CD-recensie

 

© Maarten Brandt, juli 2023

Voermans: The Tale of Orpheus & Eurydice

Erik Voermans (Orkestre elektrophonique, gitaren), Yuri Honing (sopraan- en tenorsaxofoon), Alessandra Striggio en Andrew Keeling (stem)

Attacca 2023.161 • 61' •
Opname: okt. 2021, Studio Aan Gene Zijde, Buurmalsen & Studio 1, Wisseloord, Hilversum

www.attacca.nl

 

Over Erik Voermans en zijn achtergrond kunt u het nodige lezen in mijn bespreking van zijn cd-productie Godenlicht (klik hier). Dus ik volsta hier met een impressie van deze nieuwe in de herfst van 2021 gerealiseerde registratie, waarin de componist zijn onvervreemdbaar eigen visie heeft vastgelegd op een van de meest bekende mythes uit de wereldgeschiedenis, die van Orpheus en Eurydice. Een mythe die een onafzienbare stoet van schrijvers schilders en componisten heeft geïnspireerd en dat nog tot op de dag van vandaag doet. Wanneer we ons tot de muziek beperken schieten ons vanzelfsprekend de namen – om enkele van de meest vooraanstaande voorbeelden te noemen - van Monteverdi, Gluck, Offenbach, maar ook die van Henze, Stravinsky en Birtwistle te binnen. Ook die van Peri, Milhaud en Haydn trouwens. En er zullen ongetwijfeld nog veel meer en ook mindere goden zijn die zich op dit fascinerende thema hebben gestort. De mythische zanger die de macht der muziek tegen wil en dank vermocht te mobiliseren om het aardse leven zijn diepe waarde niet alleen te geven, maar vooral ook te doen behouden is een gegeven dat bij artiesten van om het even welke discipline enorm tot de verbeelding sprak en spreekt. Men zou zich dan ook met recht kunnen afvragen of er een thema is dat anno 2023 actueler is dan ooit. Een punt in de tijd waarin we, net als Orpheus tijdens zijn tocht uit de Hades naar de bovenwereld naar Eurydice, terugblikken op tal van decennia, waarin de erfenis van de klassieke muziek door allerhande draconische bezuinigingen nu bijna geheel teloor lijkt te gaan. Een situatie waarin onze leefomgeving er platter en ontzielder bijligt dan ooit te voren en alles slechts lijkt te draaien om het meetbare, het puur materiele.

Associaties
Het geheel van Voermans' The Tale of Orpheus & Eurydice is uit drie delen opgetrokken: ‘Orpheus Weeps' (1), ‘ The Tale of Orpheus & Eurydice' samengesteld uit vijftien in elkaar overgaande episodes (2) en ‘Orpheus' Lament' (3). Het is niet gemakkelijk om de stijl van dit kunstwerk in woorden te vatten, maar wie een klassiek overkomende compositie verwacht te horen komt even bedrogen uit als zij die het tegenovergestelde denken. Als er al associaties optreden dan met lange traject muziek in de geest van experimentele stromingen uit de jazz en allerhande andere niet klassieke richtingen. Met dien verstande dat de impact van het samengaan van de saxofoons, de gitaren met het virtuele orkest (en de overwegend doorgecomponeerde structuur) toch iets symfonisch heeft. Daar komt trouwens nog bij dat binnen de spanningsbogen (die een maximum aan uitgebalanceerdheid vertonen) soms motieven de revue passeren bij machte waarvan op een uiterst geraffineerde en subtiele wijze wordt gezinspeeld op muziek uit het recente en verre verleden. Maar Voermans zou Voermans niet zijn als hij het er in dergelijke gevallen dik (en laat staan: te dik) boven op zou liggen.

Optimisme
Hoewel er ook enkele uitzonderingen zijn, waarvan ik er twee wil signaleren. De eerste betreft een episode waarin de vrouwenstem de tekst van het slotkoor uit Monteverdi's Orfeo uitspreekt. Wel te verstaan achterstevoren zodat, om Voermans in zijn beknopte en heldere toelichting aan te halen, “Orpheus en Eurydice niet uit de tijd vallen, maar terugkeren in de tijd, naar betere dagen.” Met andere woorden, bij alle somberte van het hier en nu is er toch het optimisme van de componist dat de kunsten in casu de muziek uiteindelijk zullen overwinnen. De tweede opvallende uitzondering is ‘Orpheus' Lament' dat een hoogst originele parafrase bevat van het lied Un grand sommeil noir van Edgard Varèse, een van de grote helden van Voermans. Daarin draait het om de slaap, de duisternis, het verdwijnen van de herinnering, over een wieg die in een gewelf is opgesloten, kortom over de dood. En dat is geen, om het zacht uit te drukken, hoopgevende boodschap, zeker niet als we die “grote zwarte slaap” op de muziek betrekken. Want hoe verhoudt zich dat tot de wijze waarop eerder genoemde tekst van Monteverdi in het discours wordt gebracht? Maar, misschien geeft deze vraagstelling nu juist die extra dimensie aan wat een kunstwerk groot maakt, namelijk dat het altijd zeer fundamentele vragen oproept die nooit en te nimmer volledig zullen worden beantwoord.

Topklassement
En het is juist dat laatste wat in doorslaggevende mate karakteristiek is voor een groot kunstwerk. Namelijk dat het om dergelijke existentiële kwesties draait. Een kunstwerk geschreven in een taal die heel eigen is, oninwisselbaar en het beluisteren van deze cd – zeker wanneer men dat meer dan eens doet – tot een geweldig avontuur maakt. Wat Yuri Honing op zijn saxofoons laat horen en de componist op zijn gitaren – al dan niet omlijst door zijn virtuele ensemble - grenst aan het ongelooflijke en is, ook al staat de onderwereld bijkans volledig in dit opus centraal, van een ontroerende en dikwijls bovenaardse schoonheid. En dan is er nog het feit dat een van de opnamelocaties Studio Aan Gene Zijde heet. What's in a name?! Hoe dan ook, een buitengewoon fraaie disc die ook qua weergavekwaliteit in het absolute topklassement thuishoort.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links