CD-recensie
© Siebe Riedstra, juli 2022 |
Een jaar geleden besprak ik hier de debuut-cd op het label Ondine van de Litouwse componiste Zibuokle Martinaityte opgenomen in juli 2020 en gedirigeerd door een opvallend nieuw talent, Giedre Slekyte. Daarop maakten we kennis met drie orkestwerken, Saudade (in februari 2022 uitgevoerd door de New York Philharmonic), Millefleur en Horizons, gespeeld door het Nationaal Orkest van Litouwen. De aanvullende titel was Chiaroscuro, een driedelig werk voor obligaat piano en strijkorkest, gespeeld door het Litouws Kamerorkest. Nu presenteert Ondine een cd met uitsluitend werken voor strijkorkest, opnieuw gespeeld door het Litouws Kamerorkest, onder leiding van Karolis Variakojis. Zibuokle Martinaityte werd geboren in 1973, niet in Litouwen, maar in St. Petersburg uit Litouwse ouders, en groeide op in Kaunas, de tweede stad van Litouwen. Martinaityte studeerde in Vilnius compositie bij Bronius Katavicius, en na de Litouwse onafhankelijkheidsverklaring vestigde ze zich tien jaar in New York. Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd tussen New York, Vilnius en internationale activiteiten. Ze maakte haar discografische debuut met een werk voor pianotrio en elektronica, In Search of Lost Beauty , een kolossaal werk van zeventig minuten, dat door de toegevoegde elektronica een bijna symfonische allure meekreeg. Op deze cd presenteert Martinaityte drie werken die in de afgelopen drie jaar ontstonden. Twee ervan zijn naar eigen zeggen ontstaan uit haar ervaringen met de pandemie, waarin naar haar gevoel de tijd tot stilstand kwam. De titel van het openingswerk Nunc fluens.Nunc stans. (Nu voorbijgaand. Nu stilstaand.) werd geïnspireerd door een uitspraak van de middeleeuwse filosoof Severinus Boethius. Het slagwerk speelt hier weliswaar een belangrijke rol, maar dan wel een rol die zich beperkt tot klankeffecten op een beperkt aantal instrumenten, vibrafoon, gongs en aangestreken bekkens en klokken. De titel van het tweede werk, Ex Tenebrae Lux, spreekt voor zichzelf. Beide werken maken gebruik van een strijkorkest waarin de individuele spelers hun eigen partij hebben, een effectieve manier om clusters te genereren. Martinaityte is bepaald niet eenkennig in haar muzikale interesses, en heeft zich kennelijk verdiept in zowel het Franse spectralisme van Grisey, als de micropolyfonie van Ligeti. Wat daarbij opvalt is dat dissonanten geen hoofdrol spelen en dat de grote lijnen een traag verloop kennen. Opmerkelijk is haar minutieuze talent voor orkestratie, vooral in het gebruik van gediviseerde strijkers. Het derde en grootste (35 minuten) werk, Sielunmaisema, componeerde Martinaityte in 2019. De titel stamt uit het Fins, en betekent zoveel als zielslandschap, een reflecteren op de meest intieme gevoelens. Gevoelens die in dit geval opgeroepen werden door de wisseling der seizoenen, en het werk zijn ondertitels bezorgden: winter, lente, zomer, en herfst. Een directe verwijzing naar de Vier Jaargetijden van Vivaldi, maar nu niet met de viool als protagonist. Martinaityte koos voor de bronzen klank van de cello, niet als virtuoos tegenover het strijkorkest, maar als primus inter paris. Ritmische energie speelt in het werk van Martinaityte een ondergeschikte rol, maar in het tweede deel van Sielunmaisima, de lente, breekt de zon door met een bijna barokke energie; hoewel ook daar de onderliggende puls een trage blijkt te zijn. Dirigent Karolis Variakojis heeft een ruime ervaring in het dirigeren van nieuwe muziek (hij is de oprichter van het Litouwse ensemble Synaesthesis). De beide solisten zijn als eerste slagwerker en solocellist verbonden aan het Nationale Orkest van Litouwen. Samen leveren ze een uitmuntende prestatie, met de kennelijke instemming van de componist, die als medeproducer bij de opnamen betrokken was. Net als bij de vorige uitgave is de uitgebreide en vakkundige toelichting in handen van Frank J. Oteri en de registratie is zoals altijd bij Ondine van grote klasse. Labelchef Reijo Kiilunen heeft in moeilijke tijden alweer een opvallende prestatie geleverd. index |
|