mee. Zij waren we er wel degelijk, maar de ambiance van de voorstelling en het erbij aanwezig zijn, maakten ze beduidend minder voelbaar. Met een dvd die erom vraagt om meer dan eens bekeken te worden, liggen de zaken anders. Je wordt er als kijken bijna letterlijk met je neus bovenop gedrukt en een kritische kijker gaan zij vanzelf steeds meer irriteren. Bovendien wil ik bij herhaald kijken en luisteren ook optimaal muzikaal genot en dat levert deze voorstelling mij niet altijd.

De besproken Blu-ray schijf is technisch uitstekend, maar laat een akoestisch verschil horen tussen het tweede bedrijf met een gesloten decor dat de stemmen met élan over het orkest heen projecteert, en de beide andere met een open decor. Vreemd in de Nederlandse ondertiteling is dat Spoletta Scarpia aanspreekt met 'excellentie', maar hem wel vriendschappelijk tutoyeert. Ook DNO lijkt op dat punt de weg kwijt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links