CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, mei 2012

 

 

Lutoslawski: Symfonische variaties – Pianoconcert – Paganini-variaties voor piano en orkest – Symfonie nr. 4

Louis Lortie (piano), BBC Symphony Orchestra o.l.v. Edward Gardner

Chandos CHSA 5098 • 63' • (sacd)

Opname: Walthamstow Assembly Hall, 29-30 juni 2011

 


Het label Chandos brengt deze cd uit onder twee noemers. Eerst de algemene titel Muzyka Polska – daarin is deze Volume Three – en meer specifiek als Lutoslawski Orchestral Works II. De eerste uitgave in deze reeks was Orchestral Works I, op deze site lovend onthaald door collega Maarten Brandt (klik hier). Zelf besprak ik deel twee (klik hier), geheel gewijd aan vocale werken van Lutoslawski. Van dirigent Edward Gardner vernam ik dat inmiddels ook de vierde cd is opgenomen; daarop staan de Tweede symfonie en het Celloconcert, met Paul Watkins als solist. Edward Gardner (1973) is Music Director van de English National Opera, die hij sinds zijn aantreden in 2006 uit een diep dal omhooggedirigeerd heeft: een kolossale prestatie.

Witold Lutoslawski (1913-1994) is na Karol Szymanowski de belangrijkste componist die Polen in de twintigste eeuw heeft voortgebracht, alle successen van Henryk Gorecki en Krzysztof Penderecki ten spijt. Lutoslawski’s werdegang is bepaald niet gemakkelijk geweest. Hij studeerde compositie bij Witold Maliszewski in Warschau. Die had geen goed woord over voor het eindexamenstuk van zijn 25-jarige leerling, de Symfonische Variaties. Lelijke muziek vond hij het. Op het moment dat Witolds carrière als componist op gang moest komen brak de Tweede wereldoorlog uit en voelde hij zich genoodzaakt om ondergronds te gaan. Samen met vriend en collegacomponist Andrzej Panufnik gaf hij huisconcerten als pianoduo. Voor dat doel schreef hij in 1941 de Variaties op een thema van Paganini, voor twee piano’s. Toen hij ze al bijna vergeten was, in 1978, vroeg de Poolse pianiste Felicja Blumental hem om er een versie voor piano en orkest van te maken. Het is een briliant werkje van nog geen tien minuten dat je dientengevolge nooit in de concertzaal tegenkomt. Lang leve de cd.

Na de oorlog besloot Panufnik al snel om niet onder het communistische bewind te blijven werken, en hij verlegde zijn werkterrein naar Londen, waar hij een succesvolle loopbaan volgde als componist en dirigent. Lutoslawski daarentegen bleef in Polen, en heeft zich tegen de verdrukking in moeten ontwikkelen. Dat hem dat magistraal gelukt is zegt iets over de ongekende geestkracht van deze grote muziekvinder, want zo mogen we hem wel noemen. Hij mag dan geen school als zodanig hebben gemaakt, maar zijn invloed is op het internationale componeren in de tweede helft van de twintigste eeuw alom na te wijzen. Waar de aleatoriek – toevalsmuziek – voor iemand als John Cage een ludiek spelletje was waarbij het klinkend resultaat er niet toe deed, wist Lutoslawski het toeval te sturen. Op zijn eigen manier schiep hij een klankwereld waarin herkenbare muzikale regels worden afwisseld met episodes waar klankvelden worden gegenereerd door vrijheid. De musicus bepaalt zelf het tempo van zijn noten, maar niet de toonhoogte. Daardoor weet Lutoslawski zich altijd verzekerd van de absolute harmonische controle, en daar is het hem precies om te doen. Aan contrapunt als regelgever heeft hij een broertje dood.

Twee werken uit het laatste decennium van de componist vormen de hoofdschotel van deze cd. Het was de periode waarin Lutoslawski op het hoogtepunt van zijn roem stond, zowel als dirigent alsook als componist. De belangrijkste orkesten in de wereld streden om zijn gunsten. In 1988 voltooide hij zijn enige Pianoconcert, geschreven voor de Poolse meesterpianist Krystian Zimerman. Samen maakten ze er een opname van voor het label DG. Het is een werk dat zijn geheimen schoorvoetend prijs geeft, en dat zeker meerdere interpretaties verdraagt. Met de Vierde symfonie, de laatste volwassen orkestpartituur – voltooid in 1992 – hebben we een absoluut meesterwerk te pakken. In zijn compacte tweedeligheid en zijn overzichtelijke opbouw en herkenbare thematiek is dit een werk dat klassieke status verdient, en ongetwijfeld in de komende halve eeuw zal verkrijgen.

Edward Gardner en Louis Lortie leveren allebei een topprestatie, bijgestaan door een uiterst virtuoos spelend BBC Sympnhony Orchestra, een orkest waarmee Lutoslawski zelf memorabele concerten heeft gegeven. Lortie doet niet hoorbaar onder voor Zimerman in het Pianoconcert. Van de Vierde symfonie bestaat naast een capabele opname van Antoni Wit op Naxos ook nog een opmerkelijke lezing van Esa-Pekka Salonen met zijn Los Angeles Philharmonic Orchestra. Hoewel die registratie in de muziekpers hoge ogen gooit vind ik de nieuwkomer van Gardner verre te prefereren. De eerste minuten van Gardners interpretatie maken duidelijk dat hij de psychologische bedoeling van de componist volkomen begrepen heeft: verplaats de toehoorder in een andere wereld, een droomwereld wellicht, waarin hij even mag wegzweven, tot de realiteit van het hoofdthema hem weer wakkerschudt. Bij Salonen staat alles perfect onder elkaar en maakt de virtuoze orkestklank indruk, maar blijft je ziel onberoerd. Bovendien is de opname van Chandos verre te prefereren boven die van Sony, en dat komt niet alleen door de super-audio trukendoos. Er is warmte en ruimte en licht en lucht, precies wat dit lucide klankwonder nodig heeft.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links