Componisten/werken Wolfgang Rihm (1)‘Die Musik beginnt, bevor sie begonnen hat'
© Aart van der Wal, augustus 2024
|
||||||||||
Toen ik medio juni het bericht ontving dat Wolfgang Rihm (1952-2024) in een hospice in Ettlingen in het Landkreis Karlsruhe was opgenomen, besefte ik dat het levenseinde van deze altijd zo optimistische Duitse toondichter niet lang meer op zich zou laten wachten. Hij overleed op 27 juli, 72 jaar oud, een oeuvre van ruim vijfhonderd werken achterlatend, na zestig jaar componeren.
1979 - Een bijzonder jaar Tussendoor had Rihm nog tijd gevonden om een aantal bekoorlijke walsen voor piano vierhandig te componeren, naast nog een aantal orgelstukken, Klavierstück VII (waarvoor Karlheinz Stockhausen model heeft gestaan) en een strijkkwartet, het vierde inmiddels in wat nog een lange reeks zou worden. Het was ook het jaar dat de Amerikaans-Franse klavecinist William Christie het barokensemble Les Arts Florissants oprichtte en György Kurtág in Boedapest met Omaggio a Luigi Nono, een koorwerk op teksten van Anna Achmatova, een eerbetoon bracht aan het werk van zijn Italiaanse collega en tijdgenoot. Dan was er de Amerikaan John Cage die met zijn Recent Ruins en Paragraphs of Fresh Air (waar zelfs vier ‘machinisten' aan te pas moesten komen die ook nog een instrument konden bespelen) niet voor het eerst het nodige opzien gebaard. Aan de Deutsche Oper in Berlijn was Untergang der Titantic van Dieter Siebert het gesprek van de dag. Op 24 november (1979) bracht de Staatsoper Dresden voor het eerst Leonce und Lena van Paul Dessau naar het ‘Lustspiel' van…Georg Büchner op de planken. In ons land klonk tijdens het Holland Festival van 1979 het muziektheaterstuk Maulwerke van Dieter Schnebel, in coproductie met het Goethe-Institut, de Berliner Festwochen en de Berliner Hochschule der Künste.
Büchner en Lenz Veel aandacht trok later ook het het multimediaspektakel Die Soldaten van Bernd Alois Zimmermann, begonnen in 1958 en – met tussenpozen – voltooid in 1964, naar het gelijknamige, uit 1776 daterende toneelstuk van Jakob Lenz. Daarmee bevinden we ons in een fatalistische wereld waar onrecht en chaos heersen en de mens onmachtig daarin verandering te brengen. Het menselijk bestaan dat door de bril van Lenz geheel en al aan betekenis heeft verloren (Nietzsche zou dit thema later nog aanmerkelijk gedifferentieerder uitwerken). Lenz werd uiteindelijk zelf slachtoffer van zijn eigen denkbeelden: na zijn breuk met Goethe raakte hij in de psychische versukkeling en vervolgens in de goot. Geschiedenis van de soldaat
In die zin betekende L'Histoire du Soldat het althans voorlopige afscheid van het opulente operaorkest met de ruimhartige toneeluitdossing die daarbij hoorde. Stravinsky kon in zijn Histoire volstaan met een viool, contrabas, klarinet, fagot, trompet, trombone en een percussionist. Op het toneel was voor de tekst niet meer nodig dan een spreker die de handeling stapsgewijs uit de doeken deed. De tot dan heersende scenische conventies die nog uit de vorige eeuw stamden waren met één klap ter zijde geschoven. Bijzonder was ook het voorschrift van de componist om het werk uit te voeren op een over drie vlakken verdeeld podium, met aan de ene kant de verteller en aan de andere het instrumentaal ensemble, met in het midden de danseres en de beide acteurs. Zo ging het stuk op 28 september 1918 in het Théâtre Municipal de Lausanne onder leiding van Ernest Ansermet van start. Niet meer van deze tijd Ook Rihms ‘Lenz-orkest' paste in de tijdgeest, was danig afgeslankt, met slechts drie celli, twee hobo's (ook althobo), klarinet (ook basklarinet), fagot (ook contrafagot), trompet, trombone en klavecimbel, maar wel met uitgebreid slagwerk, waaronder tamtam, tomtom en zweep. Naast de drie protagonisten (Lenz, Oberlin en Kaufmann) wordt het geheel vocaal gedragen door twee kinder- en zes professionele stemmen. Nevenrollen zijn er niet, een koor ontbreekt.
De structuur van de opera is gevat in dertien scènes, onderbroken door instrumentale tussenspelen, in een niet aflatende strijd tussen gelaagdheid, condensatie en transparantie, in overeenstemming met de uiterst wisselvallige gemoedstoestanden waaraan de dichter ten prooi is. Rihm componeert hier vanuit een psychiatrisch mengsel van verbeelding en werkelijkheid, bij vlagen ondoorzichtig, verward en gepassioneerd. In stilistisch opzicht een lastig te ontwarren kluwen die een hoge dosis aan onberekenbaarheid en stuurloosheid met zich meedraagt en in die zin zowel baanbrekend als sterk afwijkend is van Bergs Wozzeck. Aantrekkingskracht
Hoe verging het Friedrich Hölderlin (1770-1843)? Bij hem ging de geest eveneens als een nachtkaars uit. Deze tijdgenoot van Goethe viel eveneens ten prooi aan de waanzin. Hij werd in 1807, na zijn verblijf in een psychiatrische kliniek, door een eenvoudige timmerman in Tübingen, die vol bewondering Hölderlins Hyperion had gelezen, in huis genomen en verzorgd. In een speciaal voor hem ingerichte torenkamer sleet hij zijn dagen in eenzaamheid, maar liefst 36 jaar lang, tot zijn dood in 1843. De dichter bracht al lezend, declamerend en pianospelend zijn tijd door. Wat hij daar tenslotte achterliet was een schier onoverzienbare hoeveelheid krabbels waaraan geen touw viel vast te knopen, slechts incidenteel onderbroken door een wel volledig en bovendien helder gedicht. Klik hier voor de volgende aflevering. ___________________ index |
||||||||||