CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2016
|
Bijna even oud waren ze, Felix Mendelssohn (1809), Robert Schumann (1810), Frédéric Chopin (1810) en Franz Liszt (1811). Van het viertal zou Felix veruit de beroemdste moeten zijn, zijn Hochzeitsmarsch begeleidde in meer dan honderd speelfilms het bruidspaar op hun gang naar het altaar. Dat weten we nu, maar ook tijdens zijn leven was Mendelssohn een internationale ster. Op zijn zesentwintigste was hij chef-dirigent van het Gewandhausorchester in Leipzig. Robert Schumann noemde hem 'der Mozart des 19. Jahrhunderts', en dat is in meer dan één opzicht goed getroffen. Hij was niet alleen een wonderkind, maar sluit ook in zijn muzikale spraak direct bij zijn voorganger aan. Hoewel hij Beethoven aanbad en net zoveel voor de verspreiding van diens werken heeft gedaan als voor die van Johann Sebastian Bach, heeft die worstelende titaan nauwelijks sporen nagelaten in zijn componeren. Nergens wordt dat beter geïllustreerd dan in de Lieder ohne Worte, een genre dat door Mendelssohn is uitgevonden, en na hem door honderden toondichters is opgepikt. Liederen zonder woorden - alleen de piano zingt. Pianist Matthias Kirschnereit gaat in zijn inleidende woorden in op de status van deze muziek, en komt schouderophalen tegen. Wanneer hij studeert hoort hij iemand zeggen "daar Mendelssohnt weer eens iemand". Of nog erger: Lieder ohne Werte. Dat is ooit anders geweest, toen elke huishouding met een piano op zijn minst de bladmuziek van het 'Frühlingslied' in huis had, desnoods in een vereenvoudigde versie. Dat Kirschnereit zich hier over de Lieder ontfermt is echter niet de doorslaggevende reden tot applaus, er zijn in de loop van de tijd heus wel meer pianisten geweest die deze stukken hebben opgenomen. Eén daarvan verdient een eervolle vermelding: Daniel Barenboim nam in 1973 een dubbel-lp op met de acht boeken Lieder ohne Worte plus een aantal losse werkjes. Barenboim is nu vooral bekend als dirigent, en daardoor vergeten we maar al te makkelijk wat voor een begenadigd instrumentalist hij in de eerste plaats was en is. Zijn opname van de lieder is na ruim veertig jaar nog steeds een wonder van transparantie, articulatie, techniek en een superieure muzikaliteit. Kirschnereit onderscheidt zich door de extra aandacht die hij geeft aan de relatie met de vier jaar oudere zus van Felix, Fanny. Ook Fanny was een uiterst getalenteerd kind, maar ze was een meisje. In het schatrijke milieu waarin ze opgroeide ontving ze weliswaar een uitstekende opleiding, maar muziek als beroep was beneden haar stand. Ze trouwde met een kunstschilder, dat weer wel, en had het geluk dat die haar in haar muzikale ambities stimuleerde. In dat opzicht had ze aan haar geadoreerde jongere broer niets. U kunt het desgewenst nalezen in het portret dat collega Gerard Scheltens hier van haar schetste (klik hier). Kirschnereit heeft niet beperkt tot de acht boeken met ieder zes Lieder, die Mendelssohn schreef van zijn twintigste tot vlak voor zijn overlijden op 38-jarige leeftijd. Hij is gaan zoeken in de nalatenschap van de componist en heeft een negende bundel, uiteraard ook weer met zes stukken, samengesteld. Daarnaast stelt hij de productie van Fanny Hensel in dit genre aan ons voor op een derde cd. Drie bundels met elk vier stukken, waarbij opvalt dat ze de tijd neemt, die van haar zijn fors langer dan die van Felix. De kwaliteit van de muziek is zonder meer verrassend, iets wat een tijdgenoot bij haar overlijden de uitspraak ontlokte: 'wanneer mevrouw Hensel de dochter van een arme man was geweest zou ze net zo beroemd geworden zijn als mevrouw Schumann'. Het kan verkeren. Matthias Kirschnereit (1962) woont in Mendelssohns geboortestad Hamburg, en is actief in het noorden van Duitsland als docent in Chemnitz en als programmeur van de Getijdenconcerten in Oostfriesland. Hij maakte opnamen van de complete concerten van Mozart en houdt zich al langer diepgaand bezig met het werk van Mendelssohn, Schumann en Röntgen. Naast de benodigde vingervaardigheid heeft hij een diep inzicht en een groot begrip voor deze muziek, die onder zijn vingers nergens oppervlakkig wordt, of naar het kanten kleedje op de piano begint te ruiken. Een gezonde kijk op muziek die heel wat beter verdient dan de salon. De zeer leesbare en uiterst informatieve toelichting verdient een eervolle vermelding. _________________ index |
|