Hanns Eisler Edition
Brilliant Classics 9430 (10 cd's)
Klik hier voor de complete inhoudsopgave
Klik hier voor de pdf met een uitstekende toelichting, waarin de Editie op de voet gevolgd wordt:
| |
|
Het label Brilliant Classics zorgt regelmatig voor briljante verassingen. Vorig jaar besprak ik hier de Paul Dessau Edition, en nu is het opnieuw raak met de Hanns Eisler Edition. Tien cd's in een handzaam plat kartonnen doosje, met een groot aantal karakteristieke werken. Opera's of grote symfonische werken zoals Dessau die produceerde hadden niet Eislers interesse. Zijn missie was een musico-politieke, en zijn gehele oeuvre is van die passie doortrokken. Muziek voor de arbeidersklasse, net zoals Luigi Nono nastreefde; voor beide mannen was de twaalftoonsmuziek daarbij de basis van het muzikale denken. Eisler was de belangrijkste leerling van Schönberg naast Alban Berg en Anton Webern - Nono was Schönbergs schoonzoon.
Hanns Eisler (1898-1962) is de geschiedenis ingegaan als het componerende boegbeeld van de voormalige DDR. Daar ging het nodige aan vooraf. Om te beginnen de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als soldaat diende en meerdere malen gewond raakte. Vervolgens de kolossale invloed van zijn leraar Arnold Schönberg, die hem tot één van de eerste twaalftoonsdiscipelen maakte. De opkomst van het Nazisme frustreerde een veelbelovende carrière als politiek actieve componist in het Duitsland van de dertiger jaren, en noodzaakte hem uit te wijken naar de Verenigde Staten. Hij vestigde zich in Hollywood als componist van filmmuziek, maar het duurde niet lang of het wantrouwige klimaat van de koude oorlog veroorzaakte nieuwe problemen. Eisler werd het land uitgezet en remigreerde naar de naoorlogse DDR. Zijn immer maatschappijkritische houding belemmerde ook daar, ondanks publiek eerbetoon - hij schreef het Oostduitse volkslied en sierde een postzegel - zijn ontwikkeling als componist. Hij stierf als een verbitterd man.
Zou er ooit een ontroerender ode aan het communisme zijn gebracht dan Hanns Eisler's 'Lob des Kommunismus'? Eisler schreef het in 1931 voor de toneelmuziek bij Bertolt Brechts Lehrstück 'Die Mutter', naar de roman van Maxim Gorki. Een inkervend stuk muziek. Wat mij direct verbaasde aan deze Eisler Edition is het feit dat juist dit sleutelwerk hier ontbreekt. Vooral omdat de hele Edition is samengesteld uit opnamen die in de voormalige DDR uitkwamen op het label Eterna - later Berlin Classics. Daar verscheen in 1970 een uitgave van Die Mutter op BC 9230. Het zou kunnen dat een licentie is afgeketst om redenen van copyright - de erven Bertolt Brecht zijn niet makkelijk. Voor het overige niets dan lof voor de samensteller. Om het overzichtelijk te houden ga ik de inhoud per cd na.
CD 1/2 - Orkestwerken
De musico-politieke filosofie van Eisler houdt in dat muziek midden in de maatschappij moet staan, de maatschappij van de arbeidersklasse. Geen hoogdravende bombast, maar muziek die herkenbaar is voor de man in de straat. Nu wil het toeval dat Eisler vrachten filmmuziek componeerde - in Amerika schreef hij er een leerboek over - en heel wat partituren had liggen die om hergebruik schreeuwden. Dus schreef hij geen symfonieën, maar orkestsuites die hij samenstelde uit zijn filmpartituren. Soms pikte de arbeidersklasse ook iets op - het Solidariteitslied uit de film Kuhle Wampe (compleet te bekijken op youtube) is de hele socialistische wereld overgegaan: 'Vorwärts, nicht vergessen'. Eisler schreef vijf van die genummerde suites, de Eerste uit de film 'Opus III' - de Tweede uit 'Niemandsland - de Derde uit'Kuhle Wampe' - de Vierde uit 'Die Jugend hat das Wort' - de Vijfde uit 'Dans les Rues' (die staat op cd 4). Op de hoesjes staat bij de Suites 2 en 3 vermeld 'from the film Opus III', maar dat is onzin. De Kammersymphonie op. 69 is gebaseerd op muziek voor de film 'Eis', en is door het inventieve gebruik van hammondorgel en piano het meest intrigerende stuk van de eerste cd. Op de tweede cd staan de Fünf Orchesterstücke, die hun bestaan danken aan de film '400 Millionen'.
CD 3 - Deutsche Sinfonie
Zoals hierboven al opgemerkt schreef Eisler geen symfonieën, en de Deutsche Sinfonie is dan ook niet de uitzondering die de regel bevestigt. Het is wel een omvangrijk opus met een respectabele lengte van meer dan een uur, en moeilijk te classificeren. Van de veertien delen zijn slechts drie voor orkest alleen, twee Etudes en een Allegro. De overige delen bestaan uit vocale muziek, waaronder een Bauernkantate van tien minuten in vier delen en een Arbeiterkantate van een kwartier. Een uitgebreide bespreking van deze uitvoering door collega Aart van der Wal vindt u hier.
CD 4/5/6 - Kamermuziek | GiselaMay zingt Brecht
De vierde cd is een grabbelton onder de noemer Chamber Music I. Ze opent met de Drei Lieder voor sopraan en kamerorkest uit 1919. De eenentwintigjarige componist bewijst zich hier als sterleerling van Arnold Schönberg. In het Divertimento op. 4 voor blaaskwintet van vier jaar later, slaat Eisler al een veel speelsere toon aan - nog steeds in de twaalftoonstechniek. In de Cantate 'Tagebuch des Hanns Eisler' op. 9 wordt die speelsheid doorgezet en zien we een ander aspect, dat later een steeds belangrijkere rol zal gaan spelen: het wisselen van bezetting binnen een werk - in het tweede deel van de cantate wordt niet gezongen, maar speelt de viool een hoofdrol. De Vijfde Orkestsuite is hier om redenen van ruimte terechtgekomen (zie boven). Met de beide Nonetten sluit deze schijf af. Het eerste Nonet uit 1939 is een twaalftoons variatiewerk, het tweede is samengesteld uit de muziek voor de film 'The forgotten village', een Amerikaanse semi-documentaire van John Steinbeck, compleet te bekijken op YouTube : http://www.youtube.com/watch?v=ZOA7GuTWItI
Op de vijfde cd blijft het grabbelen. De Galgenlieder uit 1917 bewijzen het kolossale talent van de negentienjarige componist, en zijn relativerende kijk op de 'hohe Kunst'. Met 'Palmström', op. 5 combineert hij in 1924 dat droge gevoel voor humor met de indrukken die Pierrot Lunaire heeft achtergelaten. Tempo der Zeit, op. 16 is een cantate voor solisten, koor en orkest (alles klein); hier wordt de politieke boodschap gekoppeld aan nieuwe muzikale inzichten - Schönberg moet het veld ruimen voor Bach. Echte kamermuziek vinden we hier ook: het meesterlijke '14 Arten, den Regen zu beschreiben'. Een bewerking van de score voor de film 'Regen' van de Nederlandse cineast Joris Ivens. Uit de muziek voor 'The forgotten village' had Eisler nog een tweede Nonet willen samenstellen, maar hij kwam er niet meer aan toe. Ze kwamen als 'Movements for Nonet' posthuum tot leven.
De derde cd met Chamber Music begint met het Duo op. 7 voor viool en cello uit 1924 - de Tweede Weense School ten voeten uit. Het Septet nr.2 'Zirkus' is opnieuw een hergebruikte filmscore. De tweede helft van dit schijfje maakt plaats voor Gisela May, de grote chanteuse, die in de trias Eisler-Brecht-Weill groot werd. Onlangs (juni 2014) vierde ze haar negentigste verjaardag met een optreden - ze mag dus met recht een levende legende worden genoemd.
CD 7 - Irmgard Arnold zingt Eisler
Eisler heeft geen opera's geschreven - hij had een bloedhekel aan het medium en de 'maniertjes' van zangers. Puccini kon hij niet uitstaan. Tegelijkertijd produceerde hij een enorme hoeveelheid vocale muziek - de ideale zangers vond hij met moeite. Ernst Busch was zijn ideale interpreet voor de strijdliederen - de Richard Tauber van de barricaden. Toen Eisler terugkeerde uit Amerika had hij een vracht liederen bij zich - het Hollywooder Liederbuch is een verzameling van bijna vijftig titels - en was hij naarstig op zoek naar een interpreet. Die vond hij uiteindelijk in de sopraan Irmgard Arnold, lid van het ensemble van de Komische Oper van regisseur Walther Felsenstein. Zij werd zijn muse, die vanaf 1956 regelmatig met hem samenwerkte. De opnamen zijn hier in chronologische volgorde herschikt, afwijkend van de oorspronkelijke uitgave op twee elpees.
CD 8 - Pianowerken
Hanns Eisler schreef in 1923 zijn opus 1, een Pianosonate. Waarom dit werk niet dezelfde status heeft als de Pianosonate van Alban Berg of de Sonates van Prokofjev is raadselachtig. De kwaliteit van de werken op deze schijf is torenhoog, en staat los van welke ideologie dan ook. Hoog tijd voor nieuwsgierige pianisten.
CD 9 - Vocale symfonische werken
Hier maken we kennis met een werk als het Lenin Requiem, dat - schrik niet - al in 1937 werd voltooid, en dus niets met de DDR te maken heeft. Toch klinkt alles op deze cd naar een muf soort propaganda, vermoeiend om naar te luisteren. Maar in de laatste tien minuten breekt de zon door - de Ernste Gesänge behoren tot de essentie van Eisler, en de bariton van Günther Leib zal nooit worden overtroffen.
CD 10 - Koorwerken met en zonder begeleiding
Deze cd demonstreert onbarmhartig de tegenstelling tussen de Eisler die de verworvenheden van Schönberg wilde combineren met het componeren voor amateurkoren, en de componist van 'socialistische strijdliederen'. Beide categorieën zijn inmiddels deel geworden van een vergeeld verleden, met de nare bijsmaak van de voormalige DDR.
|