CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2011

 

 

Antheil: Sonatina for Radio – Piano Sonata nr. 2 ‘Airplane’ – Mechanisms – A Machine – Sonatina (Death of the machines) – Piano Sonata nr. 4 ‘Jazz Sonata’ – Sonata Sauvage – (Little) Shimmy

Nancarrow: Three 2-part Studies – Prélude – Blues

Herbert Henck (piano)

ECM New Series 465 829-2 • 41' •

www.ecmrecords.nl


De Amerikaan George Antheil (1950-1959) was niet alleen componist, hij was ook uitvinder, schreef voor allerlei kranten en tijdschriften – onder andere een Lieve Lita rubriek – en liet een amusante en zeer lezenswaardige autobiografie na met de titel Bad Boy of Music. In de jaren 1920 maakte hij furore in Parijs met een tweetal vioolsonates en een handjevol pianowerken, waaronder de Airplane-, Jazz-, en Sauvage- Sonates, alle geschreven rond 1922-3. Door tijdens zijn pianorecitals met enig vertoon een revolver op de piano te deponeren trok hij uiteraard de aandacht. Bad Boy indeed. De meeste ophef veroorzaakte hij met een stuk voor een kolossale slagwerkbezetting, waaronder sirenes en vliegtuigpropellers, dat hij de titel ‘Ballet Mécanique´meegaf. In de jaren dertig probeerde hij het kunstje in New York te herhalen, en met zijn ‘Ballet Mécanique´ wist hij inderdaad in Carnegie Hall nog eens de aandacht te treken, maar niet voor lang.

Daarna was het afgelopen met de Bad Boy of Music en wilde Antheil alleen nog maar wat hij altijd had gewenst: een groot componist worden. Hij vestigde zich in Holywood, schreef muziek voor films en symfonieën die zich meten met die van Sjostakovitsj (klik hier). Succes bleef uit en hij hield zich in leven met het schrijven voor kranten en tijdschriften. Dankzij Reinbert de Leeuw en het label Philips is een jaar of vijfendertig geleden de interesse in Antheil’s werk weer aangewakkerd. Zoiets kan gevolgen hebben en deze cd biedt een aardige selectie uit de vroege pianomuziek. De Sonata for Radio is het minst representatief voor de Bad Boy, eigenlijk weinig meer dan een ragtime à la Satie. De mechanische Airplane-sonata, de Mechanisms, de sonatine Death of the machines (vier deeltjes van resp. 22, 13, 18 en 33 seconden), de Jazz-sonata, de Sonata Sauvage en de Little Shimmy, alle uit 1922-3 laten perfect horen waar Antheil’s publiek zich destijds zo over opwond. Stalen ritmes, betonnen clusters: muziek die slechts beweging uitdrukt. Bij zorgvuldige beluistering ook muziek die een hoog Petrouchka- en Les noces- gehalte heeft.

De cd wordt geopend met een vijftal korte werkjes van Conlon Nancarrow (1912-97), een Amerikaan die tot kort voor zijn overlijden volkomen over het hoofd werd gezien (klik hier). Hij maakte zijn eveneens mechanische muziek met behulp van ponskaarten voor de player piano (een veredelde pianola) om op die manier onspeelbaar complexe ritmes en clusters te kunnen realiseren. Aan het begin van zijn carrière schreef hij Drie tweestemmige etudes (1940-1), een Prélude en een Blues (1935), gewoon voor een pianist. De moeilijkheidsgraad van deze en volgende werken voerden hem naar de player piano, die hem op een idee bracht en zo het ideale vehikel werd voor zijn mathematische denken. Bijna pijnlijk is het om te moeten vaststellen dat een pink Nancarrow meer substantie bevat dan een vuist Antheil. Herbert Henck toont zich een meester in de competitie met de player piano en heeft bovendien een dijk van een programmatoelichting bij zijn cd geschreven. Opname en presentatie zijn zoals altijd bij ECM: áf.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links