CD-recensie

 

© Maarten Brandt, november 2010

 

 

Lutoslawski: Symfonie nr. 3 (1983) - Chain 3 (1986) - Concert voor orkest (1954).

BBC Symphony Orchestra o.l.v. Edward Gardner.

Chandos CHSA 5082 • 70' • (sacd)

 

 

 


De bereidheid om naar twintigste- en eenentwintigste-eeuwse muziek te luisteren is doorgaans minder groot dan bij die van het alom geaccepteerde ijzeren repertoire. Vreemd is dit niet, want een van de belangrijke kenmerken van die muziek is een veelal hypergelaagde structuur en het ontbreken van een tonaal centrum. Met andere woorden, de luisteraar moet op een andere dan de geijkte wijze zien een houvast te vinden bij het actief ondergaan van dergelijke toonkunst.

De Poolse componist, Witold Lutoslawski (1913-1994), was een op en top twintigste eeuwse componist, maar ook iemand die zich als weinig anderen van zijn toenmalige generatie heeft verdiept in problemen van hoorpsychologische aard. Zonder zich af te zetten tegen degenen welke dat laatste verzuimden was zijn kritiek op hen dat een theorie nooit de waarde van om het even welke compositie kan rechtvaardigen. Dat kan, aldus de nestor van de Poolse avant-garde, alleen de muziek zelf en niets anders. De ultieme kwaliteit van een partituur schuilt dus niet in het hoe maar het waarom van de noten, in hun intrinsieke noodzaak, hun vermogen om met de toehoorder te communiceren. Hoezeer Lutoslawski ook op de hoogte was van de verschillende verworvenheden van de eeuw waarin hij leefde, daarbij altijd zijn grote affiniteit met de muziek van Claude Debussy onderstrepend en niet verhullend dat hij met Schönberg en zijn volgelingen aanzienlijk minder ophad, enige school - althans in de formele zin des woords - heeft hij nooit gemaakt. Daarvoor was Lutoslawski te veel een, zij het geniale, 'lonely wolf'.

 
  Witold Lutoslawski (1913-1994)

Nieuwsgierigheid

Wil dit zeggen dat zijn muziek daarom niet gecompliceerd zou zijn, dat zij aansluit bij wat tegenwoordig doorgaat voor postromantiek of nieuwe eenvoud? Integendeel. Het orkestrale vocabulaire van Lutoslawski is van een enorme rijkdom en brille en alle eventuele avant-gardistische elementen, zoals het hanteren van een beperkte vorm van aleatoriek in de werken sinds de jaren zestig van de vorige eeuw, fungeren nooit als een doel op zich, maar doen louter dienst om een optimale ritmische flexibiliteit te waarborgen.

Veel belangrijker nog is de wijze waarop Lutoslawski tracht de verwachtingspatronen van de toehoorder te manipuleren, bijvoorbeeld door die de soms wel en de andere keer niet te bevredigen. Maar ook door binnen een monumentale opzet, zoals bijvoorbeeld in de aan wijlen Georg Solti en het Chicago Symphony Orchestra opgedragen Derde symfonie (1983), te zinspelen op de driedelige hoofd- of sonatevorm zonder die in de verste verte letterlijk te kopiëren. Een opbouw waarbij de climax gedurende ruim de helft van het verloop plaatsvindt en de daaraan voorafgaande episodes tot oogmerk hebben de nieuwsgierigheid van de luisteraar te mobiliseren. Dit zonder zijn verwachtingspatronen meteen in te lossen. Lutoslawski heeft ooit in een interview met ondergetekende treffend opgemerkt dat een componist als het ware de ideale luisteraar moet zijn. Met andere woorden, elke noot moet, alvorens aan het papier te worden toevertrouwd, innerlijk zijn gehoord en doorleefd. En niet alleen dat, ook in samenhang met de andere noten, want onverschillig hoe abstract ook: elke compositie vertelt een verhaal, zij het een verhaal dat niet in woorden kan worden gevat. Ware dit laatste het geval dan had de componist, om weer Lutoslawski aan te halen, kunnen volstaan met het uitreiken van een A4tje waarop het procedé wordt verklaard. Muziek, evenwel, valt niet te verklaren. Die moet je ondergaan en met die van Lutoslawski is het niet anders.

Opname van demonstratiekwaliteit

Daartoe biedt bovenstaande en in alle opzichten exemplarisch verzorgde superaudio-cd  optimale kansen. Het BBC Symphony Orchestra (eertijds regelmatig gedirigeerd door Lutoslawski) onder Edward Gardner tekent voor niet minder dan uitmuntende vertolkingen van drie van Lutoslawski's spraakmakende orkestwerken. Zo lucide en kernachtig als onder de handen van deze jonge maestro heb ik het uit 1954 stammende Concert voor Orkest, de enige evenknie van Bartóks gelijknamige compositie uit 1945, zelden horen klinken, of het zou onder leiding van de componist zelf (EMI) moeten zijn. Een uitgave die het echter opnametechnisch niet haalt bij deze registratie. Ook in de Derde symfonie speelt Gardner kolossale troeven uit en doet zijn weergave van de partituur bij herhaling denken aan die van de Berliner Philharmoniker onder Lutoslawski (Philips, thans moeilijk verkrijgbaar).

Maar de grootste sensatie is zowel de vertolking als de opname van Chain 3 (1986). De term 'chain' (letterlijk: 'ketting') heeft betrekking op het gelijktijdig optreden van meerdere lagen waarin de muzikale gebeurtenissen elkaar niet alleen afwisselen maar ook deels overlappen. Door de enorme diepte van de weergave, gekoppeld aan een ideale stereospreiding en een magnifieke perspectiefwerking is dit alles tot op de vierkante millimeter te volgen. Dames en heren, en ook u die wellicht schroomt het avontuur van de muziek uit de tweede helft van de twintigste eeuw aan te gaan, dit is nu een superaudio-opname van een ongekende demonstratiekwaliteit, waarbij je je (eerlijkheidshalve zij toegegeven dat ik de cd via een klassieke stereo-opstelling en niet via surround heb beluisterd) echt in de concertzaal waant en zelfs de afstand tussen de lessenaars hoort, dus of bijvoorbeeld de violen vooraan of die meer naar achteren acte de présence geven. Of iemand nu wel of niet in de keukengeheimen van de eigentijdse muziek is ingevoerd is van hooguit secundair belang, het geluid dat deze cd afgeeft is dermate suggestief dat men zich - daar durf ik vergif op in te nemen - meteen voor dit verbluffende resultaat gewonnen geeft. Dat betekent niet alleen chapeau voor orkest en dirigent maar tevens voor het uit Brian Pidgeon, Ralph Couzens en Jonathan Cooper bestaande technische team.

Rest nog te melden dat deze cd de opmaat markeert tot een reeks producties met Poolse muziek. Hopelijk zit daar ook nog de nodige Lutoslawski bij, want ik zie reikhalzend uit naar opnames van dit niveau van stukken als de Trois poemes d'Henri Michaux, de Tweede symfonie en Livre pour orchestre.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links