CD-recensie
© Paul Korenhof, november 2019 |
Een live-opname van Il trovatore in een Franse vertaling, en niet uit een obscuur theater in de Franse provincie, maar uit de Italiaanse stad Parma, opgenomen tijdens het prestigieuze Verdi-festival dat daar jaarlijks gehouden wordt. Kennelijk kan dat daar zonder dat er een opstand van verontwaardigde operaliefhebbers uitbreekt. En dan te bedenken dat ik hier ooit geattaqueerd ben door een Nederlandse operaliefhebber, die ronduit verklaarde dat hij meteen de zaal uit zou lopen als een opera van Verdi niet in het Italiaans werd uitgevoerd! Vertalingen Wie even over de grens kijkt, ziet een andere situatie. In Londen voert de ENO nog steeds het hele repertoire in het Engels uit, in de kleinere Duitse theaters wordt menige minder bekende opera nog altijd in (verstaanbaar) Duits op de planken gezet en de Fransen grijpen zelfs voor populaire werken soms nog graag terug op een 'Franse versie'. Ook in menig ander land is een opera in vertaling niet ongewoon, maar wie in Nederland het woord vertaling laat vallen, krijgt de wind van voren. Een vertaling is 'onartistiek', verzwakt de kracht van de muziek en tast de bedoelingen van de componist aan! Poulenc, Smetana e.a. Naast Verdi hebben ook talloze andere componisten zelf de supervisie gehad bij de vertaling van hun werken (Donizetti bijvoorbeeld) en evenals Verdi maakten zij regelmatig van de gelegenheid gebruik om hun partituren te herzien. En niet alleen als het ging om voorstellingen in het goed betalende Parijs. Smetana is slechts één van de Oost-Europese componisten van wie wij weten dat hij naast de originele partituur soms ook een 'Duitse versie' verzorgde. De komende voorstellingen van de Reisopera in een nieuwe Nederlandse vertaling zouden daarom bij de componist alleen maar op bijval kunnen rekenen. Uitgangspunt bij dat alles was en is de verstaanbaarheid. Opera is drama, theater, en zoals we Shakespeare, Molière, Ibsen en Albee moeten verstaan om hun teksten goed te kunnen ondergaan, zelfs als wij een stuk voor de tiende keer zien, zo geldt dat ook voor opera. Zonder optimaal tekstbegrip kan zelfs de beste opera verworden tot puur muzikaal genot, tot meedeinen op mooie melodieën bij leuke beelden zoals het publiek van André Rieu op het Vrijthof. Ook dat moet kunnen, net zoals het luisteren naar operafragmenten als gewoon maar 'mooie muziek', maar een opera als theaterstuk is wezenlijk iets anders. Il trovatore en Le Trouvère Datzelfde gold voor een belangrijke ingreep in het laatste tafereel, dat in de originele versie wel erg onlogisch is. Tussen Manrico's laatste woorden en Luna's mededeling dat hij geëxecuteerd is, bevinden zich daar slechts tien maten muziek, wat betekent dat de arme troubadour moet hollen en zo ongeveer zelf zijn hoofd afslaan om te zorgen dat hij op tijd dood is. In de Parijse versie verdubbelde Verdi dat aantal maten, waarbij we Manrico nog even achter het toneel horen bij een herhaling van enkele maten uit het monnikenkoor 'Miserere' uit de voorafgaande scène. Ook die uitbreiding kwam niet in de Ricordi-partituur terecht, maar is wel af en toe uitgevoerd, onder meer bij de Nederlandse Operastichting in voorstellingen met Cristina Deutekom, Adriaan van Limpt en Jan Derksen. In het nieuwe beleid van het Verdi-festival in Parma is nu ook plaats ingeruimd voor de Parijse versies met de daarin door Verdi aangebrachte aanvullingen en verbeteringen. Het maakt het festival voor de Verdi-bewonderaar nog interessanter, hoewel de componist zelf zich waarschijnlijk verzet zou hebben tegen het gebruik van een Franse vertaling. In Parijs was hij voorstander van een Franse tekst, maar in Italië prefereerde hij het Italiaans. Dat demonstreerde hij ook met de Milanese versie van Don Carlos waarvoor hij geen noot schreef zolang hij niet de beschikking had over een nieuwe Franse tekst, maar daarna liet hij die voor de uitvoeringen in de Scala wel in het Italiaans vertalen! Frans-Italiaans De vocale kwaliteiten van de mezzosopraan Nino Surguladze zijn onmiskenbaar en hoewel haar Frans op enkel woorden na ('Vengeance!') vrijwel onverstaanbaar is, geeft zij in kleuring en frasering een indringende portrettering van Azucena, een van Verdi's sterkste karakters. Beter in zijn tekstweergave is de mij onbekende Albanese tenor Giuseppe Gipali. Hij blijkt een echte lirico spinto met een krachtige stem, een kruidig timbre en zowel de hoogte als de expressiviteit die nodig zijn voor Manrico. Hun lange scène in het tweede bedrijf, met daarin een opwindende climax, wordt hier inderdaad het hoogtepunt dat dit moeder-zoon-duet in deze opera moet zijn! De stilistisch meest geslaagde vertolkingen komen van de lagere mannenstemmen. Eerst horen we in de openingsscène Marco Spotti als een mooi authentiek aandoende Fernand, niet met de zwarte basklank uit de Italiaanse opera, maar als een echt Franse basse-chantante. Vooral heb ik echter genoten van de aristocratische Luna van Franco Vassallo, redelijk verstaanbaar, zeker in zijn recitatieven, verbeten in zijn confrontatie met Manrique, nobel in zijn aria en het duet met Léonore, en met een zangstijl die laat horen dat Verdi met deze opera in feite afscheid neemt van het bel canto. Koor en orkest van het Teatro Comunale in Bologna dat als co-producent optrad, worden met vaste hand geleid door Roberto Abbado, welbekend bij dit orkest en tevens de nieuwe chef in Parma. Daarbij geeft hij de solisten precies de ruimte die zij nodig hebben voor de extra versieringen in de Parijse partituur die kenners van het werk soms voor kleine verrassingen zullen plaatsen. De opname werd gemaakt in het Teatro Farnese, een uniek Renaissance-theater met een groot, geheel houten auditorium dat zorgt voor een fraaie en natuurlijke weergave van de stemmen. Mogelijk door een niet altijd gelukkige plaatsing in een 'bakloze' zaal komt de klank van het orkest echter wat gedempt over. Ook de koorklank is problematisch en dat is zeker te wijten aan de zaal, die zowel een achtertoneel als zijtonelen mist, en omdat ik de dvd nog niet gezien heb, weet ik niet hoe dat probleem hier is opgelost. De foto's bij deze uitgave komen wat vreemd over, maar worden duidelijk voor wie weet dat Robert Wilson de voorstelling regisseerde. Daarover later meer, maar voorlopig een hartelijk welkom voor deze Trouvère die precies op twee cd's paste, en die in zijn totaliteit superieur is aan een eerdere opname die Dynamic maakte in Martina Franca. 'Oper auf Deutsch' Rudolf Schock Luilekkerland ______________ index |
|