![]() CD-recensie
© Maarten Brandt, februari 2011
|
||
Bruckner: Symfonie nr. 5 in Bes Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks o.l.v. Bernard Haitink BR Klassik 601006 • 77' • ( sacd) (Live-opname, Philharmonie, München,
Met het verdwijnen van deze planeet van dirigenten als Eugen Jochum, Günter Wand en Sergiu Celibidache valt het aantal echt grote Brucknerdirigenten gemakkelijk op een halve hand te tellen. Een van de weinigen die tot deze benijdenswaardige categorie behoort is zonder twijfel Bernard Haitink. En bovengenoemde op 12 februari 2010 in de Philharmonie van München vereeuwigde live-opname bewijst dit ten volle. Voor de volledigheid, dit is de derde opname die de Nederlandse maestro van Bruckners Vijfde maakte. De eerste met het toen nog niet Koninklijke Concertgebouworkest dateert van december 1971 en maakt deel uit van de eerste integrale cyclus voor Philips. Voor hetzelfde label vervaardigde Haitink met de Wiener Philharmoniker een remake in maart 1988. Een release die deel uitmaakte van de tweede Brucknercyclus, waarvan – behalve de Vijfde (alsmede het Te Deum) – de Vierde, Derde en de Achtste verschenen maar die – evenals de toen bij de Berliner lopende tweede Mahlercyclus onder Haitink – om commerciële beweegredenen voortijdig werd beëindigd. Onvermoede vergezichten Dan is er natuurlijk Haitink, die niet alleen wat betreft zijn kijk op de Beethovensymfonieën blijft evolueren, maar ook inzake zijn benadering van Bruckners klinkende nalatenschap telkens opnieuw onvermoede vergezichten en doorkijkjes weet te ontdekken en realiseren. Wie de proef op de som neemt en slechts naar de introductie en de expositie van het eerste allegrothema uit het openingsdeel luistert, zou abusievelijk tot de conclusie kunnen komen dat hier sprake is van een enigszins onderkoelde musiceertrant. Zeker wanneer men deze beginepisode vergelijkt met de uitvoering door dit orkest onder leiding van Lorin Maazel, uitgebracht in het kader van een integrale cyclus voor BR Klassik. Maazel weet daar hogelijk te imponeren, maar nu komt het. Hij is al gelijk over de top en vermag de spanning gedurende de overige zeventig minuten van de symfonie amper meer vol te houden. Het tweede deel, adagio, waait bij hem als een nuchter allegretto voorbij, terwijl het scherzo juist traag en lomp verloopt, met als uiteindelijk resultaat dat de coda van de finale als een schreeuwerige pyrrusoverwinning overkomt. Wijn Natuurlijk kan men Bruckners Vijfde op uiteenlopende manieren overtuigend voor het voetlicht brengen – de op zich genomen onverkort grandioze uitvoeringen onder Jochum (DG, EMI en Tahra), Klemperer (EMI), Wand (RCA, vooral die met de Berliner) en Celibidache (EMI) – bewijzen het, maar als men na het beluisteren het niet te onderdrukken gevoel krijgt van “zo en niet anders”, dan spreekt zoiets boekdelen. Zoveel is duidelijk: Haitink stelt met zijn nieuwe opname van Bruckners Vijfde een nieuwe maatstaf. index |
||