Componisten/werken

Kierkegaard en Mozarts Don Giovanni (12)

 

© Gerard van der Leeuw, juni 2024

 

'Ik kom daar zo even uit de schouwburg, waar ik de beroemde Oper Don Juan, gecomponeerd door Mozart, voor het eerst heb zien geven. Welke hemelse muziek! en welke melodie, die in het geheel leeft! Wanneer anderen enkele passages tot een onsamenhangend geheel samenvoegen, zo schijnt in de hemelse tonen van Mozart één geest te ademen, die het al verbindt. Daar rust alles op een gedachte, welke, in het binnenste des gemoeds van de diep voelende kunstenaar gevormd, in een goddelijke harmonie van tonen tot het gemoed des weggesleepten hoorders spreekt.'
Johan Rudolf Thorbecke, München juli 1821

'Ik heb wederom tweemalen de voorstelling van de Don Juan bijgewoond. Wanneer deze muziek niet ware, dan wist ik dikwijls met mij zelve geen weg. Zij alleen is in staat, mij uit alle mijn twijfelingen en onrust te scheuren, en met machtige hand het gemoed in het midden des hoogsten en eeuwigen te plaatsen, en de verdeelde borst met zich zelve te verzoenen.'
Johan Rudolf Thorbecke, Dresden oktober 1821

U ziet het: Mozarts Don Giovanni wist ook het hart van de jonge Zwollenaar, de latere politicus en grondlegger van onze parlementaire democratie Thorbecke danig te beroeren. Wat is toch de eeuwigdurende aantrekkingskracht van deze grandioze muziek?

‘De verdeelde borst met zich zelve te verzoenen’? Of - of? In een
dagboek-aantekening van 1 augustus 1835 schrijft Kierkegaard:

'Wat zou het mij baten als ik een zogenaamde objectieve waarheid zou ontdekken; als ik mij door alle filosofische systemen heen werkte en er, desgevraagd, kritieken over kon schrijven; dat ik in elk systeem de inconsequenties zou kunnen aanwijzen; – wat zou het mij baten als ik een staatsvorm zou kunnen ontwerpen en de her en der vandaan gehaalde onderdelen tot een eenheid kon samensmelten, een wereld construeren, waarin ik niet leefde, maar die ik alleen aan anderen voorhield; – wat zou het mij baten als ik de betekenis van het christendom uiteen zou kunnen zetten, de talloos geïsoleerde fenomenen zou kunnen verklaren, als die voor mijzelf en voor mijn leven niet van diepere betekenis zouden zijn?'

Auteur ‘A’, de estheet in Kierkegaards Enten-Eller geeft in het essay De onmiddellijke erotische stadia of het muzikaal-erotische zijn antwoord. Bij hem valt de figuur Don Giovanni in Mozarts opera als personificatie van de zinnelijkheid geheel samen met de verleidingskracht van de muziek. Alleen muziek, de meest abstracte van alle kunsten kan de abstractie van zinnelijkheid ten volle weergeven. Vorm en inhoud komen samen en vormen een eenheid. In Mozarts Don Giovanni openbaart de muziek haar wezen.

Dit deel van Of-Of valt, net als een volgend essay, Het dagboek van een verleider, niet goed te begrijpen zonder kennis te hebben van Kierkegaards door hemzelf verbroken verloving met Regina Olsen. En het is goed te beseffen dat in Of-of naast de enigszins hedonistische, onbekookte auteur ‘A’ ook auteur ‘B’ zo het een en ander te zeggen heeft.

Maar wat ‘A’ zegt over Don Giovanni, snijdt hout:

'Don Giovanni is de held in de opera, op hem richt de meeste belangstelling zich, maar dat niet alleen, hij maakt alle andere personages van belang.
Dit moet je echter niet als uiterlijkheid opvatten: het is juist het geheim van deze opera dat de held ervan ook de kracht uitmaakt van de andere personages, het leven van Don Giovanni is het levensprincipe in hem. Zijn hartstocht zet de hartstocht van de ander in beweging, zijn hartstocht weerklinkt overal, die klinkt in en draagt de ernst van de Commandeur, de boosheid van Elvira, de haat van Anna, het gewicht van Ottavio, de angst van Zerlina, de verbittering van Masetto, de verwarring van Leporello.'

Het is zoals Michaël Zeeman ooit schreef:

'… de grote kracht van Kierkegaards Of-Of is dat het zo beschrijvend, zo verhalend en bespiegelend is, juist zonder het klaarliggend arsenaal van brave platitudes in te zetten. De ervaringen en standpunten van 'A' en 'B' komen tot uitdrukking in hun geschriften, maar worden er niet in opgesomd. Ze zijn allebei oprecht op onderzoek uit, niet op consolidatie van hun eigen gelijk.'(*)

Ik zal een jaar of tien geweest zijn toen ik in de Amsterdamse schouwburg mijn eerste Don Giovanni zag en hoorde. Ik zat er op een CJP-kaartje, haast te geef. Ik wist nog niets van muziek, speelde vrij beroerd piano, verzamelde onschuldige plaatjes van beroemde componisten en luisterde op de vrije woensdagmiddag naar een hoorspel over Chopin. En ik weet van de hele uitvoering ook niets meer, niet wie er zongen of wie er dirigeerde. Maar een ding was een les voor het leven. Tijdens Don Giovanni’s hellevaart deed ik uit pure angst mijn ogen dicht en durfde werkelijk niet meer te kijken. De muziek nam alles over. Als ik ooit ergens de onweerstaanbare macht van de muziek gevoeld heb, dan toen. Ik maak mezelf dan ook wijs iets te begrijpen van de reacties van Kierkegaard en Thorbecke….

Klik hier voor de vorige aflevering en hier voor de slotaflevering.

__________________
(*) Michaël Zeeman: Kierkegaard als profeet in de Volkskrant, 4 augustus 2000.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links