CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2022

Silvestrov: Requiem für Larissa

Priska Eser (sopraan), Jutta Neumann (alt), Andreas Hirtreiter (tenor), Michael Mantaj (bas), Chor des Bayerischen Rundfunks, Münchner Rundfunkorchester o.l.v. Andres Mustonen
BR Klassik 900344 • 60' •
Live-opname: 17 juni 2011, Herz-Jesu-Kirche, München

   

Het mag duidelijk zijn dat de uitgave in 2022 van deze live-opname uit 2011 van het Requiem van Valentin Silvestrov ingegeven werd door de recente gebeurtenissen in zijn geboorteland. Gebeurtenissen waardoor de 84-jarige componist op 6 maart 2022 samen met dochter en kleindochter zijn geboortestad Kiev verliet en zijn heil voorlopig zocht in Berlijn. Aart van der Wal is er in zijn bespreking van de recente cd Maidan op het label ECM uitgebreid op ingegaan (klik hier).

Merkwaardig genoeg voor een werk dat zo pijnlijk dicht bij de actualiteit staat is dit pas de tweede registratie van Silvestrovs Requiem. De eerste verscheen in 2004 op het label ECM, een opname die in 2001 in Kiev werd gemaakt en hier is besproken. Uitvoering en opname zijn in beide gevallen diep ontroerend en behoeven geen verder commentaar. Over de achtergrond van het ontstaan schreef ik destijds het volgende:

"In 1996 overleed de musicologe Larissa Bondarenko. Haar echtgenoot, componist Valentin Silvestrov, zag zijn wereld instorten en daarmee zijn vermogen tot componeren. Een jaar na haar dood begon hij desondanks aan wat hij beschouwde als zijn laatste werk: Requiem voor Larissa. Het is een document van hun beider leven waarin flarden van Silverstrovs muziek voorbijtrekken. Een componist aan zijn eigen sterfbed.

In 1966 betrokken Larissa en Valentin een flatje in een woonkazerne in Kiev, Silvestrovs geboortestad. Valentin begon als een dwarse avant-gardist, erop gebrand om de autoriteiten tegen de schenen te schoppen. Zijn werken werden niet gespeeld, maar in het buitenland werd hij hier en daar opgemerkt. Zo won hij in 1970 een prijs op het Gaudeamusconcours in Amsterdam, en werd zijn Derde symfonie in 1968 uitgevoerd in Donaueschingen door het Residentie Orkest onder Bruno Maderna. In de jaren zeventig en tachtig maakte Silvestrov een ommezwaai naar een nieuwe muziekbeleving, die eenvoud combineert met de radicale technieken van weleer. Hijzelf legt dat prachtig uit: 'Radicale muziek componeren was als het werken met een berg zout, die je helemaal opmaakte. Nu neem ik een handjevol zout, alleen om de smaak.' Silvestrov noemt zijn nieuwe klanken metamuziek. De filosofie daarachter verwoordt hij als volgt: 'We zijn al in het derde millennium beland, en alleen al daarom is alles wat we willen zeggen een nagalm, een herinnering, een postludium van datgene wat ooit reeds gezegd is. Postludium is de geest van onze tijd. We zitten al lang in de Coda van het hele tijdperk, en dat kan nog heel lang duren'.

De voormalige Sovjet-Unie heeft in de laatste stuiptrekkingen van haar bestaan een aantal opvallende componisten opgeleverd: Sofia Goebaidoelina, Alfred Schnittke, Gia Kantsjeli en Arvo Pärt, om de bekendste op te noemen. Die zijn allen verhuisd naar het westen zodra het eniszins mogelijk was. Er is echter één man die geen afscheid kan en wil nemen van zijn geboortestad Kiev, dat is Valentin Silvestrov. Verkassen wil hij niet, en voor zijn muziek vind hij het ook niet relevant. 'Aan de muziek van Bach kun je toch ook niet horen dat hij nooit in New York is geweest?' In dit Requiem dat in godsnaam geen Requiem wil zijn komen slechts flarden van de traditionele tekst voorbij. Silvestrov moest zijn eigen weg volgen om zijn verdriet te kanaliseren. De laatste compositie van Silvestrov die Larissa hoorde, was een pianowerk van zijn hand met de titel The Messenger - De Boodschapper. Dat werkte hij om tot een Agnus Dei waarin zijn verleden als avant-gardist in melodische fragmenten doorklinkt over windvlagen die door de synthesizer worden opgewekt en Mozartcitaten die niemand herkent - een laatste Requiem Aeternam en een laatste ademtocht sterven langzaam weg."

Ik kan er alleen maar aan toevoegen dat we met de kennis van nu mogen vaststellen dat Silvestrov met dit Requiem niet alleen het verdriet om zijn geliefde Larissa een plek gaf, maar ook al een vooruitziende blik had waar het de toekomst van zijn geboorteland Oekraine betreft. Tussen de flarden van de Latijnse teksten Lacrymosa en Agnus Dei plaatst hij een gedicht van Taras Sjevtsjenko uit de bundel De Droom. Een eenzame tenorstem zingt tegen een woordloos achtergrondkoor de volgende schrijnende tekst:

And as for you, my dear Ukraine
I'll leave the clouds behind
And fall with dew to talk with you,
Poor widow-country mine

I'll come at midnight when the dew
Falls heavy on the fields;
And softly-sadly we will talk
Of what the future yields

Daarmee is alles gezegd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links