DVD-recensie © Paul Korenhof, augustus 2021
|
Drie jaar geleden signaleerde ik een nieuwe productie van La Bohème die in Covent Garden de nog steeds onvergetelijke enscenering van John Copley moest vervangen. Diezelfde productie presenteert Opus Arte nu wederom met een grotendeels andere bezetting rond de Mimì van Sonya Yoncheva. De door Richard Jones geregisseerde voorstelling blijft echter een typisch moderne enscenering met visuele effecten die de sfeer eerder verstoren dan versterken. (Om niet in herhalingen te vervallen, verwijs ik hiervoor echter naar mijn vorige bespreking - klik hier). Een andere overeenkomst is de dubbele bezetting van Musetta. In 2018 had Joyce El-Khoury in de bioscoopversie die rol overgenomen van Simona Mihai die haar scènes daarna wel voor de dvd mocht vastleggen. Hier horen en zien we wederom een levendig zingende en acterende Mihai, maar in dit geval heeft zij de rol voor de video overgenomen van Aida Garifullina die op haar beurt weer wel in de bioscoop te zien was (en de rol iets meer warmte verleende). En wederom is er dus een speciale dvd-versie gemaakt, maar de eerste akte (zonder Musetta) blijkt in beide versies die van 17 januari. Aan de muzikale kant constateer ik verder wel een sterke nadruk op de zang en het vocale volume, vooral in de uitbundige scènes van de vier bohémiens die luid en met een overdaad aan boventonen boven het orkest uit komen. Ik heb vele tientallen voorstellingen in Covent Garden meegemaakt, in de zaal en op de balkons, maar dit weet ik zeker: zó, en vooral: in zó'n balans heb ik zangers en orkest in dat theater nooit gehoord. Een feit is echter dat de tenor Charles Castronovo de neiging vertoont om flink veel volume te geven. Tijdens de openingsscène lijkt zijn stem nog redelijk in verhouding met die van de anderen, maar bij de opkomst van Mimì is er een aanmerkelijk verschil tussen zijn zang en die van Yoncheva. In 'Che gelida manina' is het of hij Corelli probeert te imiteren en zowel daar als op andere momenten mis ik de poëzie van Rodolfo's als Björling, Bergonzi, Pavarotti, Dvorsky of Carreras. In zo'n lyrische en intieme aria proberen het dak van het theater te blazen past niet echt bij een Rodolfo die zichzelf bij herhaling een dichter noemt, maar ook de dirigent treft hier enige blaam. Bovendien klinkt de directie van Emmanuel Villaume erg routineus, lijkt hij weinig geïnteresseerd in frasering en is van homogene ensemblezang weinig te merken. Dat laatste trof mij vooral bij het ensemble na Musetta's wals en bij het van emoties doortrokken kwartet aan het slot van het derde bedrijf (maar in de akoestiek van Covent Garden kan het publiek dat anders ervaren hebben). Het hierboven gesiglaeerde probleem met het klankkarakter neemt niet weg dat beeld en geluid van de Blu-rau Disc op een niveau staan dat we van Opus Arte mogen verwachten. Wie de Engelse ondertiteling volgt, moet zich alleen niet storen aan vreemde spelfouten in woorden met accenttekens (en de naam Mimì komt regelmatig voor . . .) index |
|