CD-recensie

 

© Maarten Brandt, juni 2024

Bruckner: Symfonie nr. 5 in Bes, WAB 105

Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Lahav Shani
Warner Classics 5054197792014 • 72' • Opname: aug. 2021, de Doelen, Rotterdam

 

Over Bruckners monumentale Vijfde symfonie en haar ontstaansgeschiedenis is al genoeg geschreven waarvan u elders op deze site kennis kunt nemen. Zoveel is echter zeker, als er een werk van Bruckner bestaat die als een klinkende belichaming van een magistrale architectuur kan worden beschouwd waar zelfs met de grootst denkbare moeite geen speld tussen valt te krijgen dan is het wel dit 'Kontrapunktisches Meisterstück' een benaming die, zoals we weten van Bruckner zelf stamt. En terecht. Nu was de meester, geboortig uit het pastorale Ansfelden, een superfectionist die zich keer op keer wilde bewijzen en die wanneer hij maar kon lessen nam bij de als 'Fugenschmiedt' bekend staande Simon Sechter, die - grof gezegd - een droogkloot van extreme klasse moet zijn geweest en zijn leerlingen verbood om zich creatief te buiten te gaan terwijl ze bij hem studeerden. Wat er ook van zij, Bruckner was, wat voorgaande kwalificatie betreft, allesbehalve iemand als zodanig, maar een genie die de ultiem ingewikkelde constructies van zijn symfonieën dermate met 'suspense' wist te laden dat de luisteraars van tegenwoordig onherroepelijk in de ban worden geslagen door deze hemelbestormend fraaie toonkunst.

Een klinkende belichaming van een bezielend en uit graniet gehouwen bouwwerk waaruit alle associaties met het extra-muzikale voor de volle 100 procent zijn uitgebannen, dat is wat we hier onder Shani horen. En als zoiets ergens kan overtuigen, mits er op zeer hoog niveau wordt gemusiceerd, dan is het wel in Bruckners Vijfde, die als gevolg hiervan een concentratie krijgt die kan worden opgevat als een fugatische pendant van Beethovens vol dansant elan stekende Zevende en qua olympisch vuur Vijfde symfonie. En daar valt veel voor te zeggen, want naast Schubert en Wagner was Beethoven voor Bruckner een voorbeeld van immens belang. De benadering van deze materie die Shani en zijn Rotterdams keurensemble voorstaan zou ik derhalve in de meest positieve en ruimste zin van het woord klassiek willen noemen. Wie op zoek is naar de sacraliteit en wierrook van Jochum (DG, EMI/Warner, Tahra) of de contemplatieve Zen-benadering van Celibidache (DG, EMI/Warner) is bij deze dirigent daarom beslist aan het verkeerde adres. Shani's aanpak in deze symfonie is apert 'no nonsense' en hij laat iedere noot voor zichzelf spreken. Het is puur genieten van alles secties van het orkest, niet in de laatste plaats van de superieure bijdragen van de koperblazers, waarbij de klank, hoewel nergens aan substantie inboetend, altijd slank en doorzichtig blijft. Alles komt transparant en nooit massief uit de luidsprekers.

Om met de muziekcriticus en felle tegenstander van Bruckner Eduard Hanslick te spreken: 'Tönend bewegte Formen'. Fenomenen, voorzien van een scherp ritmisch profiel, met als gevolg dat er - speciaal in de hoekdelen - momenten zijn die haast iets stravinskiaans 'avant la lettre' hebben; ziehier een van de vele eigenschappen van deze meeslepende vertolking. De tempi zijn soms - maar zeker niet altijd - aan de vlotte, zij het nooit gejaagde, kant. En in tegensteling tot bijvoorbeeld Roth in zijn opname van Bruckners Negende symfonie (Myrios classics, onlangs hier door mij voor onze site besproken), heeft Shani een natuurlijk gevoel voor de cesuren - bij vlagen zou men de Vijfde ook als een soort 'Pausensinfonie' kunnen zien - en subtiele rubati, dit alles geheel in overeenkomst met het proportionele temporele verloop. In die zin ontpopt Shani zich, en ik bedoel dit als een groot compliment, tevens als een volwaardige moderne representant van de traditie van Eduard van Beinum (Decca), voor wie ook de partituur los van onverschillig welke anekdotiek heilig was. Tel daarbij op dat het Rotterdams Philharmonisch Orkest een buitengewoon idiomatische Bruckner-klank vermag te produceren en het is onomstotelijk duidelijk: met deze puike registratie heeft ons land Bruckner weer geducht op de kaart gezet.

Of deze dirigent, nadat hij het orkest als chef heeft verlaten, nog meer Bruckner-opnamen op de rol heeft staan, is afwachten, maar ondergetekende hoopt vurig van wel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links