CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, juli 2017

 

Tsjaikovski: Serenade voor strijkers in C, op. 48

Sibelius/Kuusisto: Strijkkwartet in d 'Voces Intimae' op.56 (bewerking voor strijkorkest)

Orchestre d'Auvergne o.l.v. Roberto Forés Veses

Aparté AP 139 • 60' •

Opname: mei 2016, Clermont-Ferrand (F)

   

Onlangs besprak collega Aart van der Wal hier een nog recentere uitgave van deze uitvoerenden, de strijkkwartetten opus 95 en 131 van Ludwig van Beethoven, in een bewerking voor strijkorkest (klik hier). De discussie over het voor en tegen van zulke bewerkingen hoeft hier dus niet nog eens te worden gevoerd. Wel roept het repertoire van deze cd een interessante vraag op: is het verschil tussen de originele versie van het strijkkwartet van Sibelius en de uitvoering door een strijkorkest nu zoveel groter dan de uitvoering van Tsjaikovski's Serenade door het Orchestre de l'Auvergne vergeleken met die van de Berliner Philharmoniker onder Herbert von Karajan?

Een opmerking tussendoor: vanwaar destijds die grenzenloze bewondering voor Karajan? Natuurlijk is het niveau van met name de strijkers in alle grote orkesten de laatste decennia met sprongen gestegen, maar deze opname uit 1981 toont duidelijk aan dat een zorgvuldig intonerend strijkorkest bij Herbert niet bovenaan de agenda stond.

Het Orchestre d'Auvergne is een jong orkest, opgericht in datzelfde jaar 1981, en bestaat uit een basisbezetting van eenentwintig strijkers (6-5-4-4-2). Het stond in de eerste decennia van zijn bestaan onder de leiding van de Franse vioolvirtuoos Jean-Jacques Kantorow, opgevolgd door de Nederlandse dirigent Arie van Beek. Met name de laatste heeft door inventief programmeren het orkest op de kaart gezet, ook in discografisch opzicht. Zijn opvolger, de Spanjaard Roberto Forés Veses heeft zich duidelijk laten inspireren door de succesformule van Amsterdam Sinfonietta. Daar zorgde contrabassist Maarten van Prooijen voor een indrukwekkend stapel adaptaties van strijkkwartetten uit alle windstreken.

In Auvergne koppelt men een origineel werk van Tsjaikovski aan een adaptatie van een strijkkwartet van Sibelius, een logische combinatie. De verwantschap tussen de eerste symfonie van Sibelius en de vijfde van Tsjaikovski is onmiskenbaar. Even onmiskenbaar is de symfonische geaardheid van het enige volwassen strijkkwaretet van de grote Fin (hij schreef er vier). Dit is, ondanks de titel Voces Intimae, niet een vertrouwelijk gesprek tussen vier gelijkwaardige partners. Hier wordt de gestiek die we kennen uit de symfonieën herbeleefd. Het scherzo van dit kwartet ademt dezelfde zuurstof als het scherzo van de vijfde symfonie, en daarmee lijken in dit geval de argumenten tot een iets grotere bezetting het te winnen.

De winst voor de luisteraar, of hij/zij nu een concert bijwoont of deze cd beluistert, is evident. Een schitterend werk van een een onderbelicht componist wordt in de schijnwerpers gezet, en het resultaat is fascinerend, juist door de extra dynamische amplitude, die zich overigens beperkt tot een contrabas die aan de bezetting werd toegevoegd. Voor het overige zijn de noten van het origineel alleen meervoudig bezet. De aanpassingen stammen van de hand van violist Pekka Kuusisto, bekend van zijn verfrissende podiumoptredens. Tsjaikowski's Serenade zorgt voor een dappere aanvulling, maar de competitie in dit repertoire is moordend. Sibelius schreef stapels mooie muziek voor strijkorkest, dus aan alternatief repertoire geen gebrek. Aan schijfruimte al evenmin.

Om op een positieve noot te eindigen: dit orkest, hoe bescheiden dan ook, werd in 1981 in het leven geroepen door een politiek initiatief van Auvergne en zijn hoofdstad Clermont-Ferrand. Sinds 1981 zijn in Nederland tien orkesten met de grond gelijkgemaakt. Vive la France.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links