Componisten/werken

Kierkegaard en Mozarts Don Giovanni (2)

 

© Gerard van der Leeuw, juli 2023

 

‘Zo hoort de literatuur te zijn, geen verpleeghuis voor kreupelen, maar een speelplaats voor gezonde, vitale, bloeiende, lachende, vrolijke losbollen, welgeschapen, complete wezens, die tevreden zijn met zichzelf, die ieder voor zich het ideaalbeeld zijn van hun moeder en de kracht van hun vaders lendenen, niet de misgeboorten van vage wensen, niet de nageboorte die met de naweeën komt.
Søren Kierkegaard, dagboek

Over Don Giovanni/Don Juan is, behalve door Søren Kierkegaard, enorm veel geschreven.(1) Dat begon al met El burlador de Sevilla y convidado de piedra van theoloog/toneelschrijver Tirso de Molina (1579-1648). Een stuk uit de contrareformatie. Centrale vraag: kun je je biecht en daarmee vergeving van je zonden uitstellen tot je sterfbed (l’ultimo momento) en er verder maar op los leven? Hier heeft Don Giovanni al een knecht: Catalinon en komen we ook al Doña Ana, haar vader Don Gonzalo, een Don Ottavio, en een boerenbruiloft tegen.

In Italië, waar het verhaal al snel erg populair werd, komen er onder invloed van de commedia dell’arte meer komische scènes in het stuk: hier vindt bijvoorbeeld Leporello’s typische buffa ‘catalogus-aria’ Madamina, il catalogo è questo zijn oorsprong.

Ook de grote Carlo Goldoni heeft zich in zijn jonge jaren met Don Giovanni bezig gehouden.(2) In 1736 schreef hij zijn Do Giovanni Tenorio ossia Il dissoluto. En Goldoni heeft, mede door zijn samenwerking met Baldassare Galuppi - een zwaar onderschat componist - grote invloed gehad op de ontwikkeling van de opera buffa en met name op de buffo finale, een lange ononderbroken opeenvolging van gebeurtenissen en muziek die een acte naar een einde stuwt. In Goldoni’s stukken vinden we al de vermenging van de parti serie en de parti buffi en de sociale spanningen die ook zo kenmerkend zijn voor Mozarts Don Giovanni, waarin Donna Anna typisch opera seria is en Leporello meest buffa. Goldoni’s Don Giovanni heeft een veel serieuzer ondertoon dan de vele commedia dell’arte varianten.

In Frankrijk leerde Molière Don Giovanni waarschijnlijk kennen door een opvoering van een van de Italiaanse commedia dell’arte gezelschappen die in Parijs zeer populair waren. In 1665 schreef hij zijn Dom Juan ou le festin de Pierre. Hier heet Don Giovanni’s knecht Sganarelle. Een knecht die behoorlijke kritiek heeft op zijn meester: ‘le plus grand scélérat que la terre ait jamais porté, un enragé, un chien, un diable, un Turc, un hérétique, qui ne croit ni Ciel, ni enfer, ni loup-garou, qui passe cette vie en véritable bête brute, un pourceau d’Epicure, un vrai Sardanapale, qui ferme l’oreille à toutes les remontrances qu’on lui peut faire, et traite de billevesées tout ce que nous croyons.’ (Acte 1, scène 1).

Hier vinden we ook voor het eerst de figuur van Elvira, enigszins pathetisch en naïef, door Don Giovanni uit het klooster geschaakt, met een trouwbelofte verleid en in de steek gelaten. Bij Molière heeft ze twee broers die haar willen wreken.

Don Giovanni is bij Molière een rationalist. Als het standbeeld tegen hem praat is zijn reactie: ‘il y a bien quelque chose làdedans que je ne comprend pas; mais quoi que ce puisse être, cela n’est pas capable, ni de convaincre mon esprit, ni d’ébranler mon âme.’

 
 

De eerste ongecensureerde uitgave van Molières 'Le festin de Pierre', Amsterdam 1683

Ook bij Molière vinden we een soort ‘lieto fine’, als Sganarelle (bij de eerste uitvoeringen gespeeld door Molière zelf) uitroept:

Ah! Mes gages! Mes gages! Voilà par sa mort un chacun satisfait: Ciel offensé, lois violées, filles séduites, familles déshonnorées, parents outragés, femmes mises à mal, maris poussées à bout, tout le monde est content. Il n’y a que moi seul de malheureux... Mes gages! Mes gages, mes gages! (Akte V, scène 2). Men achtte het spotten met Gods almacht.

Ook in de romantiek en daarna speelt Don Giovanni, nu bijna altijd met Mozarts opera in het achterhoofd, een grote rol. Denk aan schrijvers en dichters als Lord Byron(3), Baudelaire, Flaubert, Nikolaus Lenau, Paul Heyse, Poesjkin en Tolstoj. In het Nederlands kun je denken aan de roman Het meesterstuk van Anna Enquist (1994).

Hoffmann getekend door Hoffmann

Maar het mooiste en meest invloedrijke verhaal is en blijft toch wel E.Th.A. Hoffmanns Don Juan, eine fabelhafte Begebenheit, die sich mit einem reisenden Enthusiasten zugetragen uit 1813(4). Ik citeer hier uit de vertaling van Klaus Siegel(5):

Doordringende gongslagen, schel geroep: ‘De voorstelling gaat beginnen!’ wekten me uit een zoete sluimer waarin ik was weggezonken. Bassen brommen door elkaar, een paukeslag ... trompetstoten ... een lang aangehouden heldere A op de hobo ... violen vallen in ... ik wrijf mijn ogen uit. Zou de eeuwig nijvere satan me soms in mijn roes ...? Nee, ik bevind me nog in de kamer van het hotel waarin ik gisteravond, half geradbraakt, mijn intrek nam. Precies boven mijn neus hangt de imposante kwast van het schelkoord. Ik geef er een krachtige ruk aan, de kelner verschijnt.

‘Wat, in 's hemelsnaam, heeft die warboel van klanken hiernaast te betekenen? Wordt er hier in huis soms een concert gegeven?’

‘Uwe excellentie - ik had 's middags champagne aan tafel gedronken -, uwe excellentie is er wellicht nog niet van op de hoogte dat dit hotel een verbinding heeft met de schouwburg. Deze in het behang verzonken en daardoor aan de directe blik onttrokken deur geeft toegang tot een gangetje, waardoor u rechtstreeks in nr. 23 binnenstapt, de gastenloge zogezegd.’ ‘Hè, wat? Schouwburg? Gastenloge?’ ‘Inderdaad, de kleine gastenloge voor twee, hooguit drie personen, uitsluitend gereserveerd voor voorname heren, geheel met groene wandbekleding en met van jaloezieën voorziene ramen, vlak bij het toneel. Wanneer het uwe excellentie schikt... vandaag voeren we de Don Juan van de beroemde meneer Mozart uit Wenen op. De toegangsprijs, een Taler en acht Groschen, tellen we dan bij uw rekening op.’ Het laatste zei hij haastig de deur tot de loge ontsluitend, zo rap was ik bij de woorden Don Juan het gangetje ingesneld.

Het theater was voor een middelgroot stadje royaal, smaakvol aangekleed en schitterend verlicht. Loges en parterre waren tot de laatste plaats bezet. De eerste akkoorden van de ouverture overtuigden me onmiddellijk dat dit uitmuntende orkest mij garandeerde dat de verrukkingen van het meesterwerk mij zelfs dan deelachtig zouden worden wanneer de zangers nauwelijks het aanhoren waard zouden blijken.

Dan verschijnt hem Donna Anna. Maar daarover de volgende keer.

Klik hier voor de vorige aflevering en hier voor de volgende aflevering.

________________
(1) Zie Charles Russell, The Don Juan Legend Before Mozart. With a Collection of Eighteenth-Century Opera Librettos, University of Michigan Press, 1993.
(2) Zie Daniel Heartz: Goldoni, Don Giovanni and the Dramma Giocoso, in: The Musical Times Vol. 120, nr. 1642, december 1979, p. 993vv
(3) André Maurois’ biografie van Byron uit 1952 heet zelfs Don Juan ou la vie de Byron.
(4) Hoffmann publiceerde zijn novelle eerst op 31 maart 1813 in de Allgemeine musikalische Zeitung en een jaar later in de eerste band Fantasiestücke in Callot's Manier.
(5) De novelle speelt zich af in Bamberg, waar Hoffmann van 1808 tot 1815 kapelmeester was. Vanuit het toenmalige hotel ‘Zur Rose’ kon men de schouwburg via een geheime gang incognito bezoeken.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links