CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, januari 2018

 

Obrecht: Missa Grecorum - Salve regina a 6 - Mater Patris / Sancta Dei genitrix - Cuius sacrata viscera a 4 - O beate Basili - Agnus Dei, toegeschreven aan Obrecht door Rob C. Wegman

The Brabant Ensemble o.l.v. Stephen Rice
Hyperion CDA68216 • 74' •
Opname: januari 2017, All Saints' Church, East Finchley, Londen

 

Het lijkt onwaarschijnlijk, maar toch is het een feit: de ongeveer vijfentwintig missen die Jacob Obrecht naliet zijn nog steeds niet allemaal op geluidsdragers vastgelegd. De nuttige maar uiteraard niet volledige website Presto Classical vermeldt er acht, waarvan een aantal in meerdere vertolkingen. Iedere nieuwe inspeling is dus meer dan welkom, en onttrekt zich daarmee ook aan een al te kritische beschouwing - wat telt is het heugelijke feit dat we weer een stapje dichter komen bij de ontsluiting van het oeuvre van deze grootmeester. We zijn ons te weinig bewust dat we hier te maken hebben met muziek die zich in kwaliteit kan meten met het beste wat onze avondlandse muziekhistorie te bieden heeft.

Over Jacob Obrecht heeft Aart van der Wal uitgebreid geschreven in zijn bespreking van de Missa de Sancto Donatiano door Capella Pratensis. Ik kan met de korte versie volstaan. Jacob werd geboren in Gent, in 1457/8. Zijn vader was stadstrompettist, en Jacob volgde in zijn voetstappen. Zijn moeder overleed toen hij twee jaar oud was. De jonge Obrecht vertoonde geniale trekjes, want al in 1484 circuleerden zijn miscomposities in Italië. Zijn werkzame leven bracht hij door binnen een kleine actieradius: Bergen op Zoom, Brugge, Antwerpen. Hij wisselde meermalen van betrekking en eindigde met wat een glorierijke bekroning van zijn carriëre had moeten worden: als kapelmeester van de Hertog van Ferrara. Een half jaar na zijn aanstelling overleed de hertog aan de zwarte pest, en een jaar later werd Obrecht zelf het slachtoffer.

Op deze cd staan behalve de mis ook nog een handvol motetten, waarvan het schitterende zesstemmige Salve Regina talloze malen is opgenomen. Dat biedt de mogelijkheid tot vergelijken, zodat men zich een beeld kan vormen van de positie die The Brabant Ensemble inneemt in het bos van vocale ensembles met een voorkeur voor middeleeuws repertoire. Dirigent Stephen Rice zingt zelf niet mee, zoals vaak de gewoonte is bij dit soort ensembles, en hij leidt een groep van elk vier sopranen, alten (dames), tenoren en twee bassen. Die bezetting is uiteraard bepalend voor de klank, en zorgt voor een enigszins versluierd klankbeeld. Waarschijnlijk ontstaat dat door een combinatie van factoren: de meervoudige bezetting die met zich meebrengt dat de intonatie soms wat vergroezelt, en de wat afstandelijke opname die dat uiteraard moet verdoezelen. Voeg daarbij een wat voorzichtige dynamische benadering (lethargisch is een te sterke uitdrukking) en er ontstaat een totaalbeeld dat je doet verlangen naar de ook niet altijd ideale maar wel steeds wakkere koorklank van de Tallis Scholars, en in dit specifieke geval met Oxford Camerata, een iets kleiner gezelschap, op het label Naxos (8.553210, Missa Caput en Salve Regina).

Dat neemt niet weg dat we alleen maar blij mogen zijn met deze plaatpremières van niet alleen de Mis, maar ook het motet O beate Basili. Zolang er geen alternatieven gepresenteerd worden is dit een unieke toevoeging aan de catalogus. Dirigent Stephen Rice zorgde tevens voor de uitmuntende toelichting. Het belangrijkste: het is een schitterende mis, vol met Obrechts contrapuntische kunstgrepen waaraan Johann Sebastian Bach en Anton Webern zich vergaapt moeten hebben.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links