CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2015

 

Bruckner: Symfonie 1 in c (Weense versie 1891)

Lucerne Festival Orchestra o.l.v. Claudio Abbado

Accentus ACC30274 50'

Live-opname: 17/18 augustus 2012,
KKL Concertzaal, Luzern

 

Toen Anton Bruckner (1824-1896) in 1868 van Linz naar Wenen verhuisde was hij 44 jaar oud. Hij bracht zijn Eerste symfonie mee, die hij kort daarvoor in Linz had gedirigeerd. Hij noemde haar 'das kecke Beserl' - de kwajongen - en inderdaad vinden we in dit stuk al veel van de karakteristieken waaraan Bruckner een leven lang vast zou houden. Ostinate ritmes, zwangere pauzes, koperkoralen en stampende boerendansen in het Scherzo. In Wenen kwam het in 1891 tot een uitvoering onder de grote dirigent Hans Richter, en dat zette Bruckner weer eens aan tot zijn levenslange dwangneurose: het eindeloze reviseren van voltooide werken. Een feest voor musicologen en een nachtmerrie voor argeloze luisteraars. Voor de details verwijs ik graag naar de uitgebreide uiteenzetting door Aart van der Wal elders (klik hier). Van de Eerste symfonie bestaan er dus een 'Linzer Fassung' en een 'Wiener Fassung'. Deze symfonie loopt als een rode draad door het leven van dirigent Claudio Abbado. Hij begon zijn platencarrière bij het label Decca, en maakte al in 1969 een opname van dit werk. In 1996 deed hij dat voor de tweede keer, nu bij Deutsche Grammophon, beide keren met de Wiener Philharmoniker en in de Linzer Fassung. Als tachtigplusser keert hij nog één keer terug tot deze jeugdliefde, maar nu in de Weense versie. De opname werd gemaakt met zijn laatstgebouwde grote orkest, het Lucerne Festival Orchestra, waarin ook Nederlandse muzikanten als fluitist Jacques Zoon en trombonist Jörgen van Reijen meespelen. De symbiose tussen dirigent en orkest is volmaakt: hier horen we Abbado's liefde voor Bruckner, die beantwoord wordt door zijn muzikanten. De kwajongen Bruckner zingt in al zijn stralende eenvoud.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links