CD-recensie
© Paul Korenhof, april 2023 |
Om bij voorbaat van te watertanden: een hele cd met behalve vier bekende aria's ruim een dozijn onbekende fragmenten uit onbekende of vrijwel onbekende Franse opera's uit de 19de eeuw plus één (een fragment uit Myriane van Charles Silver) uit de 20ste eeuw. En daarmee zijn we meteen bij het volgende punt: ik hoorde hier meer dan eens muziek van componisten van wie ik letterlijk nog nooit een noot gehoord had; in een enkel geval was zelfs hun naam mij onbekend. En dat alles in uitvoeringen door een echte 'ténor de grâce' die zijn lichte timbre combineert met muzikaliteit, stijlgevoel, fraaie fraseringen en een sublieme dictie. De tenor in kwestie kende ik overigens wel, onder meer van een opname van Les Pêcheurs de perles (klik hier) en diverse andere uitgaven, waaronder verschillende in de reeks Opéra français van Palazetto Bru Zane. De nu 38 jaar oude Cyrille Dubois is inderdaad een typisch Franse ténor de grâce het een helder timbre, een elegante voordracht en een hoogte die vooral berust op een combinatie van voix mixte en falset. Een robuuste 'ut de poitrine' ('hoge c', Italiaans: 'do di petto') is niet zijn genre en dat geldt dus ook voor Verdi's Il trovatore en ander volumineus repertoire. Wel zingt hij rollen als Ernesto in Don Pasquale en Fenton in Falstaff , maar om zijn specialiteit ongeschonden te bewaren, zal hij daarmee toch voorzichtig moeten zijn, evenals trouwens met het zingen in grote theaters. Opmerkelijk is trouwens dat we op deze cd nog wel aria's horen van Wilhelm Meister (Mignon) en Gérald (Lakmé), maar niet van Roméo en Faust van Gounod. En wederom danken we die samenstelling waarschijnlijk ook een aandeel in de artistieke begeleiding aan het in Venetië gevestigde Bru Zane. In dit palazzetto is met een enorme muziekbibliotheek in de loop der jaren niet alleen een grondige kennis van het Franse repertoire opgebouwd. Wellicht nog belangrijker is het aandeel van Bru Zane in de herleving van de bijna uitgestorven stilistische kennis. Van Molière en Lully tot halverwege de vorige eeuw was er immers een groot verschil tussen het Franse muziektheater en dat van de rest van Europa, zowel in muziek en vormgeving als in (vooral de vocale) uitvoeringspraktijk. Door de eeuwen heen ging de ontwikkeling van het Franse repertoire samen met die van een sterk op het woord gerichte zangkunst en daarmee van een specifieke ontwikkeling van de stemsoorten. Het is dan ook niet overbodig dat deze cd vergezeld gaat van een uitmuntende toelichting van Alexandre Dratwicki, artistiek leider van Bru Zane, die daarin niet alleen het op deze cd bijeengebrachte repertoire toelicht, maar ook de ontwikkeling van de tenorstem, van 'haut-contre' naar de vooral in de opéra-comique populaire 'ténor de grâce' en naar de 'ténor de demi-caractère' met parallel daaraan in de Académie de opkomst van de 'ténor de grand opéra' en de 'fort-ténor'. (Voor meer specifiek op de componisten en de werken gerichte informatie verwijst het cd-boekje naar de in drie talen beschikbare site van Bru Zane (klik hier). Het belangrijkste is echter dat deze cd niet alleen met een rijk en gevarieerd repertoire laat horen hoe de meest lyrische Franse tenor zich tussen 1820 en 1920 ontwikkeld heeft, maar het is daarnaast een boeiend portret van een zanger die die tijd kan doen herleven. In een technisch veeleisende aria's uit La Dama blanche doet hij niet onder voor Michel Sénéchal en de reeks hoge c's in La Fille du régiment bezorgt hem weinig moeite, maar wel moet Dubois in details zijn meerderen erkennen in grote voorgangers. Als geheel kreeg bijvoorbeeld Tonio's aria van Alfredo Kraus meer 'panache' mee, terwijl zangers als Fernand Ansseau, Charles Friant en Alain Vanzo in diverse aria's een ondertoon van weemoed of sentiment wisten te geven dat ik hier nog mis. Mijn enige echte punt van kritiek is dat Dubois vooral in de aria's uit Lakmé en Mignon af en toe de vloeiende zanglijnen enigszins doorbreekt doordat hij te veel expressie aan de woorden wil geven. Kennelijk heeft dit noch de uitstekend begeleidende Pierre Dumoussaud noch de coaching door Bru Zane tot een corrigerende opmerking bewogen, en misschien laat ik mij op dit punt ook wel leiden door een ideaal dat niet door andere gedeeld wordt. Aan de waarde van deze bijzondere cd als geheel doet het bovendien weinig af. index |
|