CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2023 |
Vitezslav Novák werd geboren in 1870 en moet een van de weinige componisten zijn die als kind de piano- en vioollessen haatte en er mee stopte zodra hij kon. Pas als adolescent kreeg hij dank zij een gymnasiumleraar weer belangstelling voor muziek. Nováks vader overleed toen hij twaalf jaar was en zijn jeugd werd gekenmerkt door armoede en de plicht om aan het familie-inkomen bij te dragen. Dank zij een stipendium kon hij rechten gaan studeren, en maakte zo van de gelegenheid gebruik om zich ook aan het Praagse conservatorium te laten inschrijven. Daar ontfermde Anton Dvorák zich over hem en nam hem op in zijn compositieklas, waar hij kennis maakte en goede maatjes werd met Josef Suk. Als componist ontwikkelde hij zich heel voorspelbaar als epigoon van zijn leraar, maar na kennismaking met de volksmuziek van Bohemen en Moravië (en Janácek) kreeg zijn werk een eigen gezicht. Novák had een kosmopolitische instelling en toen in 1906 de opera Salome van Richard Strauss in Praag werd uitgevoerd was hij er als de kippen bij. Vanaf dat moment krijgt zijn muzikale vocabulaire een impuls die in de richting van zowel expressionisme als impressionisme gaat. Novák werkte dertig jaar lang als docent aan het Praags conservatorium en was tot zijn laatste snik actief als componist. Hij overleed in 1949. Het label Naxos is in 2020 gestart met een uitgave van de complete orkestwerken van Novák. Dirigent is Marek Stilec (Praag, 1985), die op Naxos eerder verantwoordelijk was voor een registratie in vijf delen van de orkestwerken van Zdenek Fibich. Ik heb ze hier besproken en was niet helemaal tevreden met het Czech National Symphony Orchestra (niet te verwarren met de Tsjechische Philharmonie), en de droge opnamekwaliteit van de eerste vier afleveringen. Deel vijf scoorde stukken beter, want daar stond Stilec voor een ander gezelschap, het Janácek Philharmonic Orchestra van Ostrava. Voor het eerste deel van de Novák editie had Stilec de beschikking over het orkest van Olomouc, de hoofdstad van de provincie Moravie. Voor deel twee staat hij opnieuw voor de Janácek Philharmonie in Ostrava. Zoals reeds opgemerkt had Novák regelmatig contact met Janácek en deelde diens passie voor de lokale volksmuziek. Een van de klinkende resultaten is de Slovaakse (ook wel de Slovaaks-Moravische) Suite opus 32 uit 1903, een werk dat oorspronkelijk in een versie voor piano verscheen. Het is Nováks meest gespeelde werk gebleken, met meerdere uitvoeringen in de discografie. Het bestaat uit een vijftal sfeertekeningen die de loop van een dag illustreren, van een ochtend in de kerk (met orgel) tot het vallen van de nacht. De producer van deze cd en vader van de dirigent, Jiri Stilecs, is tevens musicoloog en ontdekte twee vroege werken van Novák die hier hun wereldpremière beleven. Twee Walachische Dansen, analoog aan de Lachische Dansen van Janacek. Novák schreef ze in 1897 voor piano vierhandig, en orkestreerde ze in 1904. Het laatste werk op deze cd ontstond als een directe reactie op de inval van de Duitse troepen in de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog. Twee jaar lang kreeg Novák geen pen op papier, maar in 1941 demonstreerde hij zijn betrokkenheid met een groot symfonisch werk: De profundis, de beginregels van Psalm 130, Uit de diepten roep ik tot u o Heer. Novák droeg het werk op aan ‘het lijden van de Tsjechische natie gedurende het Duitse schrikbewind'. Bij de eerste uitvoering in 1941, door het Tsjechisch Radio Philharmonisch Orkest in Brno onder Bretislav Bakala werd die tekst wijselijk weggelaten. Opvallend aan deze partituur is de obligate orgelpartij, die uitsluitend de functie heeft om aan het slot van het werk een majestueus sentiment op te roepen. In dit kader mag niet onvermeld blijven dat Novák in 1943 de overwinning van de Russische troepen op het Duitse leger vierde met een Mei-Symfonie voor solisten, koor en orkest. Hij droeg het werk op aan Josef Stalin, de première vond plaats in Praag op 5 december 1945. De Profundis is een van Nováks indrukwekkendste scheppingen, en het wekt eigenlijk verbazing dat het niet vaker op geluidsdragers is verschenen. Een uitstekende uitvoering is te vinden op het label Chandos, waar het BBC Philharmonic wordt gedirigeerd door Libor Pesek (1933-2022). Op YouTube bevindt zich een korte teaser voor de Naxos productie waarop het indrukwekkende slot van De Profundis, met orgel, te zien en te horen is. Vitezslav Novák is na zijn overlijden in 1949 buiten zijn geboorteland zeer ten onrechte van de concertpodia en uit de opnamestudio verdwenen. Naxos presenteerde al eerder een cd met drie grote orkestwerken, gespeeld door het Amerikaanse orkest uit Buffalo onder chef-dirigent JoAnn Falletta. De eerste twee delen van de orkestwerken onder Stilec halen dat niveau niet helemaal, maar zijn desondanks een uiterst waardevolle aanvulling op de veel te magere discografie van deze ondergewaardeerde Tsjech. index |
|