CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2010
|
||||||
Bruckner: Symfonie nr. 4 in Es (Romantische) (versie 1888). Minnesota Orchestra o.l.v. Osmo Vänskä. BIS-SACD-1746 • 63' • (sacd)
Als de symfonieën van Anton Bruckner met vallen en opstaan
tot stand zijn gekomen – om het oneerbiedig te formuleren –
dan geldt dat eveneens voor de gepubliceerde uitgaven. Aanvankelijk hadden
zijn goedbedoelende leerlingen, de dirigenten Ferdinand Löwe en Franz
Schalk, maar ook Arthur Nikisch een flinke invloed op de gedrukte uitgaven
waarvoor Bruckner zelf – niet altijd - tekende. In de jaren 1930
maakte de Oostenrijkse musicoloog Robert Haas (1886-1960) zich sterk voor
een nieuwe editie die terug zou moeten gaan naar de originele intenties
van de componist. Dat was voor hem een kwestie van keuzes maken, en dat
werd hem later niet in dank afgenomen. Zijn editie van de Achtste is een
goed voorbeeld van smaakvol redigeren: alles wat Haas mooi vond in de
verschillende bronnen combineerde hij tot een overtuigend composiet dat
grote dirigenten als Haitink, Karajan en Wand tot in lengte van jaren
bleven gebruiken. Dat Haas een doorgewinterde Nazi was die Bruckner voorstelde
als de ideale Arische componist kostte hem na de Tweede Wereldoorlog de
kop. Zijn taak werd overgenomen door de minder creatieve, maar muziekpolitiek
correcte Leopold Nowak (1904-1991). De gedrukte uitgave uit 1888 heeft sinds de oertektstuitgaven van Haas en Nowak in een slecht daglicht gestaan. Muziekwetenschappers zagen de overweldigende hand van Bruckners helpers Löwe en de gebroeders Schalk in de toevoegingen van instrumenten als bekken en piccolo, frivoliteiten waarmee Bruckner zich uit eigener beweging nooit zou inlaten. Nog afgezien van alle dynamische details en tempo-aanduidingen waarvan Bruckner zich in zijn originele manuscripten uiterst karig bedient. Om een en ander te verduidelijken volgt hier een citaat uit de bespreking die Maarten Brandt op deze webpagina’s wijdde aan de cd-uitgave van de Vierde in de oerversie (klik hier).
Die gewraakte 1888-editie is nu opnieuw opgenomen door Osmo Vänskä en het orkest van Minnesota voor het Zweedse label BIS, in een schitterende super audio opname. Zijn ze daar in Minnesota zo achterlijk? Is Vänskä een fan van Knappertsbusch? Het antwoord is simpel: er is weer een musicoloog opgestaan die het allemaal nog eens haarfijn heeft uitgezocht, en aangetoond heeft dat de gedrukte uitgave uit 1888 wel degelijk Bruckners laatste wil en testament vertegenwoordigt. Zijn naam is Benjamin Korstvedt, Professor of Music aan de Clark University in Worcester, Massachusetts en zijn werk maakt sinds 2004 deel uit van de Kritische Gesamtausgabe. Korstvedt meent onomstotelijk vast te kunnen stellen dat Bruckner de ‘stichvorlage’, zeg maar drukproeven, met eigen hand heeft gecorrigeerd. Op zich is dat ook niet zo verwonderlijk. Wie de partituren in de uitgaven van Nowak en Haas kent heeft zich vast al eens verbaasd over het ontbreken van de meest elementaire speeltechnische aanwijzingen, zowel voor de dirigent als de individuele spelers. Bruckner zal waardevolle ideeën uit de praktijk hebben kunnen registreren toen het werk in januari 1888 werd uitgevoerd.
Hoe dan ook, bewonderaars van Bruckner kunnen de Vierde in de editie van Korstvedt, die hier voor het eerst buiten Japan - Akira Naito met het Tokyo New City Orchestra - op cd is vastgelegd, aan hun collectie toevoegen. Osmo Vänskä is nu al een van de grote dirigenten van de eenentwintigste eeuw, getuige zijn verrichtingen in Minnesota met Beethoven (klik hier) en in het Finse Lahti met Sibelius. Zijn Vierde Bruckner staat als een huis, ongeacht welke editie dan ook. De muziek van de laatste twee uitgaven blijft in essentie toch dezelfde, en deze dirigent heeft een feilloos gevoel voor tempi, dynamiek, balans, en vooral: de grote lijn. Dat laatste is in de kolossale structuren die Bruckner ons naliet onontbeerlijk. More Bruckner from Minnesota, please. index |
||||||