CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2011

 

 

Herrmann: Moby Dick – Sinfonietta

Richard Edgar-Wilson (tenor), David Wilson-Johnson (bariton), Danish National Choir & Symphony Orchestra o.l.v. Michael Schønwandt

Chandos CHSA 5095 • 63' • (sacd)

 

 

 


Bernard Herrmann somde eens in een interview zijn favoriete componisten op: William Walton, Malcolm Arnold, Sergej Prokofjev, Dmitri Sjostakovitsj, Georges Auric, Aaron Copland, Erich Korngold, Darius Milhaud. Allemaal tijdgenoten die naast concertmuziek ook filmmuziek componeerden. Zo zag Herrmann zichzelf ook, en hij vond dat hij in dat rijtje thuishoorde. De geschiedenis heeft anders beslist: als we nog weten wie Bernard Herrmann was, dan komt dat door zijn onvergankelijke muziek voor films als Citizen Kane en Psycho.

Bernard Herrmann (1911-1976) werd geboren in New York als zoon van Joods-Russische immigranten, net als Aaron Copland en Leonard Bernstein. Hij studeerde onder andere compositie aan de Juilliard School in New York bij de in Arnhem geboren Bernard Wagenaar. Hij maakte deel uit van de door Aaron Copland gestichte Young Composers Group, maar ambieerde daarnaast een carrière als dirigent. Vanaf 1934 maakte hij die ambitie waar bij het radiostation CBS als componist en dirigent van het CBS Symphony Orchestra. In die functie maakte hij kennis met acteur en regisseur Orson Welles (1915-1985). Samen maakten ze wekelijks een programma – wat wij een hoorspel zouden noemen – voor CBS, The Mercury Theatre on the Air. Met hun uitzending van The War of the Worlds in 1938 haalden ze de wereldpers door de realistische weergave van een invasie van buitenaardse wezens.

De jonge Herrmann schreef onder invloed van de Young Composers Group een Sinfonietta voor strijkorkest, die klinkt alsof hij over de schouder van Schönberg heeft meegekeken. Hij won er een prijs mee en het werk verscheen in druk, maar tot een uitvoering kwam het niet. Het zou zijn enige modernistische partituur blijven. Door zijn werk voor de radio bekwaamde hij zich snel in een toegankelijker idioom, waarvan een van de eerste uitingen zijn grote cantate ’Moby Dick’ was. Toch was zijn werk aan de Sinfonietta voor strijkorkest niet voor niets: delen van de partituur vonden hun weg in de muziek voor Psycho, de bekendste klanken die Herrmann nagelaten heeft.
Dat is wel eens anders geweest, want niemand minder dan de jonge John Barbirolli dirigeerde in 1940 de première van ‘Moby Dick’, met het New York Philharmonic Orchestra. Niet slecht voor een componist van 29 jaar. Herrmann was eigenlijk van plan om een opera aan zijn onderwerp te wijden, maar het is uiteindelijk een cantate van ruim drie kwartier geworden, waarin een aantal sleutelscenes uit de beroemde roman van Herman Melville zijn samengebracht. Het libretto schept gelegenheden te over om woedende stormen, bespiegelende monologen en een dramatische ontknoping indrukwekkend in klanken om te zetten. Hoogtepunten zijn de twee verstilde scenes waarin kapitein Ahab filosofeert over de vergankelijkheid van het leven.

In de jaren 1970 kreeg Herrmann de gelegenheid om op het label Unicorn-Kanchana een aantal van zijn werken vast te leggen. Hij dirigeerde daarbij het Britse National Philharmonic Orchestra, een kaartenbakorkest van een onwaarschijnlijk goede kwaliteit, samengesteld uit de top van de Londense orkesten – de opnamen vonden dan ook dikwijls plaats na middernacht, wanneer iedereen vrij was. Het label Decca maakte daarmee een menigte uitstekende opnamen van opera’s en balletten met dirigent Richard Bonynge (Mr. Joan Sutherland), een uitstekende musicus met een wat mindere begaving voor de baton. In de jaren 1990 wakkerde de belangstelling voor Herrmann nogmaals aan, nu op het label Koch. Een aardige cd was een koppeling van Herrmanns Sinfonietta, het Concerto for String Orchestra van Miklos Rozsa en de Sinfonietta voor strijkorkest en pauken van Franz Waxman. Zowel Koch als Unicorn-Kanchana zijn ter ziele en wat er van deze documenten terechtkomt moeten we maar afwachten.

Daarom niet getreurd. Het immer avontuurlijke label Chandos heeft de Deense publieke omroep zo gek gekregen om te participeren in een nieuwe registratie van deze beide partituren, dit keer in super audio, en het resultaat overtreft alle verwachtingen. De opname is gemaakt in de gloednieuwe behuizing van het orkest, het Koncerthuset in Kopenhagen, in januari en maart van dit jaar. David Wilson-Johnson is een indrukwekkende Captain Ahab, vooral in de eerdergenoemde verstilde monilogen. Koor en orkest doen in niets onder voor de beide Britse solisten, en dirigent Michael Schønwandt (hier te lande bekend als chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie) kan zich meten met de registraties van de componist. Of Chandos nog meer plannen heeft met Herrmann wordt niet vermeld, maar een eerdere cd met filmmuziek (klik hier) en deze nieuwkomer doen het beste hopen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links